Uittreksel uit arrest nr. 109/2017 van 5 oktober 2017 Rolnummer 6536 In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 21 april 2016 houdende wijziging van de wetten op het gebruik van de talen

Uittreksel uit arrest nr. 109/2017 van 5 oktober 2017

Rolnummer 6536

In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 21 april 2016 houdende wijziging van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, ingesteld door de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 november 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 november 2016, is beroep tot vernietiging ingesteld van de wet van 21 april 2016 houdende wijziging van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 mei 2016) door de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, de vzw « Association de Promotion des Droits Humains et des Minorités » en Sabine Hanot, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Sohier, advocaat bij de balie te Brussel.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context

    B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 2 van de wet van 21 april 2016 houdende wijziging van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, dat artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 (hierna : de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken), met een vijfde lid aanvult.

    Thans bepaalt artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken :

    De Vaste Wervingssecretaris alleen is bevoegd om bewijzen omtrent de bij de wet van 2 augustus 1963 vereiste taalkennis uit te reiken.

    Binnen een termijn van twee jaar, te rekenen van 1 september 1963 af, bepaalt de Koning de voorwaarden waaronder die bewijzen, in plaats van de bij de wet bepaalde examens, mogen gevergd worden voor de werving van de ambtenaren die een bijzondere taalkennis moeten bezitten.

    Bovenbedoelde termijn wordt verlengd tot vijf jaar wanneer het gaat om het begeven, bij wijze van bevordering, van betrekkingen waarvoor een bijzondere taalkennis vereist is.

    Met betrekking tot de gemeenten echter blijft voor het personeel, van de rang van onderbureauchef en daarmede gelijkgestelde rangen af, dat op 1 juli 1963 in dienst was, de huidige regeling gelden die op het stuk van taalexamens is bepaald voor de bevorderingen. In de examencommissies die deze examens organiseren treedt een vertegenwoordiger van de Vaste Wervingssecretaris als voorzitter op, met medebeslissende stem.

    Voor de plaatselijke diensten in het Duitse taalgebied, bepaalt de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels voor de erkenning van de gelijkwaardigheid tussen de door Selor uitgereikte certificaten en deze uitgereikt in de andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte en de Zwitserse Bondsstaat

    .

    B.1.2. Artikel 15, § 1, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken bepaalt :

    In de plaatselijke diensten, die in het Nederlandse, het Franse of het Duitse taalgebied gevestigd zijn, kan niemand tot een ambt of betrekking benoemd of bevorderd worden, indien hij de taal van het gebied niet kent.

    De toelatings- en bevorderingsexamens geschieden in dezelfde taal.

    De kandidaat wordt enkel tot het examen toegelaten voor zover uit de vereiste diploma's of studiegetuigschriften blijkt dat hij zijn onderwijs in meergenoemde taal heeft genoten. Bij ontstentenis van een dergelijk diploma of getuigschrift moet de taalkennis vooraf door een examen bewezen worden.

    Indien het ambt of de betrekking begeven wordt zonder toelatingsexamen dient de vereiste taalkennis vastgesteld aan de hand van de daartoe in lid 3 voorgeschreven bewijzen

    .

    B.2. Krachtens het nieuwe vijfde lid van artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, ingevoegd bij artikel 2 van de bestreden wet, kan, voor de plaatselijke diensten in het Duitse taalgebied, het bewijs van kennis van de taal van het gebied worden geleverd zowel met een door Selor uitgereikt certificaat als met certificaten uitgereikt in de andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte en de Zwitserse Bondsstaat.

    B.3. Met de bestreden wet heeft de federale wetgever zijn wetgeving in overeenstemming willen brengen met het arrest van 5 februari 2015 van het Hof van Justitie van de Europese Unie, (Commissie t. België, C-317/14).

    In de memorie van toelichting wordt aangegeven :

    De regering is van mening dat de maatregelen die voortvloeien uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 5 februari 2015 zo spoedig mogelijk genomen moeten worden door, wat de plaatselijke diensten in het Duitse taalgebied betreft, artikel 53 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken te wijzigen zodat Selor niet langer het monopolie heeft wat de examens voor taalkennis betreft. En hiermee zware financiële sancties te vermijden

    (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1653/001, p. 5).

    Voor de bevoegde Kamercommissie heeft de minister gepreciseerd dat :

    [het ontwerp] tot doel heeft om voor de lokale diensten in het Duitse taalgebied een mechanisme in te voeren waardoor taalcertificaten, die uitgereikt zijn in andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte en de Zwitserse Bondsstaat, in aanmerking kunnen worden genomen

    (Parl. St., Kamer, 2015-2016, DOC 54-1653/002, p. 3).

    De minister benadrukt dat, gelet op het dictum van het arrest, het voorliggende wetsontwerp enkel betrekking heeft op de lokale diensten van het Duitse taalgebied.

    Wat de kwaliteitsvereisten betreft, wijst de minister erop dat het artikel bepaalt dat een koninklijk besluit, vastgelegd na overleg in de Ministerraad, zal worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT