Uittreksel uit arrest nr. 162/2020 van 17 december 2020 Rolnummer 7147 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli

Uittreksel uit arrest nr. 162/2020 van 17 december 2020

Rolnummer 7147

In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 2018 « tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen », ingesteld door de vzw « Inter-Environnement Bruxelles » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 maart 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 maart 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, 5° en 6°, 4, 2°, 12, 1°, c) en d), 24, 32, 1°, b), 53, 55, 56, 3°, 60, d) en e), 67, 75 en 84 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 2018 « tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 september 2018, tweede editie) door de vzw « Inter-Environnement Bruxelles », de beroepsvereniging « Union des Naturopathes de Belgique », Anne Denis, Nathalie Erpelding en Gérald Hanotiaux, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Brusselmans, advocaat bij de balie van Waals-Brabant.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan

    B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van verscheidene bepalingen van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 2018 « tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen » (hierna : de ordonnantie van 23 juli 2018).

    De bestreden bepalingen wijzigen, enerzijds, de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 19 juli 2001 « betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (hierna : de ordonnantie van 19 juli 2001) en, anderzijds, de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 1 april 2004 « betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (hierna : de ordonnantie van 1 april 2004).

    B.1.2.1. De slimme elektriciteitsmeter wordt gedefinieerd in artikel 2, 21ter, van de ordonnantie van 19 juli 2001, ingevoegd bij het bestreden artikel 3, 5°, van de ordonnantie van 23 juli 2018 :

    Een elektronisch systeem dat het stroomverbruik kan meten en informatie toevoegt die een klassieke meter niet verstrekt, en die gegevens kan overmaken en ontvangen door gebruik van een elektronische communicatievorm

    .

    De slimme elektriciteitsmeters zijn een van de elementen van een « slim net », als volgt gedefinieerd in artikel 2, 21quater, van de ordonnantie van 19 juli 2001, ingevoegd bij het bestreden artikel 3, 6°, van de ordonnantie van 23 juli 2018 :

    Geavanceerd energienetwerk dat in het algemeen is samengesteld uit bidirectionele communicatiesystemen, slimme meters en systemen voor de opvolging en controle van de werking van het netwerk

    .

    B.1.2.2. De slimme gasmeter wordt als volgt gedefinieerd in artikel 3, 20bis, van de ordonnantie van 1 april 2004, ingevoegd bij het bestreden artikel 55, 1°, van de ordonnantie van 23 juli 2018 :

    Een elektronisch systeem dat het gasverbruik kan meten en informatie toevoegt die een klassieke meter niet verstrekt, en die gegevens kan overmaken en ontvangen door gebruik van een elektronische communicatievorm

    .

    De slimme gasmeters zijn een van de elementen van een « slim net », als volgt gedefinieerd in artikel 3, 20ter, van de ordonnantie van 1 april 2004, ingevoegd bij het bestreden artikel 55, 2°, van de ordonnantie van 23 juli 2018 :

    Geavanceerd energienetwerk dat in het algemeen is samengesteld uit bidirectionele communicatiesystemen, slimme meters en systemen voor de opvolging en controle van de werking van het netwerk

    .

    B.1.3. De slimme elektriciteitsmeters en gasmeters worden vanaf hun installatie of, in voorkomend geval, vanaf de activering van een communicerende functie uitgerust met functionaliteiten die hen onderscheiden van de klassieke elektriciteitsmeters en gasmeters, namelijk de analoge meters of elektronische meters, waarmee geen gegevens kunnen worden verzonden en ontvangen.

    Artikel 24ter, § 3, van de ordonnantie van 19 juli 2001, ingevoegd bij het bestreden artikel 24 van de ordonnantie van 23 juli 2018, bepaalt :

    De slimme meter levert lokaal aan de netgebruiker informatie in realtime over de elektriciteit die hij afneemt of injecteert.

    Deze informatie in realtime moet gemakkelijk geëxporteerd kunnen worden naar een informatietoepassing beschikbaar op de markt ongeacht of de meter in modus van actieve communicatie met de netbeheerder staat

    .

    Artikel 18ter, § 3, van de ordonnantie van 1 april 2004, ingevoegd bij het bestreden artikel 67 van de ordonnantie van 23 juli 2018, bepaalt :

    De slimme meter levert lokaal aan de netgebruiker informatie in real time over de elektriciteit die hij afneemt of injecteert. Deze informatie in real time moet gemakkelijk geëxporteerd kunnen worden naar een informatietoepassing beschikbaar op de markt

    .

    B.2.1. De zo uitgebreid mogelijke uitrol van slimme elektriciteitsmeters en gasmeters wordt opgelegd door het Unierecht en draagt bij tot de uitvoering van het energiebeleid van de Europese Unie.

    Overeenkomstig artikel 1, § 2, van de ordonnantie van 23 juli 2018 zet die laatste immers vier Europese richtlijnen gedeeltelijk om.

    B.2.2.1. De ordonnantie van 23 juli 2018 zet de richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 « betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG » (hierna : de richtlijn 2009/72/EG) gedeeltelijk om.

    Artikel 3, lid 11, van die richtlijn bepaalt :

    Teneinde energie-efficiëntie te bevorderen bevelen de lidstaten, of indien de lidstaat hierin voorziet, de regulerende instanties, ten sterkste aan dat elektriciteitsbedrijven het gebruik van elektriciteit optimaliseren, bijvoorbeeld door het aanbieden van diensten op het gebied van energiebeheer of het ontwikkelen van innovatieve prijsformules, in voorkomend geval door de invoering van slimme metersystemen dan wel of slimme netwerken (smart grids)

    .

    B.2.2.2. Bijlage I (« Voorschriften inzake consumentenbescherming ») van dezelfde richtlijn bepaalt in punt 2 ervan :

    De lidstaten zorgen ervoor dat er slimme metersystemen worden ingevoerd die de actieve participatie van de consumenten aan de markt voor levering van elektriciteit ondersteunen. De invoering van dergelijke metersystemen kan worden onderworpen aan een economische evaluatie op lange termijn van de kosten en baten voor de markt en de individuele consument of aan een onderzoek ter bepaling van welke vorm van slim meten economisch haalbaar en kosteneffectief is en welke termijn haalbaar is voor de distributie ervan.

    Een dergelijke evaluatie vindt uiterlijk plaats op 3 september 2012.

    Onder voorbehoud van deze evaluatie stellen de lidstaten of de bevoegde autoriteit die zij aanwijzen, een tijdschema van maximaal 10 jaar op voor de invoering van slimme metersystemen.

    Wanneer de ingebruikname van slimme meters positief wordt beoordeeld, wordt uiterlijk in 2020 minstens 80 % van de consumenten voorzien van deze slimme meetsystemen.

    De lidstaten of de bevoegde autoriteit die zij aanwijzen waarborgen de interoperabiliteit van dergelijke metersystemen die op hun grondgebied worden ingevoerd en houden rekening met de toepassing van adequate normen en beste praktijken en het belang van de ontwikkeling van de interne markt voor elektriciteit

    .

    B.2.3.1. De ordonnantie van 23 juli 2018 zet ook de richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 « betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG » (hierna : de Richtlijn 2009/73/EG) gedeeltelijk om.

    Artikel 3, lid 8, van die richtlijn bepaalt :

    Teneinde energie-efficiëntie te bevorderen bevelen de lidstaten, of indien de lidstaat hierin voorziet, de regulerende instantie, ten sterkste aan dat aardgasbedrijven het gebruik van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT