Uittreksel uit arrest nr. 16/2016 van 3 februari 2016 Rolnummers : 6083 en 6084 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 9

Uittreksel uit arrest nr. 16/2016 van 3 februari 2016

Rolnummers : 6083 en 6084

In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 9, 12 en 13 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, ingesteld door de vzw « Union des Hôteliers, Restaurateurs, Cafetiers et Traiteurs de Bruxelles et Entreprises assimilées de Bruxelles » en door de beroepsvereniging « Belgian Confederation - Hospitality, Tourism and Commerce ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 7 november 2014 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 13 november 2014, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld van de artikelen 9, 12 en 13 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 mei 2014) door de vzw « Union des Hôteliers, Restaurateurs, Cafetiers et Traiteurs de Bruxelles et Entreprises assimilées de Bruxelles » en door de beroepsvereniging « Belgian Confederation - Hospitality, Tourism and Commerce », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Simonart, advocaat bij de balie te Brussel.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6083 en 6084 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van het onderwerp van het beroep

    B.1. De vzw « Union des Hôteliers, Restaurateurs, Cafetiers et Traiteurs de Bruxelles et Entreprises assimilées de Bruxelles », verzoekende partij in de zaak nr. 6083, en de beroepsvereniging « Belgian Confederation - Hospitality, Tourism and Commerce », verzoekende partij in de zaak nr. 6084, vorderen de vernietiging van de artikelen 9, 12 en 13 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 3 april 2014 « betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen ».

    Ten aanzien van het eerste middel

    B.2.1. Het eerste middel in de twee zaken, is afgeleid uit de schending, door artikel 9, § 1, tweede lid, van de bestreden ordonnantie, van de artikelen 13 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, met het algemeen beginsel van rechtszekerheid, met het algemeen beginsel van het daadwerkelijke karakter van de rechtsmiddelen, met het algemeen beginsel van de rechten van de verdediging en met het « algemeen standstill-beginsel ».

    B.2.2. Artikel 9, § 1, van de ordonnantie van 3 april 2014 bepaalt :

    De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een belasting, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, met uitzondering van de sancties wegens overlast als bedoeld in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, een bezwaarschrift indienen bij het College, dat handelt als administratieve overheid.

    Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en met redenen omkleed zijn en, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

    [...]

    .

    B.2.3. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt :

    Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling

    .

    Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt :

    Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht.

    De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren

    .

    Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de bevoegde rechter. Dat recht wordt eveneens gewaarborgd bij artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij een algemeen rechtsbeginsel.

    Artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens waarborgt voor personen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT