Uittreksel uit arrest nr. 136/2019 van 17 oktober 2019 Rolnummer 6742 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 10 maart 2017 « tot wijziging van artikel 92

Uittreksel uit arrest nr. 136/2019 van 17 oktober 2019

Rolnummer 6742

In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 10 maart 2017 « tot wijziging van artikel 92, 93, 95, 98 en 102bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode », ingesteld door de vzw « Association de Promotion des Droits Humains et des Minorités ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 oktober 2017 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 11 oktober 2017, heeft de vzw « Association de Promotion des Droits Humains et des Minorités », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Sohier, advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het Vlaamse Gewest van 10 maart 2017 « tot wijziging van artikel 92, 93, 95, 98 en 102bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 april 2017).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan

    B.1. Uit de in het verzoekschrift vervatte uiteenzetting van de middelen blijkt dat het onderwerp van het beroep beperkt is tot artikel 2, 1°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 10 maart 2017 « tot wijziging van artikel 92, 93, 95, 98 en 102bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode ».

    Die bepaling vervangt het 6° en het 7° van artikel 92, § 3, eerste lid, van het decreet van 15 juli 1997 « houdende de Vlaamse Wooncode » (hierna : de Vlaamse Wooncode).

    B.2.1. Artikel 92, § 3, eerste lid, 6° en 7°, van de Vlaamse Wooncode, zoals vervangen bij artikel 6 van het decreet van 15 december 2006 « houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode », bepaalde :

    De huurder van een sociale huurwoning leeft de volgende verplichtingen na :

    [...]

    6° voor zover de huurder een sociale woning betrekt, die niet gelegen is in een rand- of taalgrensgemeente zoals vermeld in de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, de bereidheid tonen om Nederlands aan te leren. Bij het aanleren van het Nederlands wordt er gestreefd naar een niveau dat overeenkomt met de richtwaarde A.1. van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels om die bereidheid vast te stellen. Diegenen die kunnen aantonen reeds aan die richtwaarde voor het Nederlands te voldoen, worden onder de door de Vlaamse Regering te bepalen voorwaarden vrijgesteld. De Vlaamse Regering duidt tevens de categorieën van personen aan die worden vrijgesteld van die verplichting. In ieder geval wordt de persoon die aan de hand van een medisch attest aantoont dat hij ernstig ziek is of een mentale of fysieke handicap heeft, wat het halen van de richtwaarde A.1. blijvend onmogelijk maakt, vrijgesteld van die verplichting;

    7° voor zover de huurder een sociale woning, gelegen in een rand- of taalgrensgemeente, zoals vermeld in de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, betrekt, zonder afbreuk te doen aan de taalfaciliteiten, de bereidheid tonen om Nederlands aan te leren. Bij het aanleren van het Nederlands wordt er gestreefd naar een niveau dat overeenkomt met de richtwaarde A.1. van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels om die bereidheid vast te stellen. Diegenen die kunnen aantonen reeds aan die richtwaarde voor het Nederlands te voldoen, worden onder de door de Vlaamse Regering te bepalen voorwaarden vrijgesteld. De Vlaamse Regering duidt tevens de categorieën van personen aan die worden vrijgesteld van die verplichting. In ieder geval wordt de persoon die aan de hand van een medisch attest aantoont dat hij ernstig ziek is of een mentale of fysieke handicap heeft, wat het halen van de richtwaarde A.1. blijvend onmogelijk maakt, vrijgesteld van die verplichting;

    .

    B.2.2. Bij zijn arrest nr. 101/2008 van 10 juli 2008 heeft het Hof beroepen tot vernietiging die waren gericht tegen artikel 6 van het decreet van 15 december 2006 verworpen « onder voorbehoud dat de verplichting ' de bereidheid [te] tonen om Nederlands aan te leren ' en de sancties die eraan zijn verbonden, in die zin worden geïnterpreteerd dat zij niet van toepassing zijn op de kandidaat-huurders of huurders van in het [...] decreet [van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode] bedoelde sociale woningen die zijn gelegen in de rand- en taalgrensgemeenten, en die de taalfaciliteiten wensen te genieten ».

    B.2.3. Bij artikel 2, 1°, van het decreet van 10 maart 2017 worden het 6° en het 7° van artikel 92, § 3, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode vervangen door de volgende tekst :

    6° voor zover de huurder een sociale woning betrekt, die niet gelegen is in een rand- of taalgrensgemeente als vermeld in de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, over een taalvaardigheid van het Nederlands beschikken die overeenstemt met niveau A1 van het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen. De Vlaamse Regering bepaalt vanaf wanneer de huurder aan de verplichting moet voldoen en de wijze waarop de taalvaardigheid wordt vastgesteld;

    7° voor zover de huurder een sociale woning betrekt, gelegen in een rand- of taalgrensgemeente als vermeld in de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, zonder afbreuk te doen aan de taalfaciliteiten, over een taalvaardigheid van het Nederlands beschikken die overeenstemt met niveau A1 van het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen. De Vlaamse Regering bepaalt vanaf wanneer de huurder aan de verplichting moet voldoen en de wijze waarop de taalvaardigheid wordt vastgesteld;

    .

    B.2.4. Artikel 2, 1°, van het decreet van 10 maart 2017 is in werking getreden op 1 november 2017 (artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2017 « tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode »).

    Ten aanzien van het belang om de vernietiging van de bestreden bepalingen te vorderen

    B.3.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt; bijgevolg is de actio popularis niet toelaatbaar.

    B.3.2. Wanneer een vereniging zonder winstoogmerk die niet haar persoonlijk belang aanvoert, voor het Hof optreedt, is vereist dat haar statutair doel van bijzondere aard is en, derhalve, onderscheiden van het algemeen belang; dat zij een collectief belang verdedigt; dat haar doel door de bestreden norm kan worden geraakt; dat ten slotte niet blijkt dat dit doel niet of niet meer werkelijk wordt nagestreefd.

    B.4. De « Association de Promotion des Droits Humains et des Minorités » is een vereniging zonder winstoogmerk waarvan het doel onder andere erin bestaat « de mensenrechten te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT