Uittreksel uit arrest nr. 138/2016 van 20 oktober 2016 Rolnummer 6336 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1211, § 2, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek

Uittreksel uit arrest nr. 138/2016 van 20 oktober 2016

Rolnummer 6336

In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1211, § 2, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging

    Bij arrest van 7 januari 2016 in zake Emil Brasfalean tegen Tina Van Raemdonck en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 januari 2016, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld :

    Schendt artikel 1211, § 2, zesde lid Ger.W. (zoals gewijzigd door artikel 5 van de wet van 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 EVRM, voor zover deze wetsbepaling inzake gerechtelijke vereffening-verdeling elk rechtsmiddel uitsluit tegen een rechterlijke beslissing aangaande de vervanging van een notaris-vereffenaar terwijl rechtsmiddelen niet zijn uitgesloten tegen een rechterlijke beslissing tot aanwijzing van een notaris-vereffenaar met toepassing van artikel 1210, § 1 Ger.W. ?

    .

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 1211, § 2, laatste lid, van het Gerechtelijk Wetboek in zoverre het bepaalt dat, in het kader van een gerechtelijke verdeling, tegen de beslissing betreffende de vervanging van de notaris-vereffenaar, geen enkel rechtsmiddel kan worden aangewend, terwijl tegen de beslissing betreffende de aanstelling van de notaris-vereffenaar op grond van artikel 1210 van het Gerechtelijk Wetboek, wel rechtsmiddelen kunnen worden aangewend.

    Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat het verzoek tot vervanging is uitgegaan van de partijen bij de gerechtelijke verdeling. Het Hof beperkt zijn onderzoek daartoe.

    B.1.2. De artikelen 1210 en 1211 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 5 van de wet van 13 augustus 2011 houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling, bepalen :

    Art. 1210. § 1. Indien de rechtbank de verdeling beveelt, verwijst zij de partijen naar de notaris-vereffenaar over wie de partijen het eens zijn, of, op een met redenen omkleed verzoek van de partijen, naar twee notarissen-vereffenaars waarvan zij gezamenlijk de aanstelling vragen.

    Indien de partijen niet tot een akkoord komen of indien de rechtbank oordeelt dat de aanstelling van twee notarissen-vereffenaars niet gerechtvaardigd is, verwijst zij de partijen naar een andere notaris-vereffenaar die zij aanwijst.

    § 2. Indien de rechtbank twee notarissen-vereffenaars aanwijst, handelen deze gezamenlijk, overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling.

    In afwijking van de artikelen 5 en 6, 1°, van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt treden beide notarissen-vereffenaars gezamenlijk op in de ambtsgebieden van elk van hen.

    § 3. Indien twee notarissen-vereffenaars werden aangewezen, is de notaris-vereffenaar wiens naam het eerst wordt vermeld in de beslissing, belast met de bewaring van de minuten, onverminderd de toepassing van § 4.

    § 4. Indien de notaris-vereffenaar in het kader van de bevolen verdeling dient op te treden buiten zijn ambtsgebied, wijst hij voor deze verrichtingen een territoriaal bevoegde notaris aan.

    § 5. Onverminderd de bepalingen van het eerste boek van het vierde deel en tenzij de rechtbank anders beslist, staan de partijen in gelijke mate in voor de provisionering van de notaris-vereffenaar.

    Art. 1211. § 1. In geval van weigering, verhindering van de notaris-vereffenaar of indien er omstandigheden zijn die gerechtvaardigde twijfel doen ontstaan over zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid, voorziet de rechtbank in zijn vervanging.

    De notaris-vereffenaar van wie de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT