Uittreksel uit arrest nr. 170/2014 van 27 november 2014 Rolnummers : 5750 en 5751 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 2.3.51 tot 2.3.62 (« Parkings buiten de openbare weg ») en

Uittreksel uit arrest nr. 170/2014 van 27 november 2014

Rolnummers : 5750 en 5751

In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 2.3.51 tot 2.3.62 (« Parkings buiten de openbare weg ») en 4.1.1, §§ 4 tot 9, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, ingesteld door de vzw « Federatie van de Belgische parkings » en door de « Beroepsverening van de Vastgoedsector ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 21 november 2013 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 22 november 2013, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2.3.51 tot 2.3.62 (« Parkings buiten de openbare weg ») en 4.1.1, §§ 4 tot 9, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 mei 2013) respectievelijk door de vzw « Federatie van de Belgische parkings », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. S. Nopere, advocaat bij de balie te Brussel, en door de « Beroepsverening van de Vastgoedsector », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. M. Scholasse, advocaat bij de balie te Brussel, en Mr. N. Barbier, advocaat bij de balie te Nijvel.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5750 en 5751 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De verzoekende partij in de zaak nr. 5750 vordert de vernietiging van de artikelen 2.3.51 tot 2.3.62 en 4.1.1, §§ 4 tot 9, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 2 mei 2013 « houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing » (hierna : « BWLKE »). De verzoekende partij in de zaak nr. 5751 vordert de vernietiging van de artikelen 2.3.51 tot 2.3.61 en van artikel 4.1.1, §§ 4 tot 9, van dezelfde ordonnantie.

    B.2.1. De artikelen 2.3.51 tot 2.3.62 vormen hoofdstuk 3, getiteld « Parkings buiten de openbare weg », van titel III, getiteld « Bepalingen betreffende het vervoer », van de bestreden ordonnantie. Zij luiden :

    Art. 2.3.51. Met het oog op de toepassing van dit hoofdstuk, verstaat men onder :

    1° ' Aanvraag ' : een aanvraag om milieuvergunning in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, een aanvraag om milieucertificaat in de zin van artikel 8 van dezelfde ordonnantie of een aanvraag tot verlenging van een milieuvergunning in de zin van artikel 62 van dezelfde ordonnantie;

    2° ' Aanvrager ' : elke publieke of privépersoon die een aanvraag indient;

    3° ' Parkeerplaats ': een plaats buiten de openbare weg voor het stationeren van een autovoertuig op twee tot vier wielen en waarvan de toegang voorbehouden is aan sommige gebruikers, in tegenstelling tot de openbare parking;

    4° ' Overtollige parkeerplaats ' : een parkeerplaats zoals gedefinieerd in punt 3° die het aantal toegestane plaatsen, zoals bepaald krachtens de artikelen 2.3.53 en 2.3.54, met inbegrip van § 4 van artikel 2.3.54 overschrijdt;

    5° ' Woning ' : geheel van lokalen bestemd voor bewoning, die samen een wooneenheid vormen;

    6° ' Parking ' : elke ingedeelde inrichting in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen die parkeerplaatsen of overtollige parkeerplaatsen behelst in de zin van punten 3° en 4° van onderhavig artikel;

    7° ' Openbare parking ' : elke parking die, gratis of tegen betaling, toegankelijk is voor het publiek en die voldoet aan de voorwaarden van de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, of als dusdanig erkend is in de milieuvergunning waaraan ze onderworpen is, met inbegrip van die welke aan het Gewest of elke andere publiekrechtelijke rechtspersoon toebehoren, met inbegrip van de transitparkings;

    8° ' Milieuvergunning ' of ' milieucertificaat ' : de vergunning of het certificaat uitgereikt met toepassing van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

    9° ' Vloeroppervlakte ' : som van de overdekte vloeren met een vrije hoogte van minstens 2,20 meter in alle lokalen, met uitsluiting van de lokalen gelegen onder het terreinniveau die voor parkeerplaatsen, kelders, technische voorzieningen en opslagplaatsen bestemd zijn;

    10° ' Dienstvoertuig ' : voertuig bestemd voor leveringen of diensten of een ander voertuig nodig voor de technische activiteiten van een onderneming, met uitsluiting van dienstwagens met chauffeur en van de ter beschikking van het personeel gestelde wagens, zoals de bedrijfswagens.

    Art. 2.3.52. § 1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de aan te leggen parkings in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, evenals op de bestaande parkings die minstens drie overtollige plaatsen tellen in de zin van de artikel 2.3.51, 4°.

    § 2. Het aantal toegestane parkeerplaatsen in een parking wordt bepaald volgens de regels waarin voorzien in de artikelen 2.3.53 en 2.3.54 rekening houdend met :

    - enerzijds, de bereikbaarheidszone gedefinieerd in artikel 2.3.53 waarin het gebouw of deel van het gebouw gelegen is dat de inrichting moet bedienen waarvoor een milieuvergunning, een milieucertificaat of een verlenging van milieuvergunning wordt aangevraagd;

    - en anderzijds, de vloeroppervlakte van dat gebouw of deel van gebouw.

    § 3. Die bepalingen zijn echter niet van toepassing :

    1° op de parkeerplaatsen bestemd voor een woonfunctie;

    2° op de parkeerplaatsen die fungeren als publieke parking;

    3° op de parkeerplaatsen die exclusief bestemd zijn voor ambachts-, nijverheids-, logistieke, opslagactiviteiten of voor activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten, voor handelszaken, voor groothandel, voor grote speciaalzaken, voor voorzieningen van collectief belang of van openbare dienst en voor hotelinrichtingen. Al deze begrippen moeten worden verstaan in de zin van het Gewestelijk Bestemmingsplan;

    4° op de parkeerplaatsen die exclusief bestemd zijn voor taxidiensten zoals gedefinieerd onder artikel 2, 1° van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten, voor de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur of voor een autodeeldienst. In voorkomend geval, zal de aanvrager, in zijn aanvraag, het aantal parkeerplaatsen vermelden die voor deze functies gebruikt moeten worden.

    De Regering kan een begeleidingsdienst aanstellen voor aanvragers die al hun parkeerplaatsen of een deel daarvan wensen te herbestemmen als parkeerplaatsen bestemd voor een woonfunctie, openbare parking in de zin van artikel 2.3.51, 7° of andere bestemmingen dan parkeerplaatsen voor voertuigen.

    Om de vergunningsaanvrager te garanderen dat hij zich slechts tot één instantie moet richten tijdens de aanvraagprocedure van de milieuvergunning, zal het Instituut de contactinstantie voor de aanvrager zijn voor alles wat die milieuvergunning betreft (van de aanvraag van de vergunning tot de aflevering ervan). Deze opdracht zal worden uitgevoerd met de steun van het Parkeeragentschap voor wat de aspecten betreft die betrekking hebben op de terbeschikkingstelling van parkeerplaatsen als ' openbare parking '.

    Na de aflevering van de vergunning zal het Parkeeragentschap de taak hebben om voor de milieuvergunningshouder de instantie te worden voor wat de aspecten betreft die betrekking hebben op de terbeschikkingstelling van parkeerplaatsen als ' openbare parkings ' (eventuele bijstand, controle van de naleving van de voorwaarden verbonden aan de toekenning van het label ' openbaar gebouw ', bijwerking van het kadaster, eventuele exploitatie van plaatsen enz.).

    Op verzoek van de milieuvergunningshouder zal het Parkeeragentschap het beheer van de overtollige parkeerplaatsen in de zin van artikel 2.3.51, 4° met een herbestemming als openbare parking in de zin van artikel 2.3.51, 7° op zich kunnen nemen.

    Art. 2.3.53. § 1. Met het oog op de toepassing van de bepalingen van onderhavig hoofdstuk, wordt het gewestelijk grondgebied opgedeeld in drie zones op grond van de bereikbaarheid met het openbaar vervoer :

    1° zone A, met een zeer goede bediening door het openbaar vervoer;

    2° zone B, met een goede bediening door het openbaar vervoer;

    3° zone C, met een matige bediening door het openbaar vervoer.

    § 2. Zone A omvat de terreinen grenzend aan de wegen of delen van wegen gelegen :

    1° op een wandelafstand van minder dan 500 meter van een IC/IR-spoorwegstation waar, op weekdagen, beide richtingen samengeteld, minstens tien reizigerstreinen per uur stoppen, tijdens minstens een volledig uur en dit twee keer per dag;

    2° op een wandelafstand van minder dan 400 meter :

    - van een metrostation waar, op weekdagen, beide richtingen samengeteld, minstens vijfendertig metrostellen per uur stoppen, tijdens minstens een volledig uur en dit twee keer per dag;

    - of van een premetrostation, vanaf het Zuidstation tot en met het Noordstation, waar, op weekdagen, beide richtingen samengeteld, minstens vijfendertig tramstellen per uur stoppen, tijdens minstens een volledig uur en dit twee keer per dag.

    § 3. Zone B omvat de terreinen grenzend aan de wegen of delen van wegen gelegen :

    1° op een wandelafstand van minder dan 400 meter :

    - van een spoorwegstation of -halte die niet bedoeld is in § 2 en waar, op weekdagen, beide richtingen samengeteld, minstens zes reizigerstreinen per uur stoppen, tijdens minstens een volledig uur en dit twee keer per dag;

    - of van een metrostation dat niet wordt bedoeld in § 2;

    - of van een premetrostation dat niet wordt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT