Uittreksel uit arrest nr. 162/2015 van 19 november 2015 Rolnummer : 6052 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2, 1° en 3°, 6

Uittreksel uit arrest nr. 162/2015 van 19 november 2015

Rolnummer : 6052

In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2, 1° en 3°, 6, 11 en 13 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 28 februari 2014 houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, ingesteld door de nv « Rütgers Belgium ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 oktober 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 6 oktober 2014, heeft de nv « Rütgers Belgium », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. E. Van Hooydonck, advocaat bij de balie te Antwerpen, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2, 1° en 3°, 6, 11 en 13 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 28 februari 2014 houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 april 2014).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1.1. Het decreet van het Vlaamse Gewest van 28 februari 2014 houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens (hierna : het decreet van 28 februari 2014) strekt ertoe « een aantal knelpunten waarmee de vier Vlaamse havenbedrijven en het Vlaamse Gewest geconfronteerd worden en die het gevolg zijn van onduidelijkheden in het Havendecreet, aan te pakken » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2013-2014, nr. 2336/1, p. 2).

    B.1.2. Artikel 2, 2°, van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens (hierna : het Havendecreet) definieerde de « havenbestuurlijke bevoegdheden » als volgt :

    a) het beheer en de exploitatie van het openbaar en privaat havendomein;

    b) de vaststelling en inning van de havengelden;

    c) de verstrekking van de havengebonden diensten aan de havengebruikers evenals de regeling en de vaststelling van de gebruiksvoorwaarden ervan;

    d) de uitoefening van de bijzondere administratieve politie

    .

    Het bestreden artikel 2, 1°, van het decreet van 28 februari 2014 heeft de voormelde definitie vervangen door wat volgt :

    a) het beheer en de exploitatie van het openbaar en privaat havendomein;

    b) de vaststelling en de inning van de havengelden in het havengebied;

    c) de vaststelling en de organisatie van de openbare havendiensten in het havengebied;

    d) de uitoefening van de bijzondere administratieve politie in het havengebied

    .

    B.1.3. Artikel 2, 6°, van het Havendecreet definieerde het « havengebied van Gent » als « de havens en aanhorigheden gelegen aan of in de nabijheid van het Zeekanaal naar Gent ».

    Het bestreden artikel 2, 3°, van het decreet van 28 februari 2014 heeft de voormelde definitie aangevuld met de zinsnede « , en dit op het grondgebied van de stad Gent, de gemeente Evergem en de gemeente Zelzate ».

    B.1.4. Artikel 15 van het Havendecreet bepaalde :

    § 1. De in de havengebieden gevorderde havengelden van welke aard ook worden bij uitsluiting van alle andere overheden geïnd door en komen ten goede aan het havenbedrijf.

    § 2. De tarieven worden door het havenbedrijf vastgesteld

    .

    Het bestreden artikel 6 van het decreet van 28 februari 2014 heeft artikel 15 van het Havendecreet vervangen door wat volgt :

    § 1. De algemene havengelden vormen de retributie die de havenbedrijven van de havengebruikers kunnen vorderen als tegenprestatie voor het recht om het betrokken havengebied binnen te varen, het door te varen, er aan te meren of er te verblijven.

    De algemene havengelden komen uitsluitend toe aan de havenbedrijven en de havenbedrijven zijn binnen hun havengebied als enige bevoegd voor het vaststellen en het innen of laten innen van de algemene havengelden.

    § 2. Naast de algemene havengelden, kunnen de havenbedrijven ook bijzondere havengelden vaststellen en innen of laten innen voor infrastructuur of specifieke diensten die de havenbedrijven aan de havengebruikers aanbieden.

    § 3. De havenbedrijven maken de algemene en bijzondere havengelden op transparante wijze bekend.

    De havengelden worden autonoom door de havenbedrijven vastgesteld, in redelijke verhouding tot de waarde van de in paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2 vermelde tegenprestaties

    .

    B.1.5. Het bestreden artikel 11 van het decreet van 28 februari 2014 heeft in het Havendecreet een artikel 19novies ingevoegd, dat bepaalt :

    § 1. Met behoud van de toepassing van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen, worden de havenbedrijven als gebiedsbeheerder van de in artikel 2, 5°, 6°, 7° en 8°, vermelde havengebieden betrokken bij het beleid en de beleidsvoorbereiding van andere overheden. Met name wordt aan de havenbedrijven voor het havengebied waarvoor zij bevoegd zijn, een adviserende bevoegdheid toegekend betreffende alle onderzoeks- en besluitvormingstrajecten op plan- en projectniveau binnen de gemeenten op wier grondgebied het betrokken havengebied zich bevindt, die een impact kunnen hebben op de exploitatie van het havengebied.

    § 2. Met behoud van de toepassing van de wet van 19 juni 1978 betreffende het beheer van het linkerscheldeoevergebied ter hoogte van Antwerpen en houdende maatregelen voor het beheer en de exploitatie van de haven van Antwerpen, en met behoud van de bevoegdheden van andere overheden binnen het betrokken havengebied, kunnen de havenbedrijven als gebiedsbeheerder van de in artikel 2, 5°, 6°, 7° en 8°, vermelde havengebieden gebiedsgerichte initiatieven ontplooien

    .

    B.1.6. Het bestreden artikel 13 van het decreet van 28 februari 2014 heeft in het Havendecreet een artikel 19decies ingevoegd, dat bepaalt :

    Het havenbedrijf, bevoegd voor het havengebied van Gent, is, ongeacht...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT