Uittreksel uit arrest nr. 9/2020 van 16 januari 2020 Rolnummers 6999 en 7055 In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 29 maart 2018 « tot

Uittreksel uit arrest nr. 9/2020 van 16 januari 2020

Rolnummers 6999 en 7055

In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Waalse Gewest van 29 maart 2018 « tot wijziging van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisering met het oog op een sterker bestuur en een sterkere transparantie in de uitvoering van de openbare mandaten in de lokale en bovenlokale structuren en hun filialen », ingesteld door de nv « Integrale » en door de nv « Socofe ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 14 augustus 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 augustus 2018, heeft de nv « Integrale », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Bourtembourg en Mr. F. Belleflamme, advocaten bij de balie te Brussel, en door Mr. J.-P. Lacomble en Mr. S. Pâques, advocaten bij de balie te Luik, een beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het Waalse Gewest van 29 maart 2018 « tot wijziging van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisering met het oog op een sterker bestuur en een sterkere transparantie in de uitvoering van de openbare mandaten in de lokale en bovenlokale structuren en hun filialen » en, in het bijzonder, van de artikelen 7 en 9, 31, 35, 38 tot 41, 44, 45, 47 tot 49, 51 en 52, 62, 67 tot 80 en 82 van dat decreet (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 mei 2018).

      Bij hetzelfde verzoekschrift vorderde de verzoekende partij eveneens de schorsing van dezelfde decreetsbepalingen. Bij het arrest nr. 170/2018 van 29 november 2018, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 januari 2019, heeft het Hof de vordering tot schorsing verworpen.

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 november 2018 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 november 2018, heeft de nv « Socofe », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. X. Remy, Mr. P. De Bock en Mr. N. Tulkens, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 35, 44 en 45 van hetzelfde decreet.

      Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6999 en 7055 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

      (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de afstand van de verzoekende partij in de zaak nr. 7055

    B.1.1. De verzoekende partij in de zaak nr. 7055 verklaart afstand te doen van haar beroep tot vernietiging.

    B.1.2. Niets verzet zich te dezen ertegen dat het Hof de afstand toewijst.

    Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep in de zaak nr. 6999

    B.2.1. De verzoekende partij is een « maatschappij met een significante lokale overheidsparticipatie » in de zin van artikel L5111-1, eerste lid, 10°, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, dat is ingevoerd bij artikel 47 van het decreet van het Waalse Gewest van 29 maart 2018 « tot wijziging van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisering met het oog op een sterker bestuur en een sterkere transparantie in de uitvoering van de openbare mandaten in de lokale en bovenlokale structuren en hun filialen » (hierna : het bestreden decreet). Alle bij het bestreden decreet ingevoegde bepalingen die betrekking hebben op de maatschappijen met een significante lokale overheidsparticipatie zijn bijgevolg op haar van toepassing.

    B.2.2. In tegenstelling tot hetgeen de Waalse Regering betoogt, kunnen de bepalingen die zij bestrijdt haar situatie rechtstreeks en ongunstig raken in zoverre die bepalingen extra controles instellen op de beslissingen die zij neemt en op de handelingen die zij stelt en in zoverre zij haar verplichtingen opleggen in haar relaties met de leden van haar raad van bestuur alsook op het vlak van aanwerving en beheer van haar leidinggevend personeel.

    B.2.3. Hoewel de bestreden bepalingen tot doel of tot gevolg hebben de conformiteit van de akten en beslissingen van de verzoekende partij met de wettigheid, met het belang van de vennootschap en met het algemeen belang te verzekeren, zodat zij een gunstige invloed zouden kunnen hebben op haar situatie, leggen die bepalingen haar niettemin verplichtingen en extra controles op ten opzichte van die welke voordien bestonden. De verzoekende partij heeft dus een belang om de vernietiging ervan te vorderen.

    B.2.4. Bij een brief van 6 januari 2020 heeft de Waalse Regering om de heropening van de debatten verzocht, daar het Waals Parlement op 19 december 2019 nieuwe decretale bepalingen heeft goedgekeurd en die nieuwe elementen volgens haar volstaan om « de ontstentenis van belang van de verzoekende partij aan te tonen ».

    De nieuwe decretale bepalingen waarnaar in dat schrijven wordt verwezen, hebben, volgens de door het Waals Parlement op 19 december 2019 goedgekeurde tekst, uitwerking op diezelfde dag of, voor één daarvan, op 1 januari 2019. Daar de bestreden bepalingen rechtsgevolgen konden hebben vóór de wijziging ervan bij de inwerkingtreding van de bepalingen die het Waals Parlement op 19 december 2019 heeft goedgekeurd, heeft de verzoekende partij belang erbij de vernietiging ervan te vorderen.

    Overigens, zoals de Waalse Regering erkent in haar brief van 6 januari 2020, zijn « die nieuwe elementen reeds in hoofdzaak ter sprake gebracht tijdens de pleitzitting », zodat de partijen in staat waren hieromtrent uitleg te geven.

    Er dient niet te worden ingegaan op het verzoek om de debatten te heropenen.

    B.2.5. Het beroep is ontvankelijk.

    Ten aanzien van het verzoek om een juridisch advies over te leggen

    B.3.1. In haar verzoekschrift tot vernietiging vraagt de verzoekende partij het Hof de overlegging te bevelen, door de Waalse Regering, van een juridisch advies dat aan de Regering werd verstrekt en dat werd vermeld tijdens de parlementaire voorbereiding van het bestreden decreet (Parl. St., Waals Parlement, 2017-2018, 15 maart 2018, CRIC, nr. 112, pp. 13, 18 en 22).

    B.3.2. Juridische adviezen die door een regering worden gevraagd bij de totstandkoming van een voorontwerp van decreet, zijn geen « regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten » (artikel 1, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof). Zij zijn dan ook niet van aard om het Hof, bij zijn toetsing van het bestreden decreet aan de bevoegdheidverdelende regels, op enigerlei wijze te kunnen binden.

    Er dient niet te worden ingegaan op de vraag van de verzoekende partij.

    Ten aanzien van de definitie van het begrip « maatschappij met een significante lokale overheidsparticipatie »

    B.4.1. Het eerste middel beoogt het bestreden decreet in zoverre het « zijn toepassingsgebied uitbreidt tot elke maatschappij met een significante lokale overheidsparticipatie », zoals gedefinieerd bij artikel 47 van het bestreden decreet, dat artikel L5111-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie vervangt.

    Artikel 47 van het bestreden decreet voegt in die bepaling een 10° in dat de « maatschappij met een significante lokale overheidsparticipatie » als volgt definieert :

    Maatschappij met een significante lokale overheidsparticipatie : maatschappij die aan volgende criteria beantwoordt :

    a) een maatschappij naar Belgisch recht zijn of waarvan een bedrijfszetel in België is gevestigd;

    b) geen intercommunale zijn, noch een vereniging van overheden bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, een gemeente- of provinciebedrijf, een gemeentelijke of een provinciale vzw, een projectvereniging, een huisvestingsmaatschappij, een een organisme bedoeld in artikel 3 van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder of in het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

    c) en waarin één of meerdere gemeenten, provincies, OCMW's, intercommunales, zelfstandige gemeente- of provinciebedrijven, projectverenigingen, verenigingen van overheden bedoeld in artikel 118 van de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, huisvestingsmaatschappijen, of rechtspersoon of feitelijke vereniging waarbij meerdere voornoemde overheden aangesloten zijn, alleen of samen met het Waalse Gewest, een organisme bedoeld in artikel 3, § 1 tot 7, lid 1, van het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder of in het decreet van 12 februari 2004 betreffende het statuut van de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet, een kapitaalparticipatie in handen hebben die meer bedraagt dan vijftig percent van het kapitaal; of meer dan vijftig percent van de leden van het voornaamste bestuursorgaan aanwijzen.

    [...]

    .

    Er staat een soortgelijke definitie in artikel L1532-5 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, vervangen bij artikel 35 van het bestreden decreet, dat de raad van bestuur van de vennootschappen die het beoogt, namelijk filialen van intercommunales of vennootschappen waarin een intercommunale een rechtstreekse of onrechtstreekse participatie bezit, onderwerpt aan de verplichting om bepaalde beslissingen die hij overweegt te nemen, voor eensluidend advies aan de intercommunale over te maken.

    B.4.2. Het middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 4 en 5 van de Grondwet en van artikel 6, § 1, VIII, van artikel 7 en van artikel 19 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. De verzoekende partij bekritiseert de definitie van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT