Uittreksel uit arrest nr. 43/2018 van 29 maart 2018 Rolnummer 6595 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 28, § 1, 3° en 4°, en § 2, en artikel 108, eerste lid, 2°

Uittreksel uit arrest nr. 43/2018 van 29 maart 2018

Rolnummer 6595

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 28, § 1, 3° en 4°, en § 2, en artikel 108, eerste lid, 2°, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, ingesteld door P.M. en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter E. De Groot,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 januari 2017 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 januari 2017, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 28, § 1, 3° en 4°, en § 2, en artikel 108, eerste lid, 2°, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 juli 2016) door P.M., N. G.d.M. en P. V.d.S., bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Vande Casteele, advocaat bij de balie te Antwerpen.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de context van de bestreden bepalingen

    B.1. Uit de wordingsgeschiedenis van de wettelijke bepalingen die de huidige wetgeving inzake overheidsopdrachten voorafgaan, blijkt dat volledige mededinging en transparantie de grondbeginselen zijn voor de aanschaf van diensten door de overheid (Parl. St., Senaat, 1961-1962, nr. 364, pp. 2-3).

    B.2. Aldus werd de openbare aanbesteding de regel bij de aanschaf van diensten door de overheid. Die regel werd in de loop der jaren door de wetgever verzacht door ook in andere plaatsingsprocedures te voorzien (Parl. St., Senaat, 1961-1962, nr. 364, pp. 4-5). Derhalve zijn er thans verschillende procedures en daarmee verbonden voorschriften voor het plaatsen van diensten. Die procedures en voorschriften staan onder een grote invloed van het recht van de Europese Unie.

    B.3. Met het oog op het verwezenlijken van de interne markt heeft de Uniewetgever immers een gemeenschappelijk kader voor de aanschaf van diensten door overheden aangenomen (voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor het verrichten van diensten, COM (90) 372, PB, 31 januari 1991, nr. C 23, pp. 1-25).

    Dat kader heeft tot doel om, enerzijds, het vrij verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening alsmede de daarvan afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling, het discriminatieverbod, wederzijdse erkenning, evenredigheid, onpartijdigheid en transparantie en, anderzijds, de volledige mededinging te waarborgen bij de gunning van overheidsopdrachten (overweging 2 bij de richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 « betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten »; overweging 1 bij de richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 februari 2014 « betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG », hierna : richtlijn 2014/24/EU).

    De procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten op Europees niveau zijn derhalve gecoördineerd om belemmeringen voor de vrijheid van dienstverlening op te heffen en dus om de belangen te beschermen van in een lidstaat gevestigde marktdeelnemers die diensten aan in een andere lidstaat gevestigde aanbestedende diensten wensen aan te bieden (zie HvJ, grote kamer, 13 november 2007, C-507/03, Commissie/Ierland, punt 27).

    B.4. Die procedures voor de plaatsing van diensten werden bij de richtlijn 2014/24/EU herzien en gemoderniseerd om een meer doelmatige besteding van de overheidsmiddelen en een betere mededinging te waarborgen. Bij die richtlijn heeft de Uniewetgever het onderscheid tussen, enerzijds, de diensten die als prioritair worden aangewezen en die aan de naleving van alle plaatsingsregels zijn onderworpen en anderzijds, de niet-prioritaire diensten die louter aan transparantieverplichtingen worden onderworpen, verlaten.

    Hierdoor ressorteren juridische diensten in beginsel onder de voor alle diensten geldende aanbestedingsvoorschriften.

    B.5. De Uniewetgever heeft evenwel bepaalde juridische diensten uitgesloten van het toepassingsgebied van de richtlijn 2014/24/EU, zodat er voor die diensten geen harmonisatie van de procedurevoorschriften bestaat.

    B.6. Artikel 10 van de richtlijn 2014/24/EU bepaalt :

    Specifieke uitsluitingen voor opdrachten voor diensten

    Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten voor diensten betreffende :

    a) de verwerving of huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop;

    b) de aankoop, de ontwikkeling, de productie of de coproductie van programmamateriaal bestemd voor audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten, die worden gegund door aanbieders van audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten, of opdrachten betreffende zendtijd of betreffende de levering van programma's die worden gegund aan aanbieders van audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten. In dit punt wordt onder ' audiovisuele mediadiensten ' en ' aanbieders van mediadiensten ' respectievelijk verstaan, de definitie in artikel 1, lid 1, onder a) en d), van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad. ' Programma ' beantwoordt aan de definitie in artikel 1, lid 1, onder b), van die richtlijn, maar omvat ook radioprogramma's en radioprogrammamateriaal. Voorts wordt voor de toepassing van deze bepaling onder ' programmamateriaal ' hetzelfde verstaan als onder ' programma ';

    c) arbitrage- en bemiddelingsdiensten;

    d) een van de hierna genoemde rechtskundige diensten :

    i) vertegenwoordiging in rechte van een cliënt door een advocaat in de zin van artikel 1 van Richtlijn 77/249/EEG van de Raad :

    - in een arbitrage- of bemiddelingsprocedure in een lidstaat, een derde land of voor een internationale arbitrage- of bemiddelingsinstantie, of

    - in een procedure voor een rechter of overheidsinstantie van een lidstaat of een derde land of voor een internationale rechter of instantie;

    ii) juridisch advies dat wordt gegeven ter voorbereiding van de procedures als bedoeld in punt i) van dit punt, of indien er concrete aanwijzingen zijn en er een grote kans bestaat dat over de kwestie waarop het advies betrekking heeft, een dergelijke procedure zal worden gevoerd, mits het advies door een advocaat is gegeven in de zin van artikel 1 van Richtlijn 77/249/EEG;

    iii) het waarmerken en voor echt verklaren van documenten door een notaris;

    iv) juridische dienstverlening door trustees (beheerders) of aangewezen voogden, en andere juridische dienstverlening waarvan de aanbieders door een rechterlijke instantie van de betrokken lidstaat, of van rechtswege, aangewezen zijn om specifieke taken te verrichten onder toezicht van die rechterlijke instanties;

    v) andere rechtskundige diensten die in de betrokken lidstaat al dan niet incidenteel verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag;

    e) financiële diensten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad, alsmede door de centrale banken verleende diensten en activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van de Europese faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees stabiliteitsmechanisme;

    f) leningen, al dan niet in samenhang met de uitgifte, de aankoop, de verkoop of de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten;

    g) arbeidsovereenkomsten;

    h) diensten inzake civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie die worden verleend door non-profitorganisaties en -verenigingen en onder de CPV-codes vallen 75250000-3, 75251000-0, 75251100-1, 75251110-4, 75251120-7, 75252000-7, 75222000-8, 98113100-9 en 85143000-3 behalve ziekenvervoer per ambulance;

    i) openbaar personenvervoer per trein of metro;

    j) opdrachten voor diensten inzake politieke campagnes die onder de volgende CPV-codes vallen : 79341400-0, 92111230-3 en 92111240-6, indien gegund door een politieke partij in het kader van een verkiezingscampagne

    .

    B.7. De uitsluiting van arbitrage- en bemiddelingsdiensten in de richtlijn 2014/24/EU is toegelicht als volgt :

    Er zij aan herinnerd dat arbitrage- en bemiddelingsdiensten en andere vormen van alternatieve geschillenbeslechting gewoonlijk verleend worden door instanties of personen die gekozen of geselecteerd worden op een wijze die niet door de aanbestedingsvoorschriften kan worden geregeld. Verduidelijkt moet worden dat deze richtlijn niet van toepassing is op dienstencontracten voor het verlenen van deze diensten, ongeacht hun benaming in het nationale recht

    (overweging 24 bij de richtlijn 2014/24/EU).

    Die uitsluiting werd overigens overgenomen uit voorgaande richtlijnen en wordt aldaar toegelicht als volgt :

    Overwegende dat diensten van arbitrage en bemiddeling meestal worden verleend door instanties of personen die worden aangewezen of gekozen op een wijze die niet door aanbestedingsvoorschriften kan worden geregeld

    (overweging bij de richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 « betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening », hierna : richtlijn 92/50/EEG).

    In de voorbereidende documenten bij de richtlijn 92/50/EEG werd die uitsluiting nader toegelicht als volgt :

    Het is gebruikelijk dat rechtspersonen of natuurlijke personen die dergelijke diensten verlenen, door de partijen bij de overeenkomst worden aangewezen, indien deze bij een geschil geen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT