Uittreksel uit arrest nr. 72/2015 van 28 mei 2015 Rolnummer : 6171 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot

Uittreksel uit arrest nr. 72/2015 van 28 mei 2015

Rolnummer : 6171

In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van de artikelen 162, 170, 172, 174 en 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, ingesteld door Ivo Evers.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de vordering en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 maart 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 maart 2015, heeft Ivo Evers een vordering tot schorsing ingesteld van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van de artikelen 162, 170, 172, 174 en 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2014 en van 29 januari 2015, tweede editie).

    Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de vernietiging van voormelde decreetsbepalingen.

    Bij beschikking van 25 maart 2015 heeft het Hof de terechtzitting voor het debat over de vordering tot schorsing bepaald op 22 april 2015, na de in artikel 76, § 4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof bedoelde overheden te hebben uitgenodigd hun eventuele schriftelijke opmerkingen, in de vorm van een memorie, uiterlijk op 17 april 2015 in te dienen en een afschrift ervan binnen dezelfde termijn aan de verzoekende partij over te zenden.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van, in hoofdorde, artikel 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013. Indien het Hof het vermelde artikel 175 niet zou schorsen en vernietigen, vordert de verzoekende partij de schorsing en vernietiging van artikel 172 van hetzelfde decreet. In nog meer ondergeschikte orde vordert de verzoekende partij de schorsing en vernietiging van de artikelen 162, 170 en 174 van hetzelfde decreet.

    B.2.1. De bestreden artikelen van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 hebben betrekking op het fiscaal statuut van verdelingen van onroerende goederen.

    Artikel 73 van dat decreet bepaalt :

    Aan artikel 109 van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek-, en Griffierechten, vervangen bij de wet van 23 december 1958 en laatst gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2012, worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt :

    ' Het recht wordt op 1 t.h. gebracht als de verdeling of de afstand, vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, plaatsvindt in een van de volgende omstandigheden :

    1° bij de akte, vermeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek of ingevolge de wijziging, vermeld in artikel 1293 van het Gerechtelijk Wetboek;

    2° bij de vereffening-verdeling na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting, vermeld in het vierde deel, boek IV, hoofdstuk VI, van het Gerechtelijk Wetboek;

    3° binnen een termijn van een jaar, die volgt op de beëindiging van de wettelijke samenwoning conform artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de personen op de dag van de beëindiging van de wettelijke samenwoning ten minste een jaar ononderbroken met elkaar wettelijk samenwoonden.

    Het verlaagd tarief, vermeld in het tweede lid, is ook van toepassing als de verdeling of de afstand wordt gedaan volgens de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte als de verdeling of de afstand plaatsvindt onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en voorwaarden, vermeld in het tweede lid.

    In of onderaan op het document dat aanleiding geeft tot heffing van het evenredig recht op de verdeling, moeten de verkrijgers uitdrukkelijk melden dat ze de toepassing van het verlaagde tarief vragen en moeten ze verklaren dat ze voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, of, in voorkomend geval, dat de verdeling of de afstand is gedaan overeenkomstig de wetgeving van een nader aan te wijzen lidstaat van de Europese Economische Ruimte onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. '

    .

    Artikel 74 van hetzelfde decreet bepaalt :

    Artikel 212quinquies van hetzelfde wetboek, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2012, wordt vervangen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT