Uittreksel uit arrest nr. 62/2018 van 31 mei 2018 Rolnummers 6415

Uittreksel uit arrest nr. 62/2018 van 31 mei 2018

Rolnummers 6415, 6416 en 6417

In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, ingesteld door de « Ordre des barreaux francophones et germanophone », door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Matthys en door de vzw « Association Syndicale des Magistrats » en de vzw « Syndicat des Avocats pour la Démocratie ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 april 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 april 2016, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 9, 14, 25, 27 (en, voor zover als nodig, de artikelen 22, 23, 24 en 26), 32 tot 40, 57, 58, 63, 68 en 70 van de wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2015) door de « Ordre des barreaux francophones et germanophone », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Lagasse, Mr. D. Bracke en Mr. G. Ninane, advocaten bij de balie te Brussel.

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 april 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 25 april 2016, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 9 en 40 van dezelfde wet door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Matthys, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. S. Boullart, advocaat bij de balie te Gent.

    3. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 april 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 april 2016, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 19, 20, 41 tot 44, 46, 55 tot 58 en 63 van dezelfde wet door de vzw « Association Syndicale des Magistrats » en de vzw « Syndicat des Avocats pour la Démocratie », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. V. Letellier en Mr. A. Schaus, advocaten bij de balie te Brussel.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6415, 6416 en 6417 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De beroepen tot vernietiging zijn gericht tegen de wet van 19 oktober 2015 « houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie » (hierna : wet van 19 oktober 2015).

    De wet van 19 oktober 2015 (de zogenaamde « Potpourri I-wet ») vormt de eerste van een reeks van « concrete maatregelen ter uitvoering van het justitieplan » :

    Het eerste ontwerp beoogt de burgerlijke rechtspleging aan te passen aan de noden van de tijd, zodanig dat de procedures sneller en efficiënter verlopen zonder dat de kwaliteit van de rechtsbedeling vermindert.

    Er worden aldus verschillende wijzigingen aangebracht aan diverse wetten, met het oog op een vereenvoudigde procedure, zonder ook maar enigszins afbreuk te doen aan de rechten van de partijen, maar wel vanuit de idee dat de procedure geen doel op zich uitmaakt.

    Daarnaast bevat dit ontwerp ook een aantal dringende diverse wijzigingen inzake rechterlijke organisatie en strafprocedure

    (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1219/001, p. 4).

    B.2.1. Het beroep tot vernietiging in de zaak nr. 6415, dat is ingesteld door de « Ordre des barreaux francophones et germanophone » (OBFG), is gericht tegen de artikelen 9, 14, 25 en 27 (en, voor zover als nodig, de artikelen 22, 23, 24 en 26), 32 tot 40, 57, 58, 63, 68 en 70 van de wet van 19 oktober 2015.

    Het beroep tot vernietiging in de zaak nr. 6416, dat is ingesteld door de Orde van Vlaamse balies (OVB) en door een advocaat, is gericht tegen de artikelen 9 en 40 van de wet van 19 oktober 2015.

    Het beroep tot vernietiging in de zaak nr. 6417, dat is ingesteld door de « Association syndicale des magistrats » (ASM) en de « Syndicat des avocats pour la démocratie » (SAD), is gericht tegen de artikelen 19, 20, 41 tot 44, 46, 55 tot 58, 63 en 64 van de wet van 19 oktober 2015.

    B.2.2. De bestreden artikelen bepalen :

    Art. 9. In artikel 519, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014, wordt een bepaling onder 1°bis ingevoegd, luidende :

    ' 1°bis. het invorderen van onbetwiste geldschulden overeenkomstig hoofdstuk Iquinquies van de eerste titel van het vijfde deel; '

    Art. 14. In artikel 764 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 3 augustus 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° het tweede lid wordt vervangen als volgt :

    ' Het openbaar ministerie kan zich alle andere zaken laten meedelen wanneer het zulks dienstig acht. Met uitzondering van de in artikel 138bis, § 2, eerste lid, bedoelde rechtsvordering, kan de rechtbank of het hof de mededeling ook ambtshalve bevelen. '

    2° het artikel wordt aangevuld met drie leden, luidende :

    ' Het openbaar ministerie verleent in de meest aangewezen vorm advies wanneer het zulks dienstig acht.

    In afwijking van het derde lid verleent het openbaar ministerie in de gevallen bedoeld in het eerste lid, 10°, steeds advies wanneer de rechtbank hierom verzoekt.

    Het college van procureurs-generaal geeft richtlijnen in welke zaken bedoeld in het eerste lid advies wordt verstrekt. Deze richtlijnen zijn bindend voor alle leden van het openbaar ministerie. De procureursgeneraal bij de hoven van beroep staan in voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijnen binnen hun rechtsgebied. '.

    Art. 15. Artikel 765/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 12 mei 2014, wordt vervangen als volgt :

    ' Art. 765/1. Voor de zaken betreffende minderjarigen, doen de familierechtbank en de familiekamers van het hof van beroep, op straffe van nietigheid, eerst uitspraak na de zaak te hebben medegedeeld aan het openbaar ministerie en na kennis te hebben genomen van zijn eventueel advies.

    Het openbaar ministerie heeft als opdracht alle relevante informatie op de meest geschikte wijze en met inachtneming van het recht op tegenspraak aan de rechtbank mee te delen.

    Het vierde en vijfde lid van artikel 764 zijn van overeenkomstige toepassing. '.

    Art. 16. Artikel 766 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 14 november 2000 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, wordt vervangen als volgt :

    ' Art. 766. § 1. Wanneer een zaak moet worden medegedeeld krachtens de wet of wanneer het openbaar ministerie om mededeling verzoekt, stelt de griffie het openbaar ministerie in kennis van de datum van de terechtzitting met opgave van de identiteit van de partijen en, in voorkomend geval, de betrokken minderjarigen.

    Wanneer het openbaar ministerie het dienstig acht mondeling advies te verlenen, wordt dit advies uitgebracht op de terechtzitting. Dit wordt vermeld op het zittingsblad.

    Wanneer het openbaar ministerie het dienstig acht schriftelijk advies uit te brengen vóór de terechtzitting, wordt het advies uiterlijk de dag voor de terechtzitting ter griffie neergelegd en meegedeeld aan de advocaat van de partijen of, indien zij geen advocaat hebben, aan de partijen zelf.

    Wanneer het openbaar ministerie het dienstig acht schriftelijk advies uit te brengen na de pleidooien, stelt het de rechter daarvan in kennis vóór de sluiting van de debatten. Het advies wordt neergelegd ter griffie en meegedeeld aan de advocaat van de partijen of, indien zij geen advocaat hebben, aan de partijen zelf uiterlijk op de datum die bepaald wordt door de rechter, waarbij de rechter tevens de datum bepaalt tot wanneer de partijen ter griffie hun conclusies mogen neerleggen om te antwoorden op het advies van het openbaar ministerie.

    Wanneer het openbaar ministerie het niet dienstig acht advies uit te brengen, stelt het de griffie daarvan in kennis uiterlijk de dag voor de terechtzitting.

    § 2. In de andere zaken deelt de rechter die dat wenst de zaak mee aan het openbaar ministerie ten laatste op het ogenblik dat hij de sluiting van de debatten beveelt. Dit wordt op het zittingsblad vermeld. De rechter bepaalt de datum van de terechtzitting waarop het openbaar ministerie zijn eventueel mondeling advies uitbrengt en waarop de partijen kunnen antwoorden op het eventueel mondeling of schriftelijk advies. Een afschrift van het zittingsblad wordt overgezonden aan het openbaar ministerie met de stukken van de procedure binnen achtenveertig uren na de terechtzitting.

    Binnen acht dagen voor de terechtzitting bedoeld in het eerste lid stelt het openbaar ministerie de griffie in kennis van zijn voornemen al dan niet advies uit te brengen en van de vorm waarin dit zal gebeuren. Als het advies schriftelijk wordt gegeven, wordt het binnen dezelfde termijn ter griffie neergelegd en meegedeeld aan de advocaat van de partijen of, indien zij geen advocaat hebben, aan de partijen zelf. '.

    Art. 17. Artikel 767 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 14 november 2000 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, wordt vervangen als volgt :

    ' Art. 767. § 1. Wanneer het eventueel advies van het openbaar ministerie mondeling wordt uitgebracht, worden de partijen die verschijnen onmiddellijk gehoord over hun opmerkingen over dat advies.

    Wanneer het eventueel advies schriftelijk wordt uitgebracht en neergelegd ter griffie vóór de terechtzitting, kunnen de partijen daarop mondeling antwoorden op de terechtzitting of op een latere terechtzitting vastgesteld door de rechter.

    De rechter kan de partij die erom verzoekt evenwel toestemming verlenen om...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT