Uittreksel uit arrest nr. 13/2015 van 5 februari 2015 Rolnummer : 5790 In zake : het beroep tot vernietiging van hoofdstuk 8 (« Strijd tegen de fraude »

Uittreksel uit arrest nr. 13/2015 van 5 februari 2015

Rolnummer : 5790

In zake : het beroep tot vernietiging van hoofdstuk 8 (« Strijd tegen de fraude », artikelen 98 tot 105) van de wet van 17 juni 2013 houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling, ingesteld door de vzw « Liga van belastingplichtigen ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 december 2013 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 december 2013, heeft de vzw « Liga van belastingplichtigen », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. T. Afschrift en Mr. S. Chatzigiannis, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van hoofdstuk 8 (« Strijd tegen de fraude », artikelen 98 tot 105) van de wet van 17 juni 2013 houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 juni 2013).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1.1. Artikel 449 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals vervangen bij artikel 5 van de wet van 20 september 2012, bepaalde :

    Hij die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, de bepalingen van dit Wetboek of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten overtreedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met geldboete van 250 euro tot 500.000 euro of met een van die straffen alleen

    .

    Bij artikel 98 van de wet van 17 juni 2013 « houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling » wordt het volgende lid daaraan toegevoegd :

    Indien de in het eerste lid vermelde inbreuken gepleegd werden in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot 5 jaar en met een geldboete van 250 euro tot 500.000 euro of met een van die straffen alleen

    .

    B.1.2. Artikel 73 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, zoals vervangen bij artikel 18 van de wet van 20 september 2012, bepaalde :

    Hij die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, de bepalingen van dit Wetboek of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten overtreedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met geldboete van 250 euro tot 500.000 euro of met een van die straffen alleen

    .

    Bij artikel 99 van de wet van 17 juni 2013 wordt het volgende lid daaraan toegevoegd :

    Indien de in het eerste lid vermelde inbreuken gepleegd werden in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot 5 jaar en met een geldboete van 250 euro tot 500.000 euro of met een van die straffen alleen

    .

    B.1.3. Artikel 207 van het Wetboek diverse rechten en taksen, zoals gewijzigd bij artikel 30 van de wet van 20 september 2012, bepaalde :

    Onverminderd de fiscale geldboeten, wordt hij die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, de bepalingen van dit Wetboek of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten overtreedt, gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met geldboete van 250 tot 500.000 euro of met één van die straffen alleen

    .

    Bij artikel 100 van de wet van 17 juni 2013 wordt het volgende lid daaraan toegevoegd :

    Indien de in het eerste lid vermelde inbreuken gepleegd werden in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot 5 jaar en met een geldboete van 250 euro tot 500.000 euro of met een van die straffen alleen

    .

    B.1.4. Artikel 220 van de algemene wet inzake douane en accijnzen bepaalde :

    § 1. Elke kapitein van een zeeschip, elke schipper of patroon van om 't even welk vaartuig, elke voerman, geleider, drager, en alle andere personen, die, bij invoer of bij uitvoer, pogen, hetzij op het eerste, hetzij op elk ander daartoe aangewezen kantoor, de vereiste aangiften te ontgaan en die aldus trachten de rechten van de Schatkist te ontduiken, elke persoon bij wie een door de van kracht zijnde wetten verboden opslag wordt gevonden, worden gestraft met een gevangenisstraf van ten minste vier maanden en ten hoogste één jaar.

    § 2. Bij herhaling beloopt de gevangenisstraf ten minste acht maanden en ten hoogste twee jaar; voor elke verdere herhaling ten minste twee jaar en ten hoogste vijf jaar

    .

    Bij artikel 101 van de wet van 17 juni 2013 wordt paragraaf 2 vervangen door de volgende tekst :

    Hij die de in § 1 bepaalde inbreuken pleegt met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden en die inbreuken ofwel worden gepleegd in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, ofwel de financiële belangen van de Europese Unie ernstig hebben of zouden hebben geschaad en hij die zich in een geval van herhaling bevindt worden gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar

    .

    B.1.5. Artikel 45 van de wet van 22 december 2009 « betreffende de algemene regeling inzake accijnzen » bepaalde :

    Iedere overtreding van de bepalingen van deze wet die tot gevolg heeft dat de accijnzen opeisbaar worden, wordt gestraft met een boete van vijf- tot tienmaal de in het spel zijnde accijnzen met een minimum van 250 euro.

    Bovendien worden de overtreders bestraft met een gevangenisstraf van vier maanden tot een jaar wanneer accijnsgoederen die worden geleverd of zijn bestemd om te worden geleverd in het land, in het verbruik zijn gesteld zonder aangifte of wanneer het vervoer ervan geschiedt onder dekking van valse of vervalste documenten of wanneer de inbreuk wordt gepleegd in bende van ten minste drie personen.

    In geval van herhaling worden de geldboete en de gevangenisstraf verdubbeld.

    Benevens vorenvermelde straf worden de goederen waarop de accijnzen verschuldigd zijn, de bij de overtreding gebruikte vervoermiddelen en de voorwerpen die gediend hebben of bestemd waren om de fraude te plegen in beslag genomen en wordt de verbeurdverklaring ervan uitgesproken.

    De teruggave van in beslag genomen goederen wordt toegestaan aan de persoon die er eigenaar van was op het ogenblik van de inbeslagneming en die aantoont dat hij vreemd is aan het misdrijf

    .

    Bij artikel 102 van de wet van 17 juni 2013 wordt het derde lid vervangen door de volgende tekst :

    In geval van herhaling wordt de geldboete verdubbeld. Hij die in het tweede lid bepaalde inbreuken pleegt met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, en hij die zich in een geval van herhaling bevindt worden gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar

    .

    B.1.6. Artikel 27 van de wet van 7 januari 1998 « betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT