Uittreksel uit arrest nr. 16/2015 van 12 februari 2015 Rolnummers : 5811 en 5819 In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke

Uittreksel uit arrest nr. 16/2015 van 12 februari 2015

Rolnummers : 5811 en 5819

In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 11 juli 2013 tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, ingesteld door de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe en door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 januari 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 januari 2014, heeft de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. M. Uyttendaele, advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 11 juli 2013 tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 juli 2013).

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 24 januari 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 januari 2014, heeft het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J.-P. Lagasse, advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 24 tot 33 van de voormelde ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 11 juli 2013.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5811 en 5819 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden ordonnantie

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de ordonnantie van 11 juli 2013 « tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode ».

    De middelen beogen meer in het bijzonder de artikelen 24 tot 33, alsook, voor wat de zaak nr. 5811 betreft, in voorkomend geval, artikel 74 van de nieuwe Huisvestingscode zoals zij zijn vervangen bij artikel 2 van de bestreden ordonnantie. Die bepalingen vormen hoofdstuk IV van titel III van de nieuwe Code en formuleren de regels die van toepassing zijn op woningen die door openbare vastgoedoperatoren te huur worden gesteld.

    B.2.1. Tien jaar na de inwerkingtreding van de Brusselse Huisvestingscode en na de talrijke wijzigingen die hij sinds de aanneming ervan heeft ondergaan, wou de ordonnantiegever een drieledige doelstelling nastreven : in eerste instantie, wat de vorm betreft, een tekst waarvan de coherentie in het gedrang was gekomen door een reeks opeenvolgende herzieningen opnieuw vlot leesbaar te maken, vervolgens de Code aan te passen naar gelang van de toepassingsmoeilijkheden op het werkveld en, tot slot, de mogelijkheid te bieden om een aantal innovatieve voorzieningen en concepten die het Gewest sinds geruime tijd ontwikkelt en uitgebreider wenst te promoten, te operationaliseren door beginselen uiteen te zetten die aan het huisvestingsbeleid van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ten grondslag liggen (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2012-2013, A-355/1, p. 2; Parl. St., Brussels Hoofdstedelijke Parlement, 2012-2013, A-355/2, p. 3).

    B.2.2. Wat meer in het bijzonder de doelstellingen betreft die werden nagestreefd bij de aanneming van de bestreden bepalingen, vermeldt de parlementaire voorbereiding het volgende :

    Ondanks haar redelijk recent karakter, heeft de ordonnantie van 19 december 2008 (die werd geïntegreerd in de Code) betreffende de toewijzing van woningen die deel uitmaken van het patrimonium van de gemeenten en OCMW's eveneens het voorwerp uitgemaakt van een evaluatie op het vlak van haar efficiëntie en goede toepassing.

    De eerste voorgestelde wijziging bestaat erin de voorschriften uit te breiden tot elke openbare vastgoedoperator en de sociale verhuurkantoren.

    Daarnaast, werd er voor gezorgd dat de weigering van inschrijving om redenen die verband houden met de localisering van de kandidaat of de te hoge huurprijs ten opzichte van het inkomen wordt verboden. Zo zullen de woningen binnen een bepaalde [gemeente] niet kunnen worden voorbehouden voor de inwoners van de betrokken gemeente. Daarnaast, dienen deze woningen toegankelijk te blijven voor gezinnen die slechts over een gematigd inkomen beschikken.

    Een soortgelijk verbod is eveneens van toepassing op de toewijzing van woningen.

    Vervolgens werd er beslist om de toewijzingsprocedure van woningen die toebehoren aan gemeenten en OCMW's beter te objectiveren door het opleggen van de creatie van een externe instantie die vanaf nu na eensluidend advies de woningen zal toewijzen.

    In dezelfde zin, dienen de toewijzingscriteria die de chronologische volgorde van de inschrijving kunnen beïnvloeden vanaf nu in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de Code inzake de gelijke behandeling en niet-discriminatie.

    Met het oog op de verwezenlijking van dezelfde doelstelling die erin bestaat de residentiële mobiliteit en sociale gemengdheid niet in gedrang te brengen, dient de aanvraag (van een woning) om ingewilligd te worden niet meer noodzakelijk in overeenstemming te zijn met de ligging (binnen de gemeente) van het leegstaand goed.

    Inzake het criterium van de aanpassing van de woning dat de toewijzing van de goederen wel degelijk blijft beheersen, wordt er hier verwezen naar regels die van kracht zijn voor de sociale huisvesting. Ter deze gelegenheid zal er rekening worden gehouden met onder andere de modaliteiten voor een gelijke huisvesting (het co-ouderschap).

    Tot slot, werd besloten de beroepen te vereenvoudigen. Hiertoe werd eerst [en] vooral het college van burgemeester en schepen [en] aangesteld als beroepsinstantie (voor de gemeentelijke woningen) in plaats van de huidige [gemeenteraad]. Hetzelfde geldt voor de woningen die aan de OCMW's toebehoren (beroep bij het Vast Bureau). Daarnaast, werd er (voor de andere woningen) voorzien in een beroep bij de gemachtigd ambtenaar

    (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2012-2013, A-355/2, pp. 13-14).

    Ten aanzien van de middelen in de zaak nr. 5811

    B.3. In haar eerste middel vordert de verzoekende partij in de zaak nr. 5811 de vernietiging van de artikelen 24, 26, 27, § 1, 28, 29, 30, § 2, en 31 van de Brusselse Huisvestingscode, zoals vervangen bij artikel 2 van de ordonnantie van 11 juli 2013 tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, om reden dat zij de artikelen 41, eerste lid, en 162, tweede lid, 2°, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 ervan en met de artikelen 3 en 4 van het Europees Handvest inzake lokale autonomie van 15 oktober 1985, alsook artikel 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zouden schenden.

    B.4. Artikel 24 van de Brusselse Huisvestingscode bepaalt :

    De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de openbare vastgoedoperatoren en hun woningen (met uitzondering van de OVM's), ook wanneer het beheer en de tehuurstelling worden toevertrouwd aan een derde (die geen sociaal verhuurkantoor is)

    .

    Artikel 26 van dezelfde Code bepaalt :

    Elke openbare vastgoedoperator die als houder van een zakelijk hoofdrecht woningen te huur aanbiedt, moet een toewijzingsreglement uitvaardigen, hierna genoemd ' het Toewijzingsreglement ', waarin de criteria en de procedure voor de toewijzing worden bepaald, alsook de wijze van beroep bedoeld in artikel 32, § 2, met inbegrip van de wijzigingsbevoegdheid van de beroepsinstantie.

    In dat reglement, moeten de verplichtingen vermeld in de artikelen 27 tot 32 worden opgenomen. Het reglement is van toepassing op alle soorten woningen, met uitzondering van de transitwoningen.

    Het moet ook gemakkelijk raadpleegbaar zijn voor het publiek en, net zoals latere wijzigingen, onverwijld aan de Regering worden bezorgd

    .

    Artikel 27 van dezelfde Code bepaalt :

    § 1. Elke openbare vastgoedoperator die woningen te huur aanbiedt, moet een register bijhouden - hierna genoemd ' het Register ' - met, in chronologische volgorde van indiening van de aanvragen, de geanonimiseerde lijst van de aanvragers voor de toewijzing van een van die woningen.

    De operator vermeldt in het Register, naast de aanvrager aan wie een woning is toegewezen, de ligging van die woning en de datum van de toewijzingsbeslissing.

    De aanvraag tot inschrijving in het register kan niet worden geweigerd om redenen die verband houden met de ligging van de woonplaats van de kandidaat of het minimumbedrag van zijn inkomen.

    § 2. Het Register kan worden geraadpleegd door op zijn minst de aanvragers, de gemeenteraadsleden, de leden van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de leden van het Parlement en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

    .

    Artikel 28 bepaalt :

    Zonder afbreuk te doen aan artikel 31 betreffende de afwijkingen, moet de begunstigde een van de aanvragers in het Register zijn

    .

    Artikel 29 bepaalt :

    De beslissing om woningen toe te wijzen volgt de chronologische volgorde van de aanvragen in het Register die overeenstemmen met het aantal kamers van de woning die te huur aangeboden wordt, overeenkomstig de reglementering betreffende de in artikel 165 van deze Code bedoelde tegemoetkoming.

    Toch kunnen andere criteria uit het Toewijzingsreglement in overweging genomen worden om de chronologische volgorde te bepalen, voor zover zij in overeenstemming zijn met de bepalingen van Titel X van deze...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT