Uittreksel uit arrest nr. 12/2018 van 1 februari 2018 Rolnummer 6756 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 betreffende

Uittreksel uit arrest nr. 12/2018 van 1 februari 2018

Rolnummer 6756

In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut, ingesteld door Alphonsius Mariën.

Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer,

samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 23 oktober 2017 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 oktober 2017, heeft Alphonsius Mariën beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van het Vlaamse decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 april 2017).

    Op 14 november 2017 hebben de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Giet, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep klaarblijkelijk onontvankelijk is.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. Artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof bepaalt :

    Het verzoekschrift vermeldt het onderwerp van het beroep en bevat een uiteenzetting van de feiten en middelen

    .

    B.2. Om te voldoen aan de vereisten vermeld in die bepaling, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. Die vereisten zijn ingegeven, enerzijds, door de noodzaak voor het Hof om vanaf het indienen van het verzoekschrift in staat te zijn de juiste draagwijdte van het beroep tot vernietiging te bepalen en, anderzijds, door de zorg om aan de andere partijen in het geding de mogelijkheid te bieden op de argumenten van de verzoekers...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT