Uittreksel uit arrest nr. 29/2018 van 15 maart 2018 Rolnummer 6552 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 13 mei 2016 « tot wijziging van de programmawet (I) van 29 maart

Uittreksel uit arrest nr. 29/2018 van 15 maart 2018

Rolnummer 6552

In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 13 mei 2016 « tot wijziging van de programmawet (I) van 29 maart 2012 betreffende de controle op het misbruik van fictieve adressen door de gerechtigden van sociale prestaties, met het oog op de invoering van het systematisch doorzenden naar de KSZ van bepaalde verbruiksgegevens van nutsbedrijven en distributienetbeheerders tot verbetering van de datamining en de datamatching in de strijd tegen de sociale fraude », ingesteld door de vzw « Ligue des Droits de l'Homme ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. Daoût, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter E. De Groot,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 november 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 november 2016, heeft de vzw « Ligue des Droits de l'Homme », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. R. Jespers, advocaat bij de balie te Antwerpen, beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de wet van 13 mei 2016 « tot wijziging van de programmawet (I) van 29 maart 2012 betreffende de controle op het misbruik van fictieve adressen door de gerechtigden van sociale prestaties, met het oog op de invoering van het systematisch doorzenden naar de KSZ van bepaalde verbruiksgegevens van nutsbedrijven en distributienetbeheerders tot verbetering van de datamining en de datamatching in de strijd tegen de sociale fraude » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 mei 2016).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de context van de bestreden bepalingen

    B.1.1. De bestreden wet van 13 mei 2016 « tot wijziging van de programmawet (I) van 29 maart 2012 betreffende de controle op het misbruik van fictieve adressen door de gerechtigden van sociale prestaties, met het oog op de invoering van het systematisch doorzenden naar de KSZ van bepaalde verbruiksgegevens van nutsbedrijven en distributienetbeheerders tot verbetering van de datamining en de datamatching in de strijd tegen de sociale fraude » (hierna : programmawet (I) van 29 maart 2012) regelt, in het kader van de strijd tegen de sociale domiciliefraude, ten eerste de gegevensuitwisseling tussen, enerzijds, nutsbedrijven en distributienetbeheerders en, anderzijds, overheidsdiensten en ten tweede de analyse van een grote verzameling van sociale gegevens. KSZ staat voor Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

    B.1.2. Met de bestreden wet heeft de wetgever willen tegemoetkomen aan zijn duidelijk voornemen in het regeerakkoord en navolgende beleidsplannen om een nieuwe stap te zetten in de strijd tegen sociale fraude. De wetgever beoogde in verschillende stappen geleidelijk de strijd tegen sociale domiciliefraude op te voeren en effectiever te maken met nieuwe instrumenten in het kader van de controle op misbruiken (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-2081/017, p. 22; Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1554/001, p. 8; Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1554/005, p. 54).

    B.1.3. Vóór de programmawet (I) van 29 maart 2012 werden de gerechtigden van sociale prestaties in het kader van een controle verzocht om hun verbruiksgegevens inzake water, gas en elektriciteit in voorkomend geval voor te leggen. Bij de voormelde programmawet werd de wettelijke mogelijkheid gecreëerd voor de sociale inspectie om die verbruiksgegevens bij nutsbedrijven of distributienetbeheerders op te vragen (het zogenaamde « pull »-systeem).

    Artikel 101 van de programmawet (I) van 29 maart 2012, vóór de wijziging ervan bij het bestreden artikel 2, bepaalde :

    Indien de sociaal inspecteurs op basis van andere elementen in het kader van een onderzoek vermoeden dat een gerechtigde gebruik maakt van een fictief adres om aanspraak te maken op sociale prestaties waarop hij geen aanspraak kan maken, kunnen zij de verbruiksgegevens van water, elektriciteit en gas opvragen bij de nutsbedrijven of de distributienetbeheerders.

    Deze verbruiksgegevens kunnen gebruikt worden als bijkomende aanwijzing om aan te tonen dat het adres fictief is

    .

    Dat artikel is in de parlementaire voorbereiding toegelicht als volgt :

    Deze afdeling beoogt, in uitvoering van de notificatie van de begrotingsopmaak 2012, enkele nieuwe instrumenten aan te reiken aan de controle-instanties om de fraudebestrijding bij uitkeringen vanwege de overheid aan te scherpen. Het wil een aanzet vormen voor een betere handhaving van de uitkeringen. Het doel is te bewerkstelligen dat aan elke sociaal [verzekerde] de correcte uitkering wordt betaald.

    In concreto krijgen de sociale inspecteurs de mogelijkheid om de verbruiksgegevens van water, elektriciteit en gas van personen die recht hebben op een sociale prestatie op te vragen bij de nutsbedrijven en de distributiebeheerders.

    Deze laatste zijn verplicht om op een dergelijk verzoek in te gaan en de gegevens te verschaffen

    (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-2081/001, p. 71).

    Sociale inspecteurs krijgen het recht om de verbruiksgegevens van nutsvoorzieningen (water, elektriciteit en gas) op te vragen bij nutsbedrijven en distributienetbeheerders indien zij op basis van andere elementen vermoeden dat een gerechtigde van sociale prestaties domiciliefraude pleegt. Voor de nutsbedrijven en distributienetbeheerders, die tot nu toe niet in alle gevallen op een informatieverzoek ingaan, zal een verplichting gelden om op dergelijk verzoek in te gaan en de gegevens te verschaffen. De aangereikte informatie kan een bijkomende indicatie van misbruik, doch geen sluitend bewijs opleveren.

    Deze maatregel is een eerste stap, maar zorgt niet voor een integrale oplossing van het probleem. Andere hervormingen zijn in de toekomst nodig om domiciliefraude te beteugelen

    (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-2081/017, p. 22).

    B.1.4. Dat zogenaamde « pull »-systeem is nooit in de praktijk toegepast (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-0020/063, p. 14).

    B.2.1. De bestreden wet vervangt het voormelde « pull »-systeem door het zogenaamde « push »-systeem en voorziet in nieuwe mogelijkheden betreffende « data mining » in de strijd tegen sociale domiciliefraude.

    B.2.2. Inzake de overgang naar het « push »-systeem van gegevensuitwisseling vermeldt de parlementaire voorbereiding :

    Het bestaande zogenaamde ' pull ' systeem, waarbij nutsbedrijven en de distributienetbeheerders deze verbruiksgegevens op vraag van de inspectiediensten moeten overmaken, wordt omgezet in een ' push ' systeem. Dit betekent dat de nutsbedrijven en distributienetbeheerders de bedoelde verbruiksgegevens voortaan automatisch elektronisch sturen naar de [Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid; hierna : KSZ]. Deze gegevens zullen dienen als bijkomende indicatoren om de sociale inspectiediensten toe te laten domiciliefraude beter te detecteren. In concreto zullen de verbruiksgegevens door de KSZ aangewend worden bij datamatching en, in een latere fase, als extra indicatoren bij de datamining. Op deze manier komt de regering tegemoet aan punt 31 van het advies van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer (CBPL) dat geen bijkomende gegevens noch over het sociaal statuut van de betrokkene, noch over de gezinssamenstelling, worden doorgegeven aan de nutsbedrijven en distributienetbeheerders

    (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1554/001, pp. 5-6).

    Wat de overgang naar het nieuwe systeem betreft, wordt nog het volgende vermeld :

    Het in 2012 ingevoerde pull-systeem was een stap in de goede richting. Nu is het nodig om over te gaan naar het meer doeltreffende push-systeem, in eerste instantie in het kader van een testfase die toelaat om de methode te verbeteren

    (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1554/005, p. 54).

    In de parlementaire voorbereiding wordt vervolgens de meerwaarde van het « push »-systeem toegelicht :

    De meerwaarde van deze beleidsverschuiving ligt in het feit dat de push van extreem laag of extreem hoog verbruik ten opzichte van het gemiddelde verbruik, afhankelijk van de gezinssamenstelling, een knipperlicht activeert in de gevallen waar er nog geen vermoeden van fraude is. Daar ligt ook de toegevoegde waarde van de datamining: de controles meer efficiënt en gerichter maken. Bij het ' pull ' systeem is deze toegevoegde waarde zeer beperkt aangezien men op basis van een concreet dossier met een vermoeden van fraude bijkomende gegevens opvraagt

    (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1554/001, p. 6).

    B.2.3.1. Met betrekking tot de door de wetgever nagestreefde doelstellingen, vermeldt de parlementaire voorbereiding :

    Overeenkomstig de begrotingsnotificatie die door de Ministerraad op 3 april 2015 (blz. 39-40) goedgekeurd werd, is het doel van dit ontwerp van wet om het mogelijk te maken verbruiksgegevens van particulieren systematisch door te zenden van nutsbedrijven naar de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Dit moet de controle op de correcte toekenning van sociale prestaties versterken.

    Meer en meer groeit het bewustzijn dat uitkeringsfraude een hypotheek legt op onze sociale zekerheid. Deze kan maar bestaan in zoverre zij een breed draagvlak heeft dat wordt gedragen door de solidariteit.

    Uitkeringsfraude treft onze sociale zekerheid in het hart. Zij ondermijnt immers één van haar basisbeginselen, met name de solidariteit. Dit principe vormt één van de grondslagen van ons stelsel.

    Tal van burgers betalen hun bijdragen eerlijk en ontvangen hun uitkeringen rechtmatig. Slechts een bepaalde groep respecteert de regels niet en benadeelt zo de andere burgers die wel correct bijdragen aan het regime van de sociale zekerheid en die er van genieten wanneer ze er recht op hebben.

    In verschillende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT