Uittreksel uit arrest nr. 195/2019 van 5 december 2019 Rolnummer 6910 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 3 en 120 van het decreet van het Waalse Gewest van 8 februari 2018 «

Uittreksel uit arrest nr. 195/2019 van 5 december 2019

Rolnummer 6910

In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 3 en 120 van het decreet van het Waalse Gewest van 8 februari 2018 « betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen », ingesteld door Nicolas Deswysen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus rechter E. Derycke, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 24 april 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 april 2018, heeft Nicolas Deswysen beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3 en 120 van het decreet van het Waalse Gewest van 8 februari 2018 « betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 maart 2018).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van het onderwerp van het beroep

    B.1.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen de artikelen 3 en 120 van het decreet van het Waalse Gewest van 8 februari 2018 « betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen » (hierna : het decreet van 8 februari 2018). Wat die tweede bepaling betreft, blijkt uit het verzoekschrift en uit de uiteenzetting van het enige middel dat het beroep alleen betrekking heeft op het eerste lid ervan.

    De artikelen 3 en 120, eerste lid, van het decreet van 8 februari 2018 bepalen :

    Art. 3. Behalve uitdrukkelijk voorziene uitzondering is dit decreet van toepassing op de rechtgevende kinderen geboren vanaf de datum bepaald door de Regering krachtens artikel 136, eerste lid

    .

    Art. 120. De algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (AKBW) en de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag worden opgeheven op de door de Regering bepaalde datum bedoeld in artikel 136, § 1, met uitzondering van de artikelen 40 tot 50septies, 52 tot 55 en 56ter tot 76bis van de algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (AKBW) die na deze datum van toepassing blijven voor de kinderen geboren uiterlijk de dag voor bedoelde datum die door de Regering is bepaald

    .

    B.1.2. Het voormelde artikel 120 is gewijzigd bij artikel 13 van het decreet van het Waalse Gewest van 20 december 2018 « tot wijziging van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen » (hierna : het decreet van 20 december 2018), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 2 januari 2019, dat bepaalt :

    In artikel 120 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :

    ' De algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (AKBW) en de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag worden opgeheven op de door de Regering bepaalde datum bedoeld in artikel 136, eerste lid, met uitzondering van de artikelen 40 tot 50septies, 52 tot 55, en 56bis, § 2, tot 64, 66, 70, 70bis, leden 1 tot 3, en lid 4, tweede zin, en 70ter tot 76bis, van de algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (AKBW) die van toepassing blijven voor de kinderen geboren uiterlijk de dag voor de datum die door de Regering is bepaald krachtens artikel 136, tweede lid, en die een recht openen op gezinsbijslagen op basis van de criteria bepaald bij artikel 4 van dit decreet. ';

    2° in het tweede lid, worden de woorden ', voor zover de aangewezen bijslagtrekkende de in artikel 21 van dit decreet bepaalde voorwaarden naleeft, ' ingevoegd tussen de woorden ' worden gehandhaafd ' en de woorden ' totdat een nieuw element ';

    3° in het derde lid worden de woorden ' of in geval van handhaving ervan overeenkomstig artikel 22, § 1, zevende lid, ' ingevoegd tussen de woorden ' Indien het ouderlijk gezag gezamenlijk wordt uitgeoefend ' en de woorden ' wordt de bloedverwant die geen deel uitmaakt '

    .

    Die wijziging is in werking getreden op 1 januari 2019, overeenkomstig artikel 20 van het decreet van 20 december 2018.

    B.1.3. Volgens artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2018 « tot uitvoering van artikel 136 van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen », bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 14 januari 2019, zijn de artikelen 3 en 120 van het decreet van 8 februari 2018 in werking getreden op 1 januari 2019.

    B.1.4. Wegens de in B.1.2 vermelde wijziging wordt het beroep in beginsel zonder voorwerp in zoverre het is gericht tegen artikel 120, eerste lid, van het decreet van 8 februari 2018.

    B.2.1. In haar aanvullende memorie vraagt de verzoekende partij het beroep tot vernietiging uit te breiden tot artikel 13, 1°, van het decreet van 20 december 2018 en bijgevolg tot artikel 120, eerste lid, van het decreet van 8 februari 2018, zoals vervangen bij die bepaling. Zij wil overigens, voor zover nodig, bij wege van haar memorie een nieuw beroep instellen tegen artikel 120, eerste lid, van het decreet van 8 februari 2018, zoals vervangen bij artikel 13, 1°, van het decreet van 20 december 2018.

    B.2.2. Het Hof dient zijn onderzoek te beperken tot de bepalingen waarvan de vernietiging in het verzoekschrift is gevorderd. De uitbreiding van het beroep, zoals gevraagd door de verzoekende partij in de aanvullende memorie, tot een bepaling die niet in het verzoekschrift wordt bestreden, is derhalve niet ontvankelijk.

    Een aanvullende memorie, gericht aan het Hof in het kader van een zaak ingeschreven op de rol van het Hof onder een bepaald nummer, is overigens geen verzoekschrift in de zin van artikel 5 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en vormt dus geen nieuw beroep tot vernietiging.

    B.2.3. Tegen artikel 13 van het decreet van 20 december 2018 is geen enkel beroep tot vernietiging ingesteld. Hieruit vloeit voort dat het onderhavige beroep, in zoverre het betrekking heeft op artikel 120, eerste lid, van het decreet van 8 februari 2018, definitief zonder voorwerp is geworden.

    B.2.4. Het Hof beperkt zich dus ertoe het beroep te onderzoeken in zoverre het is gericht tegen artikel 3 van het decreet van 8 februari 2018. Om de draagwijdte van die bepaling te beoordelen, houdt het Hof niettemin rekening met het decreet van 20 december 2018.

    Ten aanzien van artikel 3 van het decreet van 8 februari 2018 en de context ervan

    B.3. Het decreet van 8 februari 2018 voert een nieuw model voor gezinsbijslagen in. In tegenstelling tot het vroegere model beoogt het nieuwe « eenvoudig en transparant » te zijn (Parl. St., Waals Parlement, 2017-2018, nr. 989/1, p. 5). Het gaat erom het model van de gezinsbijslagen aan te passen aan de evolutie van het gezinsmodel en een gelijkheid tot stand te brengen tussen de kinderen, ongeacht hun rang binnen het gezin, waarbij tegelijk de billijkheid en de solidariteit worden bevorderd (ibid., pp. 5-6). De kinderbijslag strekt niet langer ertoe geboorten aan te moedigen, in het kader van een geboortebeleid, maar vormt voortaan een regeling ter ondersteuning van het ouderschap, teneinde de personen die ervoor hebben gekozen kinderen te hebben, toe te laten in waardige omstandigheden te leven (ibid., p. 11).

    B.4.1. In het vroegere model is het bedrag van de maandelijkse basisbijslag progressief volgens de rang van het betrokken kind in het gezin. Aldus bepaalt artikel 40 van de algemene kinderbijslagwet van 19 december 1939 (hierna : AKBW) :

    De kinderbijslagfondsen, alsook de in artikel 18 bedoelde overheden en openbare instellingen, verlenen ten behoeve van de rechtgevende kinderen een maandelijkse bijslag van :

    1° 68,42 EUR voor het eerste kind;

    2° 126,60 EUR voor het tweede kind;

    3° 189,02 EUR voor het derde kind en voor elk volgend kind

    .

    Vanaf 1 september 2018 zijn die bedragen respectievelijk vastgesteld op 95,80 euro voor het eerste kind, 177,27 euro voor het tweede kind en 264,67 euro voor het derde kind en elk daaropvolgend kind (zie officieel bericht van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Belgisch Staatsblad, 11 oktober 2018).

    Het begrip rang binnen het gezin en het dienovereenkomstige progressieve karakter van de bedragen van de uitbetaalde bijslag gaan, volgens het verslag aan de Koning dat het koninklijk besluit van 21 april 1997 « houdende sommige bepalingen betreffende de gezinsbijslag ter uitvoering van artikel 21 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels » voorafgaat, uit van « het beginsel dat de te dragen last door het gezin vergroot volgens de omvang » (Belgisch Staatsblad, 30 april 1997, p. 10514).

    B.4.2. Krachtens artikel 42, § 1, van de AKBW wordt de rang van het kind bepaald rekening houdend met de volgorde van de geboorten van de rechtgevende kinderen. De kinderbijslag wordt toegekend rekening houdend met het aantal rechtgevende kinderen, wanneer die wordt uitgekeerd aan een of, in bepaalde omstandigheden, meer bijslagtrekkenden in hetzelfde gezin.

    B.4.3. Artikel 44 van de AKBW voorziet in leeftijdsbijslagen die met name worden berekend volgens de leeftijd van het rechtgevende kind en zijn rang. Dat artikel bepaalt :

    § 1. Het bedrag vermeld in artikel 40, 1° wordt voor een kind dat niet rechtgevend is op een bijslag bedoeld in artikel 41, 42bis, 47 of 50ter verhoogd met een leeftijdsbijslag van :

    1° 11,92 EUR voor een kind van minstens 6 jaar;

    2° 18,15 EUR voor een kind van minstens 12 jaar;

    3°...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT