Uittreksel uit arrest nr. 110/2016 van 14 juli 2016 Rolnummer : 6424 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a)

Uittreksel uit arrest nr. 110/2016 van 14 juli 2016

Rolnummer : 6424

In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet van het Waalse Gewest van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit, ingesteld door D.M.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 9 mei 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 11 mei 2016, heeft D.M., ingevolge het arrest van het Hof nr. 141/2015 van 15 oktober 2015 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 november 2015), beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet van het Waalse Gewest van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit.

    Op 2 juni 2016 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Snappe en L. Lavrysen, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op voorafgaande rechtspleging.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de ontvankelijkheid

    B.1.1. Bij zijn arrest nr. 141/2015 van 15 oktober 2015 heeft het Hof, in antwoord op de prejudiciële vragen die door de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.562 van 29 september 2014 waren gesteld, voor recht gezegd :

    Artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet van het Waalse Gewest van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre zij de personen die zijn gedomicilieerd of hun maatschappelijke zetel hebben in het Duitstalige gedeelte van het grondgebied van het Waalse Gewest van hun toepassingsgebied uitsluiten

    .

    B.1.2. De verzoekende partij, die haar beroep tot vernietiging op artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof baseert, vordert de vernietiging van de woorden « het Franstalige gedeelte van » in artikel 1, § 1, en artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet van het Waalse Gewest van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit (hierna : het decreet « Airbag »).

    B.1.3. Artikel 1, § 1, van het decreet « Airbag » bepaalt :

    Dit decreet is van toepassing op het Franstalige gedeelte van het grondgebied van het Waalse Gewest

    .

    Artikel 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van hetzelfde decreet bepaalt :

    Onder de in dit decreet gestelde voorwaarden kan de financiële incentive verleend worden aan :

    1° de persoon die aan het sociaal statuut van de zelfstandige werknemers onderworpen is krachtens het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen en die op cumulatieve wijze voldoet aan de volgende voorwaarden :

    a) als zelfstandige woonachtig zijn of zijn bedrijfszetel gevestigd hebben in het Franstalige gedeelte van het grondgebied van het Waalse Gewest;

    [...]

    2° aan de persoon die zich voor het eerst in de hoedanigheid van zelfstandige als hoofdactiviteit wenst te vestigen en die op cumulatieve wijze voldoet aan de volgende voorwaarden :

    a) als zelfstandige woonachtig zijn of zijn bedrijfszetel gevestigd hebben in het Franstalige gedeelte van het grondgebied van het Waalse Gewest;

    .

    B.2.1. De Waalse Regering doet gelden dat de verzoekende partij geen belang heeft bij het vorderen van de vernietiging van de bestreden bepalingen, omdat zij niet voldoet aan de andere voorwaarden die bij het decreet « Airbag » zijn vereist om de financiële incentive te verkrijgen waarop zij aanspraak maakt.

    B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.

    Het bij artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 vereiste belang verschilt niet van datgene dat wordt vereist in artikel 2 van dezelfde wet.

    B.2.3. De verzoekende partij is gedomicilieerd in het Duitse taalgebied. Zij heeft met succes leeropleidingen gevolgd en de diploma's van bedrijfsleider « metselaar-betonwerker » en « plafonneerder-cementwerker » behaald die door het middenstandsonderwijs van de Duitstalige Gemeenschap zijn uitgereikt. Op 1 april 2013 heeft zij zich voor de eerste keer als zelfstandige in hoofdberoep in het Duitse taalgebied gevestigd en beschikt zij over een ondernemingsnummer.

    B.3.1. Door het aannemen van het voormelde artikel 4, tweede lid, heeft de bijzondere wetgever willen beletten dat bepalingen in de rechtsorde behouden blijven wanneer het Hof op prejudiciële vraag heeft verklaard dat zij strijdig zijn met de regels die het Hof vermag te doen naleven (zie Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-897/1, p. 6).

    B.3.2. Uitspraak doende over een beroep tot vernietiging dat is ingesteld op grond van artikel 4, tweede lid, kan het Hof dus ertoe worden gebracht de bestreden norm te vernietigen in zoverre het vooraf de ongrondwettigheid heeft vastgesteld in het prejudiciële contentieux.

    B.4. Te dezen heeft het Hof, bij zijn voormelde arrest nr. 141/2015, vastgesteld dat de artikelen 1, § 1, en 3, eerste lid, 1°, a), en 2°, a), van het decreet « Airbag » onbestaanbaar zijn met de artikelen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT