Uittreksel uit arrest nr. 152/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7253 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 « tot

Uittreksel uit arrest nr. 152/2020 van 19 november 2020

Rolnummer 7253

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van het hoger onderwijs » (invoeging van een artikel II.395 in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs), ingesteld door de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter A. Alen,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 september 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 september 2019, heeft de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. F. Judo en Mr. T. Souverijns, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van het hoger onderwijs », bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 maart 2019 (invoeging van een artikel II.395 in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de afstand door een tussenkomende partij

    B.1. Bij op 8 oktober 2020 ter post aangetekende brief heeft de vzw « Thomas More Mechelen-Antwerpen », tussenkomende partij, het Hof laten weten dat zij afstand wenst te doen van haar tussenkomst in de onderhavige zaak.

    Aangezien te dezen niets zich ertegen verzet, wijst het Hof de afstand toe.

    Ten aanzien van de bestreden bepaling

    B.2. De verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van het hoger onderwijs » (hierna : het decreet van 1 maart 2019) in zoverre het een artikel II.395, § 2, van de Codex Hoger Onderwijs invoegt. Het bestreden artikel verleent, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2019, aan de vzw « Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen » (hierna : de Karel de Grote Hogeschool) de mogelijkheid om vanaf het academiejaar 2019-2020 een aanbod van graduaatsopleidingen op te starten.

    B.3.1. Ingevolge de aanbeveling van 8 juli 2010 van het Vlaams Parlement diende de eindverantwoordelijkheid voor de hogere beroepsopleidingen (hierna : hbo5-opleidingen) die door de centra voor volwassenenonderwijs (hierna : de CVO's) werden aangeboden, uitsluitend bij de hogescholen te liggen. Die doelstelling is geleidelijk gerealiseerd door eerst samenwerkingsverbanden te sluiten tussen CVO's en hogescholen (decreet van 12 juli 2013 « betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen ») en tegen het academiejaar 2019-2020 hbo5-opleidingen als graduaatsopleidingen op een structurele wijze te integreren in de hogescholen.

    Het decreet van 4 mei 2018 « betreffende de uitbouw van de graduaatsopleidingen binnen de hogescholen en de versterking van de lerarenopleidingen binnen de hogescholen en universiteiten » (hierna : het decreet van 4 mei 2018) heeft die structurele inbedding decretaal gerealiseerd. Naar aanleiding van de overdracht van hbo5-opleidingen moeten de hogeschool en het CVO een overeenkomst sluiten waarin op zijn minst afspraken worden gemaakt over de overdracht, de terbeschikkingstelling en het gebruik van infrastructuur en onroerende goederen en over financiële aangelegenheden. Hogescholen die hbo5-opleidingen wensen aan te bieden, moeten intentieverklaringen en integratieovereenkomsten met één of meer CVO's afsluiten; zij moeten ook alle opleidingen van het betrokken CVO overnemen. De overdracht betekent niet alleen een overname van de onderwijsbevoegdheid van het betrokken CVO, maar ook van diens financiën en diens personeel. De verplichting om de onderwijsbevoegdheid van een CVO over te nemen, indien een hogeschool een hbo5-opleiding wenst aan te bieden, geldt voor elke hogeschool.

    Het decreet van 4 mei 2018 steunt op een duidelijke filosofie. Om een vlotte overgang te verzekeren van CVO's naar hogescholen, werd beslist dat in het eerste jaar die opleidingen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT