Uittreksel uit arrest nr. 145/2023 van 9 november 2023 Rolnummer 7854 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 18, § 2, 1°, 19, § 1 en § 2, 4°, 21, § 2

Uittreksel uit arrest nr. 145/2023 van 9 november 2023Rolnummer 7854In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 18, § 2, 1°, 19, § 1 en § 2, 4°, 21, § 2, en 23 van de wet van 28 februari 2022 « houdende diverse bepalingen inzake energie », ingesteld door de vzw « OKRA, trefpunt 55+ » en anderen.Het Grondwettelijk Hof,samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia en K. Jadin, bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen,wijst na beraad het volgende arrest :I. Onderwerp van het beroep en rechtsplegingBij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 september 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 september 2022, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 18, § 2, 1°, 19, § 1 en § 2, 4°, 21, § 2, en 23 van de wet van 28 februari 2022 « houdende diverse bepalingen inzake energie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 maart 2022) door de vzw « OKRA, trefpunt 55+ », Delphine Van Dijck en Jerome Beck, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. M. Van Den Broeck en Mr. P. Delgrange, advocaten bij de balie te Brussel.(...)II. In rechte(...)Ten aanzien van de bestreden bepalingenB.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 18, § 2, 1°, 19, § 1 en § 2, 4°, 21, § 2, en 23 van de wet van 28 februari 2022 « houdende diverse bepalingen inzake energie » (hierna : de wet van 28 februari 2022).B.1.2. De wet van 28 februari 2022 werd aangenomen « in reactie op de historisch hoge energieprijzen » (Parl. St., Kamer, 2021-2022, DOC 55-2465/001, p. 4). De bestreden bepalingen maken deel uit van hoofdstuk 5 van de wet van 28 februari 2022, met als opschrift « Verwarmingspremie ».Het bestreden artikel 19, § 1, van de wet van 28 februari 2022 bepaalt :« Ter compensatie van algemene energie-uitgaven, wordt eenmalig en forfaitair een verwarmingspremie van 100 euro toegekend aan elke huishoudelijke afnemer die op 31 maart 2022 voor diens woonplaats een leveringscontract heeft voor elektriciteit.Voor de betrokkenen die op hetzelfde adres wonen en die deel uitmaken van hetzelfde huishouden, wordt de verwarmingspremie slechts één keer toegekend ».De « rechthebbende » wordt in het bestreden artikel 18, § 2, 1°, van de wet van 28 februari 2022 gedefinieerd als « de huishoudelijke afnemer die op 31 maart 2022 een leveringsovereenkomst heeft voor elektriciteit voor diens woonplaats en overeenkomstig artikel 19 recht heeft op een verwarmingspremie ».Krachtens het bestreden artikel 19, § 2, 4°, van de wet van 28 februari 2022 is de verwarmingspremie niet van toepassing op « personen die verblijven in een woongelegenheid waar de inwoners verblijfskosten betalen of waarvoor werkingstoelagen worden toegekend ».Krachtens artikel 20, § 1, van de wet van 28 februari 2022, dat niet wordt bestreden, wordt « het bedrag van de verwarmingspremie [...] toegekend aan de rechthebbende door de leverancier die voorziet in de levering van elektriciteit op 31 maart 2022 in de vorm van een toerekening in de betaling van de levering van elektriciteit ».Het niet-bestreden artikel 21, § 1, van de wet van 28 februari 2022 bepaalt dat het bedrag van de verwarmingspremie, op het moment van het versturen van een voorschot- of afrekeningsfactuur, automatisch wordt toegekend aan de rechthebbenden die zijn opgenomen in de lijst die de FOD Economie aan de leveranciers verantwoordelijk voor de uitbetaling meedeelt.Krachtens het bestreden artikel 21, § 2, van de wet van 28 februari 2022, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij artikel 63 van de wet van 30 oktober 2022 « houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de energiecrisis », kan de rechthebbende aan wie geen verwarmingspremie zou zijn toegekend op 31 juli 2022, daartoe een schriftelijke of elektronische aanvraag indienen bij de FOD Economie, voor zover die aanvraag wordt verstuurd vóór 15 oktober 2022. Het bestreden artikel 23, eerste lid, van de wet van 28 februari 2022, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij artikel 64, 1°, van de voormelde wet van 30 oktober 2022, bepaalt dat « rechthebbenden die geen verwarmingspremie hebben ontvangen en nalaten de FOD Economie hierop te wijzen voor 15 oktober 2022, [...] niet langer in aanmerking [komen] voor de toekenning van de verwarmingspremie na 15 oktober 2022 ». Bij de voormelde artikelen 63 en 64, 1°, van de wet van 30 oktober 2022 werd die datum van 15 oktober 2022 vervangen door de woorden « het verstrijken van de veertiende dag na de publicatie van de wet van 30 oktober 2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de energiecrisis », publicatie die plaatsvond op 3 november 2022. De aanvraag bij de FOD Economie kon uiteindelijk worden ingediend tot 17 november 2022.B.1.3. In de toelichting bij het amendement dat aanleiding heeft gegeven tot de bestreden bepalingen, wordt vermeld :« In het licht van de hoge algemene energie-uitgaven is het opportuun om een verwarmingspremie van 100 euro netto toe te kennen ter compensatie daarvan. Deze premie wordt toegekend aan houders van een residentieel elektriciteitscontract en wordt verrekend via de elektriciteitsfactuur.De verwarmingspremie wordt per gezin met een residentieel elektriciteitscontract éénmaal toegekend en dit enkel voor de woonplaats (domicilie). Deze maatregel heeft namelijk als doel een financiële steun toe te kennen aan het grootst mogelijk aantal burgers voor de toegenomen verwarmingskostprijs van hun woning, onafhankelijk van de gebruikte verwarmingsbron (stookolie, aardgas, warmtepomp op elektriciteit, ...).Met de keuze om een verwarmingspremie toe te kennen via de residentiële elektriciteitscontracten wordt de breedst mogelijke groep bereikt binnen de federale bevoegdheden (energieprijzen). Het elektriciteitscontract is het grootste gemeenschappelijk aanknopingspunt voor het geheel van de huishoudelijke afnemers.Gezinnen zonder elektriciteitscontract (achter collectieve aansluitpunten of verblijvend in woon- en zorgcentra) of gezinnen met een niet-residentieel elektriciteitscontract worden uitgesloten. Identificatie van hun hoofdverblijfplaats is op korte termijn niet mogelijk omdat het gebruikte systeem voor de automatische verwerking van sociaal tarief enkel residentiële eindafnemers meeneemt.Aangezien de toekenning verloopt via de elektriciteitsfactuur genieten gezinnen zonder elektriciteitscontract niet van de verwarmingspremie. Deze gezinnen worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT