Uittreksel uit arrest nr. 105/2023 van 29 juni 2023 Rolnummer 7867 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 12, 2°, 14, 4°, 112, 3°, en 113, 2°

Uittreksel uit arrest nr. 105/2023 van 29 juni 2023

Rolnummer 7867

In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 12, 2°, 14, 4°, 112, 3°, en 113, 2°, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 17 maart 2022 « tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen met het oog op de omzetting van richtlijn 2018/2001 en richtlijn 2019/944 », ingesteld door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (« Brussel Gas Elektriciteit », afgekort « BRUGEL »).

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 september 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 september 2022, heeft de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (« Brussel Gas Elektriciteit », afgekort « BRUGEL »), bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. de Bandt, Mr. J. Dewispelaere en Mr. V. Heinen, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 12, 2°, 14, 4°, 112, 3°, en 113, 2°, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 17 maart 2022 « tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen met het oog op de omzetting van richtlijn 2018/2001 en richtlijn 2019/944 » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 april 2022).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan

    B.1. De Brusselse regulerende instantie voor elektriciteit, gas en controle van de waterprijs (hierna : BRUGEL) vordert de vernietiging van de artikelen 12, 14, 112 en 113 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 17 maart 2022 « tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen met het oog op de omzetting van richtlijn 2018/2001 en richtlijn 2019/944 » (hierna : de ordonnantie van 17 maart 2022).

    B.2.1. De ordonnantie van 17 maart 2022 wijzigt, enerzijds, de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 19 juli 2001 « betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (hierna : de ordonnantie van 19 juli 2001) en, anderzijds, de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 1 april 2004 « betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » (hierna : de ordonnantie van 1 april 2004), en zulks met name teneinde :

    - de richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 « betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (herschikking) » (hierna : de richtlijn (EU) 2019/944) om te zetten in Belgisch recht en

    - de richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 « ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking) » gedeeltelijk om te zetten.

    B.2.2. Uit het verzoekschrift blijkt dat het beroep meer bepaald is gericht tegen de artikelen 12, 2°, 14, 4°, 112, 3°, en 113, 2°, van de ordonnantie van 17 maart 2022.

    Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die bepalingen.

    B.2.3. Artikel 12, 2°, van de ordonnantie van 17 maart 2022 vervangt artikel 9quinquies, 9°, van de ordonnantie van 19 juli 2001, dat voortaan luidt :

    Brugel stelt de tariefmethodologie op met inachtneming van volgende richtsnoeren :

    [...]

    9° het normale en billijke kapitaalrendement [lees : rendement van het kapitaal] dat in de gereglementeerde activa wordt geïnvesteerd, moet de distributienetbeheerder in staat stellen de investeringen te doen die nodig zijn voor de uitvoering van zijn taken. Deze vergoeding waarborgt een voldoende stabiel rendement dat de distributienetbeheerder in staat stelt zijn verplichtingen op lange termijn na te komen;

    .

    B.2.4. Artikel 10ter, 9°, van de ordonnantie van 1 april 2004, zoals gewijzigd bij artikel 113, 2°, van de ordonnantie van 17 maart 2022, bevat voortaan een identieke regel.

    B.2.5. Artikel 14, 4°, van de ordonnantie van 17 maart 2022 vervangt artikel 12, § 3, van de ordonnantie van 19 juli 2001, dat voortaan bepaalt :

    Elke netbeheerder bezorgt aan Brugel zijn voorstel van ontwikkelingsplan en een raadplegingsverslag voor 15 juni van het jaar dat voorafgaat aan het eerste jaar waarop het plan betrekking...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT