Uittreksel uit arrest nr. 115/2015 van 17 september 2015 Rolnummer : 5950 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 21 van de programmawet (I) van 26 december 2013 (sociaal statuut der

Uittreksel uit arrest nr. 115/2015 van 17 september 2015

Rolnummer : 5950

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 21 van de programmawet (I) van 26 december 2013 (sociaal statuut der kunstenaars), ingesteld door de vzw « Concertation Permanente des Employeurs des Arts de la Scène en Communauté française de Belgique » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 juni 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juli 2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 21 van de programmawet (I) van 26 december 2013 (sociaal statuut der kunstenaars), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2013, tweede editie, door de vzw « Concertation Permanente des Employeurs des Arts de la Scène en Communauté française de Belgique », de vzw « Réunion des Auteurs chorégraphes », Paul Biot en Alexandre Wajnberg, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. S Capiau, advocaat bij de balie te Brussel.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de ontvankelijkheid

    B.1.1. De Ministerraad werpt een exceptie van niet-ontvankelijkheid van het verzoekschrift op die is afgeleid uit de ontstentenis van een duidelijke en nauwkeurige uiteenzetting van de middelen.

    B.1.2. In de middelen wordt aangegeven welke referentienormen volgens de verzoekende partijen geschonden zijn. Zij zijn voldoende begrijpelijk en de Ministerraad is overigens in staat geweest daarop omstandig te antwoorden in zijn memorie van antwoord.

    De exceptie wordt verworpen.

    Ten aanzien van de bestreden bepaling

    B.2.1. Het beroep tot vernietiging heeft betrekking op artikel 21 van de programmawet (I) van 26 december 2013, dat de eerste twee paragrafen vervangt van artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

    Dat artikel 1bis, ingevoegd in de wet van 27 juni 1969 bij de programmawet van 24 december 2002, voert een vermoeden van onderwerping aan de sociale zekerheid van de werknemers in voor de kunstenaars die in opdracht en tegen betaling van een loon prestaties leveren of werken produceren, zonder te zijn gebonden door een arbeidsovereenkomst met de opdrachtgever. Het vermoeden van onderwerping aan de sociale zekerheid van de werknemers kan door de kunstenaar worden omgekeerd wanneer hij aantoont dat de prestaties of producties niet zijn geleverd onder socio-economische voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die welke gelden voor een werknemer ten opzichte van zijn werkgever. De kunstenaar is dan onderworpen aan de sociale zekerheid van de zelfstandigen.

    B.2.2. Wegens het atypische karakter van hun beroepsactiviteit verkeerden veel kunstenaars, vóór de inwerkingtreding van het voormelde artikel 1bis, in de onmogelijkheid om te worden onderworpen aan de sociale zekerheid van de werknemers, terwijl hun situatie niet overeenstemde met die van een zelfstandige. De wetgever heeft dus, met artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969, een specifiek statuut voor de kunstenaars ingevoerd teneinde de sociale bescherming te verbeteren van de kunstenaars die in geen enkele van de klassieke statuten van de sociale zekerheid thuishoorden die de wetgever heeft gecreëerd.

    B.2.3. In de memorie van toelichting van de programmawet van 24 december 2002 wordt immers in verband met artikel 1bis aangegeven :

    Na drie decennia van rechtsonzekerheid, na twee decennia van gebrekkige sociale bescherming voor sommige artiesten en na méér dan één decennium van onmogelijkheid zich als zelfstandige schouwspelartiest in te schrijven, heeft de aanpassing van van de thans bestaande ' onweerlegbare ' gelijkstelling het volgend doel : de artiesten terug in een werkzaam systeem van sociale zekerheid loodsen, hetzij in de werknemersregeling, hetzij in de zelfstandigenregeling, hetzij in beide (bijvoorbeeld via zelfstandige in bijberoep).

    Omwille van de zogenaamde artistieke vrijheid van kunstenaars, wordt over het algemeen aangenomen dat bij de activiteiten van kunstenaars het bestaan van de vereiste band van gezag of juridische ondergeschiktheid soms moeilijk kan worden aangetoond.

    Op basis van dit artikel wordt het toepassingsgebied van de sociale zekerheidsregeling der werknemers evenwel uitgebreid tot de kunstenaars die hun artistieke prestaties en/of artistieke werken uitvoeren of leveren tegen de betaling van een loon. Die uitbreiding is echter niet van toepassing indien de kunstenaar aantoont dat dit niet geschiedt in ' gelijkaardige socio-economische voorwaarden ' als die waarin een werknemer zich ten opzichte van zijn werkgever bevindt.

    In tegenstelling tot bij een normale arbeidsverhouding, dient voor de activiteiten van een kunstenaar het bestaan van gezag of een juridische ondergeschiktheid dus niet aangetoond te worden. Het volstaat vast te stellen dat de kunstenaar artistieke prestaties verricht en/of artistieke werken levert opdat de gelijkstelling van toepassing zou zijn

    (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2124/001, pp. 35-36).

    B.2.4. Dat statuut betreft alle kunstenaars, ongeacht of zij iets interpreteren of creëren, die tegen betaling van een loon in opdracht van een opdrachtgever werken, maar die niet gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst met die persoon, wegens de bijzondere aard van de relatie tussen hen, relatie die doorgaans gekenmerkt wordt door het intuitu personae-karakter ervan en door de afwezigheid van een hiërarchische ondergeschiktheid.

    B.2.5. Vóór de vervanging ervan door de bestreden bepaling luidden de paragrafen 1 en 2 van artikel 1bis van de voormelde wet van 27 juni 1969, ingevoerd bij artikel 170 van de programmawet (I) van 24 december 2002 :

    § 1. Deze wet vindt eveneens toepassing op de personen die, zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, tegen betaling van een loon artistieke prestaties leveren en/of artistieke werken produceren in opdracht van een natuurlijke of rechtspersoon, tenzij de persoon die de artistieke prestatie levert of het artistieke werk produceert, bewijst dat deze artistieke prestaties en/of werken niet worden geleverd in gelijkaardige socio-economische voorwaarden als die waarin een werknemer zich ten opzichte van zijn werkgever bevindt. Deze bepaling vindt echter geen toepassing wanneer de persoon die de artistieke prestatie levert of het artistieke werk produceert, deze artistieke prestatie levert of dit artistieke werk produceert ter gelegenheid van gebeurtenissen van zijn of haar familie.

    De natuurlijke persoon of rechtspersoon van wie de persoon die de artistieke prestatie levert of het artistieke werk produceert, het loon ontvangt, wordt beschouwd als de werkgever.

    § 2. Onder ' het leveren van artistieke prestaties en/of het produceren artistieke werken ' dient te worden verstaan de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie

    .

    B.2.6. De bestreden bepaling vervangt die paragrafen 1 en 2 van artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969 door de volgende bepalingen :

    § 1. Deze wet vindt eveneens toepassing op de personen die, omdat ze niet door een arbeidsovereenkomst kunnen zijn verbonden daar een of meerdere essentiële elementen voor het bestaan van de overeenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ontbreken en die tegen betaling van een loon prestaties leveren of werken produceren van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT