Uittreksel uit arrest nr. 21/2020 van 6 februari 2020 Rolnummer 7290 In zake: de vordering tot gedeeltelijke schorsing van het decreet van het Vlaamse Gewest van 3 mei 2019 « houdende de

Uittreksel uit arrest nr. 21/2020 van 6 februari 2020

Rolnummer 7290

In zake: de vordering tot gedeeltelijke schorsing van het decreet van het Vlaamse Gewest van 3 mei 2019 « houdende de gemeentewegen », ingesteld door Hilde Vertommen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de vordering en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 12 november 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 15 november 2019, heeft Hilde Vertommen, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Pattyn, advocaat bij de balie van West-Vlaanderen, een vordering tot gedeeltelijke schorsing ingesteld van het decreet van het Vlaamse Gewest van 3 mei 2019 « houdende de gemeentewegen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 augustus 2019).

    Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de gedeeltelijke vernietiging van hetzelfde decreet.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de omvang van het beroep tot vernietiging en van de vordering tot schorsing

    B.1.1. De Vlaamse Regering betwist de ontvankelijkheid van het middel, bij gebrek aan uiteenzetting.

    B.1.2. Het Hof moet de omvang van het beroep tot vernietiging - en dus van de vordering tot schorsing - vaststellen uitgaande van de inhoud van het verzoekschrift en in het bijzonder op basis van de uiteenzetting van de middelen. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de bepalingen waartegen middelen zijn gericht.

    B.1.3. Uit de uiteenzetting van het middel blijkt dat de grieven van de verzoekende partij enkel betrekking hebben op de artikelen 2, 11° en 12°, 25, § 2, 26, § § 2 en 3, en 28 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 3 mei 2019 « houdende de gemeentewegen » (hierna : het decreet van 3 mei 2019). Het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing zijn bijgevolg onontvankelijk in zoverre zij zijn gericht tegen de overige bepalingen van het decreet van 3 mei 2019.

    Ten aanzien van het belang

    B.2.1. De Vlaamse Regering betwist het belang van de verzoekende partij.

    B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.

    B.2.3. Uit het verzoekschrift blijkt dat de verzoekende partij reeds gedurende enkele jaren is betrokken in een juridisch conflict met de gemeente Zuienkerke omtrent de wijziging van een gemeenteweg. Bijgevolg doet de verzoekende partij blijken van een belang bij haar beroep.

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.3.1. Het decreet van 3 mei 2019 voert een uniform juridisch statuut in voor alle wegen waarvan de gemeente de beheerder is. De decreetgever heeft de bedoeling om de versnipperde bestaande regelgeving inzake gemeentewegen te harmoniseren en te moderniseren :

    De volgende uitgangspunten vormen de basis voor het decreet houdende de gemeentewegen :

    1° vereenvoudigde procedures, met maximale inschakeling van bestaande instrumenten;

    2° administratieve lastenverlaging;

    3° de subsidiariteit;

    4° duidelijkheid en rechtszekerheid;

    5° voldoende inspraak- en beroepsmogelijkheden voor derden.

    Het decretale initiatief past bijgevolg ook in het kader van de modernisering van het instrumentarium en van een efficiëntere overheid. Procedures moeten vereenvoudigd worden zonder de rechtszekerheid in het gedrang te brengen. De administratieve lasten worden afgebouwd, zowel voor de overheid als voor de burger

    (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, nr. 1847/1, pp. 7-8).

    B.3.2. Krachtens artikel 4 van het decreet moet bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet minimaal rekening worden gehouden met de volgende principes :

    1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

    2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT