Uittreksel uit arrest nr. 150/2007 van 5 december 2007 Rolnummer 4122 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 21, § 2, van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, z

Uittreksel uit arrest nr. 150/2007 van 5 december 2007

Rolnummer 4122

In zake : de prejudiciële vraag over artikel 21, § 2, van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij artikel 217, 3°, van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Nijvel.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, de rechters R. Henneuse, E. De Groot, J.-P. Snappe en E. Derycke, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, emeritus voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging

    Bij vonnis van 22 december 2006 in zake Françoise Collet tegen de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 januari 2007, heeft de Arbeidsrechtbank te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld :

    Schendt artikel 21, § 2, van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, zoals het van kracht is op de datum van dit vonnis en tot op 31 december 2006 inbegrepen, de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het het genot van een overlevingsrente niet toekent aan de weduwenaar of de weduwe van een vooroverleden verzekerde die tewerkgesteld is geweest overzee, wanneer het huwelijk minder dan één jaar heeft geduurd, ook al werd het overlijden veroorzaakt door een na de datum van het huwelijk voorgekomen ongeval, terwijl krachtens artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers de weduwenaar of de weduwe van een vooroverleden werknemer die in België is tewerkgesteld geweest een overlevingspensioen geniet, ook al heeft het huwelijk minder dan één jaar geduurd, wanneer het overlijden te wijten is aan een na de datum van het huwelijk voorgekomen ongeval ?

    .

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. Het Hof wordt gevraagd naar de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 21, § 2, van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, in de versie die van toepassing was vóór de wijziging ervan bij artikel 217 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen.

    In die versie bepaalde artikel 21, § 2, van de voormelde wet van 17 juli 1963 :

    Wanneer de verzekerde ongehuwd, weduwnaar of uit de echt gescheiden is, wordt het met het oog op het vormen van de weduwenrente [verzekerd kapitaal] aan het Solidariteits- en perequatiefonds gestort.

    Ingeval de verzekerde huwt na in genot te zijn getreden van de ouderdomsrente, wordt aan de weduwe een rente toegekend, voor zover het overlijden niet heeft plaats gehad binnen het jaar na het huwelijk. Indien de echtgenote even oud is als de verzekerde, is het bedrag van de rente gelijk aan 60 pct. van de bij artikel 20, § 1, bepaalde rente. De weduwenrente komt ten laste van het Solidariteits- en perequatiefonds

    .

    B.2. Het Hof wordt gevraagd naar een mogelijke discriminatie tussen, enerzijds, de weduwnaars en weduwen van een werknemer die in België tewerkgesteld is geweest, die een overlevingspensioen kunnen genieten wanneer hun huwelijk geen jaar heeft geduurd indien het overlijden wordt veroorzaakt door een ongeval dat dateert van na het huwelijk, en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT