Uittreksel uit arrest nr. 14/2024 van 25 januari 2024, de 25 janvier 2024

Artikel M. Uittreksel uit arrest nr. 14/2024 van 25 januari 2024 Rolnummer 7977 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2 tot 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 " tot opschorting van de afsluitingen en tot invoeging van een artikel 66/1 in het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt en een artikel 2bis in het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt ", ingesteld door de vzw " Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven ". Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt, K. Jadin en M. Plovie, bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 april 2023 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 april 2023, heeft de vzw " Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven ", bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Verhoeven, Mr. F. Tulkens en Mr. L. Malluquin, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 2 tot 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 " tot opschorting van de afsluitingen en tot invoeging van een artikel 66/1 in het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt en een artikel 2bis in het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt " (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2022). (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 2 tot 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 " tot opschorting van de afsluitingen en tot invoeging van een artikel 66/1 in het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt en een artikel 2bis in het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt " (hierna : het decreet van 22 september 2022). B.2.1. Artikel 2 van het decreet van 22 september 2022 voegt in het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 " betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt " (hierna : het Elektriciteitsdecreet) een artikel 66/1 in dat een nieuwe categorie van beschermde afnemers invoert, de " conjunctureel beschermde afnemers " genoemd. B.2.2. Artikel 4 van het decreet van 22 september 2022 voegt in het decreet van het Waalse Gewest van 19 december 2002 " betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt " (hierna : het Gasdecreet) een artikel 2bis in dat, voor de toepassing van dat decreet, de " beschermde afnemer " definieert met verwijzing naar onder meer artikel 66/1 van het Elektriciteitsdecreet. B.3. Het stelsel van de beschermde afnemers vindt zijn oorsprong in de wetgeving van de federale overheid, met name in de wet van 29 april 1999 " betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt " (hierna : de Elektriciteitswet) en in de wet van 12 april 1965 " betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen " (hierna : de Gaswet). Die wetten bepalen dat de " beschermde residentiële afnemers " " maximumprijzen " genieten voor de levering van elektriciteit (artikel 20, § 2, van de Elektriciteitswet) en van gas (artikel 15/10, § 2, van de Gaswet). Die prijzen worden ook het " het sociaal tarief " genoemd. Beide voormelde wetten beschouwen de " beschermde residentiële afnemer " als : " elke huishoudelijke afnemer die kan bewijzen dat hijzelf of iedere persoon die onder hetzelfde dak leeft een beslissing geniet tot toekenning van : 1° door een OCMW, : a) het leefloon toegekend in toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie; b) een financiële maatschappelijke dienstverlening, die geheel of gedeeltelijk door de Federale Staat ten laste wordt genomen op grond van artikel 5 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; c) een wachtuitkering op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, de inkomensgarantie voor ouderen of de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT