Uittreksel uit arrest nr. 136/2007 van 7 november 2007 Rolnummer 4097 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 731 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Uittreksel uit arrest nr. 136/2007 van 7 november 2007

Rolnummer 4097

In zake : de prejudiciÎle vraag betreffende artikel 731 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989, emeritus voorzitter A. Arts, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter A. Arts,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciÎle vraag en rechtspleging

    Bij vonnis van 7 december 2006 in zake M.-A. S. en D.S. tegen L.L. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 december 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk de volgende prejudiciÎle vraag gesteld :

    ´ Schendt artikel 731 B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waar artikel 731 B.W. voorziet dat slechts bloedverwanten in juridische zin kunnen erven waardoor een manifeste ongelijkheid wordt gecreÎerd tussen personen wiens afstammingsband niet vaststaat en die tot hun 48 jaar een onderzoek kunnen instellen naar het vaderschap ongeacht de sociale werkelijkheid waarop zij de juridische afstamming kunnen laten vaststellen en vervolgens onvoorwaardelijk hun erfaanspraken kunnen laten gelden en die bloedverwanten wiens juridische afstamming reeds vaststaat doch waarbij de sociale werkelijkheid aansluit bij de biologische werkelijkheid, geen onderzoek meer naar het vaderschap kunnen instellen na de leeftijd van 22 jaar, en uitgesloten worden van het laten gelden van de erfaanspraken, terwijl deze ongelijke behandeling noch wordt verantwoord vanuit het principe van de 'rust der families' en het 'belang van het kind' of de beginselen van het Belgische erfrecht ? ª.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1.1. De prejudiciÎle vraag betreft artikel 731 van het Burgerlijk Wetboek. Die bepaling, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 14 mei 1981 tot wijziging van het erfrecht van de langstlevende echtgenoot, luidde, vÛÛr de wijziging ervan bij artikel 3 van de wet van 28 maart 2007 ´ tot wijziging, wat de regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende betreft, van het Burgerlijk Wetboek en van de wet van 29 augustus 1988 op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT