Uittreksel uit arrest nr. 13/2017 van 9 februari 2017 Rolnummers 6275, 6276, 6277, 6301, 6303, 6305

Uittreksel uit arrest nr. 13/2017 van 9 februari 2017

Rolnummers 6275, 6276, 6277, 6301, 6303, 6305, 6306 en 6307

In zake : de beroepen tot vernietiging van de wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen, ingesteld door de vzw « Bewonersgroep Onze Tuin », door D.M. en anderen, door F.B. en P.V., door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Mathys, door de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie en Bruno Maes, door de vzw « Aktiekomitee Red de Voorkempen » en anderen, door de vzw « Belgische Verbruikersunie Test-Aankoop » en door de « Ordre des barreaux francophones et germanophone ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 oktober 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 oktober 2015, heeft de vzw « Bewonersgroep Onze Tuin », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Vande Casteele, advocaat bij de balie te Antwerpen, beroep tot vernietiging ingesteld van de wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 mei 2015 en 11 juni 2015).

    2. Bij twee verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 22 oktober 2015 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 30 oktober 2015, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet respectievelijk door D.M., J.C. en M.A. en door F.B. en P.V., bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Vande Casteele.

    3. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 november 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 november 2015, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, 4, 5 en 6 van dezelfde wet door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Mathys, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Lindemans en Mr. T. Souverijns, advocaten bij de balie te Brussel.

    4. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 november 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 november 2015, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3 en 6 van dezelfde wet door de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie en Bruno Maes, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Verbist en Mr. B. Vanlerberghe, advocaten bij het Hof van Cassatie.

    5. Bij twee verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 23 november 2015 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 24 november 2015, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet respectievelijk door de vzw « Aktiekomitee Red de Voorkempen », de vzw « Ademloos », de vzw « Straatego », A.M., J.S., A.C. en H.B. en door de vzw « Belgische Verbruikersunie Test-Aankoop », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Vande Casteele.

    6. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 25 november 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 26 november 2015, heeft de « Ordre des barreaux francophones et germanophone », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. V. Letellier, advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van dezelfde wet.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6275, 6276, 6277, 6301, 6303, 6305, 6306 en 6307 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de situering van de bestreden wet

    B.1.1. De wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen (hierna : de bestreden wet) strekt ertoe de rolrechten te hervormen. Een rolrecht is een belasting die wordt geheven ten laste van de rechtzoekende die een vordering bij een rechtscollege inleidt. Het rolrecht is een speciaal recht dat verschuldigd is als bijdrage in de kosten van de rechtspleging.

    Voortaan zijn de rolrechten niet langer alleen afhankelijk van de aard van het rechtscollege waarbij het geschil aanhangig wordt gemaakt, maar staan ze tevens in verhouding tot de waarde van het geschil, met uitzondering van wat geldt voor de familierechtbank. Voortaan is ook in arbeids- en fiscaalrechtelijke zaken een rolrecht verschuldigd, zij het slechts vanaf een relatief hoge waarde van de vordering. De waarde van de vordering wordt door de eisende partij geschat in een pro-fisco-verklaring die bij de op de rol in te schrijven akte wordt gevoegd.

    Bij koninklijk besluit van 12 mei 2015 « tot vaststelling van het model van pro-fisco-verklaring bedoeld in artikel 2691 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen » werd de inwerkingtreding van de bestreden wet op 1 juni 2015 bepaald.

    B.1.2. Volgens de parlementaire voorbereiding strekt de bestreden wet ertoe het stelsel van de rolrechten te vereenvoudigen :

    Tot nog toe bepaalt de aard van de rol waarop de zaak moet worden ingeschreven het toepasselijk recht.

    Dit artikel [3] wijzigt artikel 2691 [van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten] en heeft als gevolg dat de vraag of een gedinginleidende akte moet worden ingeschreven op de algemene rol, op de rol van de verzoekschriften of op de rol van de kort gedingen geen enkele fiscale weerslag meer heeft. Om het toepasselijk tarief vast te stellen moet men aldus geen onderscheid meer maken tussen de algemene rol en de bijzondere rollen. Het werk van de griffiers wordt hierdoor vereenvoudigd.

    De vereenvoudiging van de griffierechten is er bijgevolg vooral in gelegen om voor alle rollen (algemene rol, rol van verzoekschriften en rol van het kort geding) één tarief per gerecht en aanleg te creëren

    (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-0906/001, pp. 4-5).

    Tevens beoogde de wetgever om de rolrechten in verhouding te brengen met de werkingskosten van het gerechtelijke apparaat. Daarom bepaalde hij dat het bedrag van het rolrecht, naast het reeds bestaande criterium van de aard van het rechtscollege, tevens afhankelijk wordt gemaakt van de waarde van de vordering.

    De memorie van toelichting vermeldt daaromtrent :

    Met deze hervorming van de rolrechten beoogt men de rolrechten in verhouding te brengen met de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT