Uittreksel uit arrest nr. 178/2015 van 17 december 2015 Rolnummer : 6056 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter

Uittreksel uit arrest nr. 178/2015 van 17 december 2015

Rolnummer : 6056

In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (I) en van de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (II), ingesteld door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Matthys.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 oktober 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 oktober 2014, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (I) en van de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (II) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2014), door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Matthys, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Traest, advocaat bij de balie te Antwerpen.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden wetten

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 4, 19, 21 en 27 tot 33 van de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (I) (hierna : wet van 11 februari 2014 (I)), alsook van de artikelen 3, 5, 6, 11 en 12 van de wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (II) (hierna : wet van 11 februari 2014 (II)).

    B.2.1. De wetten van 11 februari 2014 beogen de invordering van de vermogensstraffen en van de gerechtskosten in strafzaken te verbeteren. Naast budgettaire overwegingen wil de wetgever de strafuitvoering meer geloofwaardigheid geven door ervoor te zorgen dat « misdaad niet loont » en wil hij tevens het afschrikkend effect van strafsancties versterken. Het kaalplukken van criminele vermogens wordt daarbij van groot belang geacht (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 en DOC 53-2935/001, pp. 5-6; Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2405/2, p. 2).

    B.2.2. Om die doelstelling te bereiken, wordt een nieuw onderzoek in de fase van de strafuitvoering ingevoerd : het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (hierna : SUO). Dat bijzondere vermogensonderzoek is volgens de wetgever in de eerste plaats vereist omdat er geen afdoende wettelijke instrumenten zijn om effectief en efficiënt op te treden tegen een veroordeelde die zich insolvabel maakt door eigendommen over te hevelen naar familieleden, naar patrimoniale vennootschappen of naar het buitenland. De bevoegde fiscale administratie zou niet beschikken over adequate middelen om inlichtingen te verzamelen over de vermogenssituatie van de veroordeelde of van de derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering die wetens en willens samenspannen met de veroordeelde om zijn vermogen te onttrekken aan de strafuitvoering. In de tweede plaats acht de wetgever de wettelijke basis voor het gebruik van dwangmiddelen door politiediensten en door het openbaar ministerie in de fase van de strafuitvoering, die een inbreuk vormen op het recht op privéleven, de onschendbaarheid van de woning of het eigendomsrecht van de veroordeelde of van derden, onvoldoende duidelijk (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 en DOC 53-2935/001, pp. 7-8).

    B.3.1. Het SUO is het geheel van handelingen dat strekt tot de opsporing, de identificatie en de inbeslagneming van het vermogen waarop de veroordeling tot betaling van een geldboete, een bijzondere verbeurdverklaring of de gerechtskosten kan worden uitgevoerd (artikel 464/1, § 1, van het Wetboek van strafvordering). Dat onderzoek betreft, enerzijds, het verzamelen van inlichtingen over de vermogenssituatie van de veroordeelde en van de derden die wetens en willens met de veroordeelde samenspannen om zijn vermogen te onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de uitvoerbare veroordelingen (hierna : derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering) en, anderzijds, de inbeslagneming van de dragers die deze informatie bevatten en van de vermogensbestanddelen waarop de veroordeling kan worden uitgevoerd (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 en DOC 53-2935/001, pp. 8-10).

    B.3.2. Het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek wordt gevoerd door en onder de leiding en het gezag van het openbaar ministerie of, via delegatie, door het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (hierna: COIV). In beginsel is het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek geheim om de efficiëntie van de uitvoeringshandelingen te waarborgen. Het onderzoek heeft ook een subsidiair karakter. Het kan pas worden geopend nadat de wanbetaling is vastgesteld door het openbaar ministerie, dat bevoegd is voor de tenuitvoerlegging van de veroordeling, of door de ambtenaar van de FOD Financiën, die bevoegd is voor de inning en de invordering van die schulden (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 en DOC 53-2935/001, pp. 8-10 en 13). De kosten van het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek komen in principe ten laste van de veroordeelde, behalve wanneer die kosten het gevolg zijn van onregelmatige uitvoeringshandelingen en zij kennelijk niet te wijten zijn aan het persoonlijk gedrag van de veroordeelde. Het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek eindigt wanneer de verbeurdverklaarde geldsommen, strafrechtelijke geldboeten en gerechtskosten volledig zijn betaald of ingevorderd of wanneer de straf tenietgaat (ibid., p. 23). Tegen de beslissing van het bevoegde openbaar ministerie om een SUO te openen of op te dragen aan het COIV kan geen rechtsmiddel worden ingesteld (artikel 464/4, § 1, van het Wetboek van strafvordering).

    B.3.3. De magistraat van het openbaar ministerie die het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek voert (hierna : SUO-magistraat), beschikt over drie soorten bevoegdheden : de gewone uitvoeringshandelingen, de specifieke uitvoeringshandelingen en de inbeslagneming.

    Ten eerste kan de SUO-magistraat elke uitvoeringshandeling verrichten of laten verrichten die als onderzoekshandeling toegelaten is in het raam van een opsporingsonderzoek (artikel 28bis van het Wetboek van strafvordering), mits die handeling kan bijdragen tot het bereiken van het doel van het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (artikelen 464/5 tot 464/18 van het Wetboek van strafvordering). Die gewone uitvoeringshandelingen betreffen onder meer het verhoren van de veroordeelde, van de derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering en van getuigen, de aanwijzing van een technisch adviseur, de huiszoeking met toestemming, het betreden van een voor het publiek toegankelijke plaats, het opvragen van bankgegevens en de observatie. Deze opsomming van de gewone uitvoeringshandelingen in de wet van 11 februari 2014 (I) is niet limitatief. Andere uitvoeringshandelingen die van belang zijn voor het SUO blijven mogelijk, zolang ze geen inbreuk vormen op grondrechten of dwangmiddelen vereisen. Het nemen van vrijheidsberovende maatregelen is evenwel door de wet uitgesloten.

    Ten tweede kan de SUO-magistraat ook specifieke uitvoeringshandelingen stellen, zoals een huiszoeking zonder toestemming, een zoeking in een informaticasysteem, het opsporen en lokaliseren van elektronische communicatie, de interceptie en de opname van privécommunicatie en privéelektronische communicatie, de observatie ten aanzien van een woning en de voorlopige maatregelen ten aanzien van de veroordeelde of de derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering als rechtspersoon (artikelen 464/19 tot 464/28 van het Wetboek van strafvordering). De specifieke uitvoeringshandelingen zijn op limitatieve wijze opgesomd en omschreven in de wet van 11 februari 2014 (I) en zijn slechts toegelaten mits een voorafgaande machtiging van de strafuitvoeringsrechter (artikel 464/20 van het Wetboek van strafvordering).

    Ten derde kunnen de SUO-magistraat of de betrokken politieambtenaren alle inbeslagnemingen verrichten die kunnen bijdragen tot het bereiken van het doel van het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (artikelen 464/29 tot 464/38 van het Wetboek van Strafvordering). Die in beslag genomen goederen kunnen vervolgens worden verkocht om de schulden van de veroordeelde aan te zuiveren.

    B.3.4. De wetgever beklemtoont dat het zwaartepunt van het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek bij het openbaar ministerie ligt en dat in een beperkte rechterlijke controle wordt voorzien voor de aanwending van specifiek omschreven dwangmiddelen (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 en DOC 53-2935/001, pp. 15-17; Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2405/2, pp. 2-3).

    B.3.5. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 april 2014 tot uitvoering van artikel 464/4, § 1, van het Wetboek van strafvordering (Belgisch Staatsblad, 30 mei 2014) bepaalt dat een SUO kan worden geopend indien :

    1° de veroordeelde schuldig is verklaard aan ten minste één misdrijf dat op het tijdstip van de definitieve veroordeling kan gestraft worden met een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf, en

    2° het saldo van de verschuldigde nog in te vorderen verbeurdverklaarde geldsommen, strafrechtelijke geldboeten en gerechtskosten in strafzaken op de dag van de opening van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT