Uittreksel uit arrest nr. 75/2016 van 25 mei 2016 Rolnummer : 6171 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen

Uittreksel uit arrest nr. 75/2016 van 25 mei 2016

Rolnummer : 6171

In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van de artikelen 162, 170, 172, 174 en 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, ingesteld door Ivo Evers.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 maart 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 maart 2015, heeft Ivo Evers beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van de artikelen 162, 170, 172, 174 en 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2014 en van 29 januari 2015, tweede editie).

    De vordering tot schorsing van dezelfde decreetsbepalingen, ingesteld door dezelfde verzoekende partij, is verworpen bij het arrest nr. 72/2015 van 28 mei 2015, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 juli 2015.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van, in hoofdorde, artikel 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013. Indien het Hof het vermelde artikel 175 niet zou vernietigen, vordert de verzoekende partij de vernietiging van artikel 172 van hetzelfde decreet. In nog meer ondergeschikte orde vordert de verzoekende partij de vernietiging van de artikelen 162, 170 en 174 van hetzelfde decreet.

    B.2.1. De bestreden artikelen van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 hebben betrekking op het fiscaal statuut van verdelingen van onroerende goederen. Zij voeren een evenredig registratierecht in dat wordt berekend op de verkoopwaarde van die goederen, hierna aangegeven als « verdeelrecht ».

    Artikel 73 van dat decreet bepaalt :

    Aan artikel 109 van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek-, en Griffierechten, vervangen bij de wet van 23 december 1958 en laatst gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2012, worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :

    ' Het recht wordt op 1 t.h. gebracht als de verdeling of de afstand, vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, plaatsvindt in een van de volgende omstandigheden :

    1° bij de akte, vermeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek of ingevolge de wijziging, vermeld in artikel 1293 van het Gerechtelijk Wetboek;

    2° bij de vereffening-verdeling na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting, vermeld in het vierde deel, boek IV, hoofdstuk VI, van het Gerechtelijk Wetboek;

    3° binnen een termijn van een jaar, die volgt op de beëindiging van de wettelijke samenwoning conform artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de personen op de dag van de beëindiging van de wettelijke samenwoning ten minste een jaar ononderbroken met elkaar wettelijk samenwoonden.

    Het verlaagd tarief, vermeld in het tweede lid, is ook van toepassing als de verdeling of de afstand wordt gedaan volgens de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte als de verdeling of de afstand plaatsvindt onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en voorwaarden, vermeld in het tweede lid.

    In of onderaan op het document dat aanleiding geeft tot heffing van het evenredig recht op de verdeling, moeten de verkrijgers uitdrukkelijk melden dat ze de toepassing van het verlaagde tarief vragen en moeten ze verklaren dat ze voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, of, in voorkomend geval, dat de verdeling of de afstand is gedaan overeenkomstig de wetgeving van een nader aan te wijzen lidstaat van de Europese Economische Ruimte onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. '

    .

    Artikel 74 van hetzelfde decreet bepaalt :

    Artikel 212quinquies van hetzelfde wetboek, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2012, wordt vervangen door wat volgt :

    ' Art. 212quinquies. Als de vermindering van het tarief, vermeld in artikel 109, tweede of derde lid, of de vermindering van de heffingsgrondslag, vermeld in artikel 111bis, niet zijn gevraagd of niet zijn verkregen naar aanleiding van de registratie van het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredig recht, vermeld in artikel 109, kunnen de te veel geheven rechten nog worden teruggegeven op een verzoek dat ingediend moet worden conform de bepalingen van artikel 2172 binnen zes maanden vanaf de datum van de registratie van dat document.

    Het verzoek tot teruggave, vermeld in het eerste lid, bevat de vermeldingen en verklaringen die vereist zijn, volgens, naar gelang het geval, artikel 109, vierde lid, en artikel 111bis, derde lid. Het verzoek vermeldt in voorkomend geval ook het rekeningnummer waarop het bedrag van de terug te geven rechten kan worden gestort. '

    .

    B.2.2. Die bepalingen, die in werking zijn getreden op 31 december 2014, werden evenwel opgeheven bij artikel 5.0.0.0.1, 5°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, ingevoegd bij artikel 322 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, dat in werking trad op 1 januari 2015, en dat bepaalt :

    Aan artikel 5.0.0.0.1 van hetzelfde decreet worden een punt 4° tot en met punt 9° toegevoegd, die luiden als volgt :

    ' 4° het Wetboek van Successierechten, zoals van toepassing voor wat betreft het Vlaamse Gewest, voor de belastingen, vermeld...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT