Uittreksel uit arrest nr. 149/2016 van 24 november 2016 Rolnummer : 6329 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 46, § 1, eerste lid, 7°, d), van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

Uittreksel uit arrest nr. 149/2016 van 24 november 2016

Rolnummer : 6329

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 46, § 1, eerste lid, 7°, d), van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ingesteld door Alain Van Laere en Dariusz Golebiowski.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 januari 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 januari 2016, is, ingevolge het arrest van het Hof nr. 62/2015 van 21 mei 2015 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 juli 2015), beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 46, § 1, eerste lid, 7°, d), van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 door Alain Van Laere en Dariusz Golebiowski, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. A. Verhaegen, advocaat bij de balie te Mechelen.

    Op 26 januari 2016 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J.-P. Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op voorafgaande rechtspleging.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 46, § 1, eerste lid, 7°, d), van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ingevoegd bij artikel 97 van de wet van 24 december 1999 houdende sociale en diverse bepalingen.

    B.2.1. Het beroep tot vernietiging is ingesteld op grond van artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, dat bepaalt dat een nieuwe termijn van zes maanden openstaat voor het instellen, door onder meer iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang, van een beroep tot vernietiging van een wet wanneer het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, heeft verklaard dat die wet met name het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt.

    B.2.2. De verzoekende partijen waren in 2012 het slachtoffer van een arbeidsongeval bij een werkgever die in 2007 door de sociaal inspecteur in gebreke was gesteld voor zwaarwichtige inbreuken op de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

    Hun burgerlijke partijstelling tegen hun werkgever werd bij vonnis van 20 april 2015 van de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, onontvankelijk verklaard om de enkele reden dat de sociaal inspecteur in zijn ingebrekestelling niet had vermeld dat de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT