Uittreksel uit arrest nr. 49/2018 van 26 april 2018 Rolnummer 6556 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2, 3°

Uittreksel uit arrest nr. 49/2018 van 26 april 2018

Rolnummer 6556

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 2, 3°, van de wet van 26 mei 2016 tot wijziging van artikel 194ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende het Tax Shelter stelsel ten gunste van audiovisuele werken, ingesteld door de nv « Woestijnvis ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter E. De Groot,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 december 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 december 2016, heeft de nv « Woestijnvis », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Smet en Mr. I. Panis, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 2, 3°, van de wet van 26 mei 2016 tot wijziging van artikel 194ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende het Tax Shelter stelsel ten gunste van audiovisuele werken (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 juni 2016).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan

    B.1.1. De verzoekende partij, de nv « Woestijnvis », vordert de vernietiging van artikel 2, 3°, van de wet van 26 mei 2016 « tot wijziging van artikel 194ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende het Tax Shelter-stelsel ten gunste van audiovisuele werken ».

    Artikel 2, 3°, van de wet van 26 mei 2016 bepaalt :

    In artikel 194ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij de wet van 12 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    [...]

    3° paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt aangevuld met een lid, luidende :

    ' Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een met Belgische of buitenlandse televisieomroepen verbonden onderneming beschouwd, de onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, maar die zich ertoe verbindt om geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het Tax Shelter stelsel voor de productie van een in aanmerking komend werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de in aanmerking komende productievennootschap zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de in aanmerking komende investeerder als ten aanzien van de federale overheid; '

    .

    B.1.2. Artikel 194ter, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), bepaalt :

    in aanmerking komende productievennootschap : de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een met Belgische of buitenlandse televisieomroepen verbonden onderneming beschouwd, de onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, maar die zich ertoe verbindt om geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het Tax Shelter stelsel voor de productie van een in aanmerking komend werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de in aanmerking komende productievennootschap zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de in aanmerking komende investeerder als ten aanzien van de federale overheid

    .

    Derhalve worden die productievennootschappen thans beschouwd als productievennootschappen waarin, volgens de principes van het Tax Shelter-stelsel, kan worden geïnvesteerd.

    B.2.1. Het Tax Shelter-stelsel is door artikel 128 van de programmawet van 2 augustus 2002 in titel III (« Vennootschapsbelasting »), hoofdstuk II (« Grondslag van de belasting »), afdeling III (« Vrijgestelde inkomsten »), van het WIB 1992 ingevoerd in een onderafdeling IV (« Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van audiovisueel werk »).

    Volgens de parlementaire voorbereiding werd door de invoering van het Tax Shelter-stelsel « de bevordering van de Belgische productie van audiovisuele en cinematografische werken en ook de realisatie van het Belgisch creatief potentieel » beoogd (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1823/001, p. 57) :

    De activiteit van de productie van audiovisuele en cinematografische werken [is] een sector die ontwikkeld moet worden omdat ze werkgelegenheid schept. De ontwikkeling van de sector van de realisatie van audiovisuele en cinematografische werken kan dus concreet een directe positieve weerslag hebben, in termen van het scheppen van werkgelegenheid, in verschillende activiteitensectoren

    (ibid.).

    Het Tax Shelter-stelsel betreft een stelsel dat de winsten fiscaal vrijstelt van ondernemingen die via een met een erkende productievennootschap gesloten raamovereenkomst investeren in de productie van een audiovisueel werk (ibid.).

    B.2.2. Op vraag van de productievennootschappen werd initieel beslist die belastingvrijstelling enkel toe te kennen aan binnenlandse vennootschappen, die geen televisieomroep zijn alsook geen vennootschap zijn verbonden met een televisieomroep. De reden daarvoor was dat « wat de financiering van de productie van audiovisuele werken [betrof], [...] televisieomroepen reeds in ruime mate aan hun trekken [kwamen] op grond van de voor hen op nationaal en op Europees vlak geldende quotaregeling inzake de investering in Europese en zelfstandige producties » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0730/001, p. 5).

    Ingevolge artikel 2 van de wet van 17 mei 2004 « tot wijziging van artikel 194ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de tax shelter-regeling ten gunste van de audiovisuele productie » werd artikel 194ter van het WIB 1992 echter gewijzigd, teneinde « de uitsluiting [als investeerder] van de met de televisieomroepen verbonden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT