Uittreksel uit arrest nr. 42/2016 van 17 maart 2016 Rolnummer : 6164 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 april 2014 « houdende de

Uittreksel uit arrest nr. 42/2016 van 17 maart 2016

Rolnummer : 6164

In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 april 2014 « houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap », ingesteld door de vzw « Iedereen bezorgd ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 februari 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 maart 2015, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 april 2014 « houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 augustus 2014, tweede editie) door de vzw « Iedereen bezorgd », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. H. Rieder en Mr. E. Tritsmans, advocaten bij de balie te Gent.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 3 tot 6, 8 tot 13, 15, 16 en 41 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 25 april 2014 « houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap » (hierna : decreet van 25 april 2014).

    Het bestreden artikel 3, opgenomen in hoofdstuk 3 (« Voorwerp »), bepaalt :

    Dit decreet geeft uitvoering aan artikel 23 van de Grondwet en regelt de organisatie van de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap.

    De persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap bestaat uit een getrapt ondersteuningssysteem voor personen met een handicap. De eerste trap omvat een basisondersteuningsbudget, verstrekt in het kader van de zorgverzekering. De tweede trap omvat een budget, verstrekt door het agentschap, voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning.

    Op basis van een analyse van de niet-ingevulde nood aan zorg en ondersteuning voorziet de Vlaamse Regering, binnen de beschikbare budgetten, in een groeipad voor de financiering van de niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning. De Vlaamse Regering brengt daarover jaarlijks verslag uit aan het Vlaams Parlement.

    De Vlaamse Regering stelt, vervolgens jaarlijks het beschikbare budget vast dat voor de uitvoering van het decreet beschikbaar is. Dat betreft zowel het basisondersteuningsbudget als het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning met inbegrip van de verschillende budgetcategorieën

    .

    De bestreden artikelen 4, 5 en 6, opgenomen in hoofdstuk 4 (« Basisondersteuningsbudget »), bepalen :

    Art. 4. Een basisondersteuningsbudget wordt toegekend aan iedere persoon met een handicap die voldoet aan de volgende voorwaarden :

    1° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

    2° een duidelijk vast te stellen behoefte aan zorg en ondersteuning hebben;

    3° voldoen aan de voorwaarden voor het recht op tenlasteneming, vermeld in of ter uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering;

    4° voldoen aan de voorwaarden voor het recht op een tegemoetkoming, vermeld in of ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2012 houdende de Vlaamse sociale bescherming, vanaf de inwerkingtreding van deze voorwaarden.

    Het basisondersteuningsbudget wordt beschouwd als een tenlasteneming als vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering. Het basisondersteuningsbudget wordt beschouwd als een tegemoetkoming als vermeld in artikel 3, derde lid, 1°, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de Vlaamse sociale bescherming, vanaf de inwerkingtreding ervan.

    Voor de toekenning van een basisondersteuningsbudget in de periode tot en met het begrotingsjaar 2020 kan de Vlaamse Regering aanvullende voorwaarden bepalen. Deze aanvullende voorwaarden moeten de geleidelijke toekenning van het basisbudget aan al diegenen die aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, voldoen, mogelijk maken.

    Art. 5. § 1. Het agentschap beslist of er bij meerderjarige personen met een handicap een duidelijk vast te stellen behoefte is aan zorg en ondersteuning als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°.

    De toegangspoort beslist of er bij minderjarige personen met een handicap een duidelijk vast te stellen behoefte is aan zorg en ondersteuning als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°.

    § 2. De behoefte aan zorg en ondersteuning van de persoon met een handicap, vermeld in paragraaf 1, wordt vastgesteld door het agentschap of de toegangspoort, al naargelang het geval, op basis van een multidisciplinair verslag, na een onderzoek, of aan de hand van bestaande attesten.

    De Vlaamse Regering stelt de procedure voor de erkenning van de handicap vast en bepaalt de criteria aan de hand waarvan de nood aan zorg en ondersteuning door het agentschap of de toegangspoort, al naargelang het geval, wordt vastgesteld. De Vlaamse Regering bepaalt welke bestaande attesten de behoefte aan zorg en ondersteuning, vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, bewijzen.

    Art. 6. De aanspraak op het basisondersteuningsbudget vervalt als aan de persoon met een handicap een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning wordt toegewezen. De aanspraak op het basisondersteuningsbudget vervalt als na een onderzoek blijkt dat de persoon met een handicap geen duidelijk vast te stellen behoefte aan zorg en ondersteuning meer heeft.

    De aanspraak op het basisondersteuningsbudget vervalt als de persoon met een handicap krachtens andere wetten, decreten, ordonnanties of reglementaire bepalingen, of krachtens gemeen recht, voor dezelfde behoefte aan zorg en ondersteuning al een schadeloosstelling heeft gekregen. De persoon met een handicap moet zijn aanspraak op die schadeloosstelling doen gelden.

    De Vlaamse Regering bepaalt de regels en modaliteiten van het onderzoek, vermeld in het eerste lid, en de regels van de vervalprocedure, vermeld in het eerste en tweede lid, onder andere de regels voor het vastleggen van de ingangsdatum van de stopzetting van het basisondersteuningsbudget

    .

    De bestreden artikelen 8 tot 13, opgenomen in hoofdstuk 5 (« Budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning »), bepalen :

    Art. 8. Om aanspraak te kunnen maken op een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, moet de meerderjarige persoon met een handicap aan de volgende voorwaarden voldoen :

    1° beschikken over een door het agentschap goedgekeurd ondersteuningsplan;

    2° een geobjectiveerde nood hebben aan zorg en ondersteuning die de duur, intensiteit en frequentie van de rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning overschrijdt, in voorkomend geval vastgesteld op basis van een instrument voor de inschaling van de zorgzwaarte.

    In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder zorgzwaarte : de mate waarin een persoon met een handicap zorg en ondersteuning nodig heeft om zo adequaat mogelijk te kunnen functioneren in het dagelijkse leven.

    Art. 9. Voor minderjarige personen met een handicap loopt de regeling van de toekenning van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, inclusief de regie van de zorg, volgens de regels voor de persoonsvolgende financiering, bepaald in of ter uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp.

    Als de zorg en ondersteuning via de toegangspoort werd geïndiceerd, kan de persoon met een handicap tot de leeftijd van 25 jaar, met toepassing van artikel 18, § 3, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, gebruik maken van de niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor minderjarigen.

    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de toeleiding, vermeld in het tweede lid.

    Art. 10. De niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning wordt gefinancierd in de vorm van een budget. Dat budget wordt uitgedrukt in budgetcategorieën. De persoon met een handicap maakt een keuze tussen een cashbudget of een voucher, of gebruikt een combinatie van beide. De Vlaamse Regering bepaalt de modaliteiten waaronder de persoon met een handicap zijn keuze kan wijzigen. De voucher wordt uitgedrukt in personeelspunten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen zorggebonden en organisatiegebonden punten. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het budget in cash of in vouchers wordt vastgesteld, en de budgetcategorieën, rekening houdende met de bepalingen van artikel 8 en 9.

    De financiering van de zorg en ondersteuning van minderjarigen die door de jeugdrechtbank overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 11 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, naar niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning zijn toegeleid, of de zorg en ondersteuning waarbij een gemandateerde voorziening als vermeld in artikel 2, § 1, 16°, van het voormelde decreet, is betrokken, kan alleen met een voucher gebeuren.

    Het agentschap en de toegangspoort kunnen slechts uitzonderlijk en enkel en alleen op basis van de individuele concrete situatie, onder de door de Vlaamse Regering bepaalde voorwaarden, begeleidende maatregelen opleggen voor de besteding en het beheer van het cashbudget. Deze beslissing moet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT