Uittreksel uit arrest nr. 36/2015 van 19 maart 2015 Rolnummers : 5849 en 5850 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 3, 4, 5

Uittreksel uit arrest nr. 36/2015 van 19 maart 2015

Rolnummers : 5849 en 5850

In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 3, 4, 5, 33 en 38 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie », ingesteld door Tomaso Antonacci en anderen en door Pierre Blondeau.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 20 februari 2014 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 21 februari 2014, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld van de artikelen 3, 4, 5, 33 en 38 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2013, tweede editie) respectievelijk door Tomaso Antonacci, Pierre Demolin en Philippe Delcommune, en door Pierre Blondeau, allen bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. X. Koener, advocaat bij de balie te Luik.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5849 en 5850 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 3, 4, 5, 33 en 38 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie ». Die artikelen bepalen :

    Art. 3. Artikel L1124-1 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

    ' Art. L1124-1. De doelstellingenovereenkomst bevat de omschrijving van de wettelijke opdrachten van de directeur-generaal waarin voorzien wordt in het algemeen beleidsprogramma, alsook elke andere kwantificeerbare en haalbare doelstelling die deel uitmaakt van zijn opdrachten.

    Ze omschrijft de strategie van de organisatie van de administratie in de loop van de legislatuur met het oog op het vervullen van de opdrachten en het halen van de doelstellingen bedoeld in het eerste lid en drukt ze uit in initiatieven en concrete projecten. Ze bevat een overzicht van de menselijke en financiële middelen die beschikbaar of noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan.

    De doelstellingenovereenkomst wordt door de directeur-generaal opgemaakt binnen zes maanden na ontvangst en op basis van de opdrachtbrief die het gemeentecollege hem zal overmaken ter gelegenheid van de gehele hernieuwing van de gemeenteraad of van de aanwerving van een directeur-generaal.

    Die opdrachtbrief bevat minstens de volgende elementen :

    1° de functiebeschrijving en het vaardigheidsprofiel van de betrekking van directeur-generaal;

    2° de te halen doelstellingen voor de verschillende opdrachten, met name op basis van het algemeen beleidsprogramma;

    3° de toegekende begrotingsmiddelen en menselijke hulpkrachten;

    4° het geheel van de opdrachten die hem bij dit Wetboek toegewezen worden, o.a. zijn advies- en disponibiliteitsopdracht jegens het geheel van de gemeenteraadsleden.

    De directeur-generaal en het gemeentecollege plegen overleg over de middelen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de doelstellingenovereenkomst. De financieel directeur wordt erbij betrokken voor de aangelegenheden waarmee hij belast wordt. Bij gebrek aan akkoord van de directeur-generaal over de middelen wordt zijn advies gevoegd bij de doelstellingenovereenkomst zoals goedgekeurd door het gemeentecollege.

    De doelstellingenovereenkomst wordt jaarlijks geüpdatet. Op uitdrukkelijk verzoek van de directeur-generaal kan de doelstellingenovereenkomst in de loop van het jaar bijgestuurd worden door het college. De doelstellingenovereenkomst alsook de updatings en eventuele aanpassingen ervan worden aan de raad meegedeeld.

    De opdrachtbrief wordt bij de doelstellingenovereenkomst gevoegd. '.

    Art. 4. Artikel L1124-2 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

    ' Art. L1124-2. § 1. De directeur generaal wordt door de gemeenteraad benoemd tegen de voorwaarden vastgesteld in artikel L1212-1 en met inachtneming van de minimale regels waarin de Regering voorziet. Er wordt in de betrekking voorzien binnen zes maanden na de vacantverklaring.

    De definitieve benoeming vindt plaats na afloop van de stage.

    § 2. Het administratief statuut van de directeur-generaal ligt vast in een reglement dat door de gemeenteraad opgemaakt wordt met inachtneming van de minimale regels waarin de Waalse Regering voorziet.

    De betrekking van directeur-generaal is toegankelijk door werving, bevordering en mobiliteit. '.

    Art. 5. Artikel L1124-4 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

    ' Art. L1124-4. § 1. De directeur-generaal is belast met de voorbereiding van de dossiers die aan de gemeenteraad of aan het gemeentecollege worden voorgelegd. Hij woont de zittingen van de raad en van het college zonder stemrecht bij.

    De directeur-generaal is ook belast met de uitvoering van de beleidshoofdlijnen van het algemeen beleidsprogramma uitgedrukt in de doelstellingenovereenkomst bedoeld in artikel L1124-1.

    In dit kader voert en evalueert hij het beleid inzake het beheer van de menselijke hulpkrachten.

    § 2. Onder de controle van het gemeentecollege leidt en coördineert hij de gemeentediensten en, behalve de uitzonderingen bepaald bij wet of decreet, staat hij aan het hoofd van het personeel. In dat kader maakt hij het ontwerp van de evaluatie van elk personeelslid op alvorens het aan de betrokkene en aan het college te richten.

    De directeur-generaal of zijn afgevaardigde, van hoger niveau dan dat van het geworven of in dienst genomen personeelslid, neemt met stemrecht deel aan de examenjury samengesteld bij de werving of de indienstneming van de personeelsleden.

    § 3. Het voorzitterschap van het directiecomité bedoeld in artikel L1211-3, wordt door de directeur-generaal waargenomen.

    § 4. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT