Uittreksel uit arrest nr. 139/2020 van 22 oktober 2020 Rolnummer 7098 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 11, 1°

Uittreksel uit arrest nr. 139/2020 van 22 oktober 2020

Rolnummer 7098

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 11, 1°, van de wet van 11 juli 2018 « houdende diverse bepalingen in strafzaken », ingesteld door Isabelle Mattiuz en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 18 januari 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 22 januari 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 11, 1°, van de wet van 11 juli 2018 « houdende diverse bepalingen in strafzaken » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2018) door Isabelle Mattiuz, Caroline Van Coppenolle, Caroline Mertens, Hilde Lefevre, Virginie Polet en Pierre Hubaux, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Joassart, advocaat bij de balie te Brussel.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan

    B.1. Artikel 11, 1°, van de wet van 11 juli 2018 « houdende diverse bepalingen in strafzaken » (hierna : de wet van 11 juli 2018) bepaalt :

    In artikel 196ter van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 mei 2006 en gewijzigd bij de wetten van 5 mei 2014 en 4 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende :

    ' De benoeming tot werkend assessor in de strafuitvoeringsrechtbank wordt, voor de opening van het recht en de berekening van het pensioen, gelijkgesteld met een vaste benoeming. Voor de berekening van het rustpensioen worden de in die hoedanigheid gepresteerde diensten in aanmerking genomen naar rata van 1/60 per jaar dienst. '

    .

    B.2.1. Bij de voormelde bepaling wordt artikel 196ter van het Gerechtelijk Wetboek aangevuld, waarin onder meer de voorwaarden worden geregeld voor de benoeming in het ambt van assessor in de strafuitvoeringsrechtbank.

    Artikel 46 van de wet van 4 mei 2016 « houdende internering en diverse bepalingen inzake Justitie » heeft artikel 196ter van het Gerechtelijk Wetboek een eerste maal gewijzigd door, in paragraaf 2 ervan, te bepalen dat het ambt van werkend assessor in de strafuitvoeringsrechtbank voltijds wordt uitgeoefend en dat de benoeming in de hoedanigheid van assessor geldt voor een periode van een jaar, die een eerste maal voor een periode van drie jaar en vervolgens telkens voor een periode van vier jaar kan worden verlengd, na evaluatie.

    Door die eerste wijziging kan een assessor in de strafuitvoeringsrechtbank voortaan onbeperkt worden benoemd tot het einde van zijn beroepsloopbaan.

    Vanuit het oogpunt van de opening van het recht op het pensioen en van de berekening ervan had de voormelde wet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT