Uittreksel uit arrest nr. 169/2006 van 8 november 2006 Rolnummer 4032 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 3, § 1, 16° en 17°, en § 3, 2°, 32, 34, 35, 44, § 2, tweede lid, en 48, tw

Uittreksel uit arrest nr. 169/2006 van 8 november 2006

Rolnummer 4032

In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 3, § 1, 16° en 17°, en § 3, 2°, 32, 34, 35, 44, § 2, tweede lid, en 48, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, ingesteld door de bvba Midarms en A. Hommers.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de vordering en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 juli 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 juli 2006, hebben de BVBA Midarms, met zetel te 4602 Cheratte, rue J. Lhoest 17, en A. Hommers, wonende te 3800 Sint-Truiden, Zerkingen 33, een vordering tot schorsing ingesteld van de artikelen 3, § 1, 16° en 17°, en § 3, 2°, 32, 34, 35, 44, § 2, tweede lid, en 48, tweede lid, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 juni 2006, derde editie).

    Bij hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekende partijen eveneens de vernietiging van dezelfde wettelijke bepalingen.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    T en aanzien van de aangevochten bepalingen

    B.1.1. Artikel 3, § 1, van de aangevochten wet bepaalt :

    Als verboden wapens worden beschouwd :

    [...]

    16° door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken aangewezen tuigen, wapens en munitie die een ernstige bedreiging voor de openbare veiligheid kunnen vormen en wapens en munitie die om die reden alleen de diensten bedoeld in artikel 27, § 1, tweede en derde lid, voorhanden mogen hebben;

    17° voorwerpen en stoffen die niet als wapen zijn ontworpen, maar waarvan, gegeven de concrete omstandigheden, duidelijk is dat degene die ze voorhanden heeft, draagt of vervoert, ze wenst te gebruiken voor het toebrengen van lichamelijk letsel aan of het bedreigen van personen

    .

    B.1.2. Artikel 3, § 3, van dezelfde wet bepaalt :

    § 3. Als vergunningsplichtige wapens worden beschouwd :

    1° alle overige vuurwapens;

    2° andere wapens die door de Koning bij deze categorie worden ingedeeld

    .

    B.1.3. Artikel 32 van dezelfde wet bepaalt :

    De erkenningen bedoeld in artikel 5 worden afgegeven voor een maximale duur van zeven jaar.

    De erkenningen en vergunningen bedoeld in de artikelen 6, 11, 17, 20, 21 en 31 worden afgegeven voor een maximale duur van vijf jaar.

    De hernieuwing van de erkenningen en vergunningen bedoeld in de artikelen 5, 6, 20 en 21 houdt slechts een controle in van de naleving van de voorwaarden bedoeld in artikel 5, § 4. De hernieuwing van de vergunningen bedoeld in de artikelen 11 en 17 houdt slechts de formaliteiten in bedoeld in artikel 11, § 3, 2° tot 9°

    .

    B.1.4. Artikel 34 van dezelfde wet bepaalt :

    De Koning kan de toepassing van de bepalingen van de artikelen 5 tot 7, 10 tot 22 en 33, geheel of gedeeltelijk uitbreiden tot andere wapens dan vuurwapens

    .

    B.1.5. Artikel 35 van dezelfde wet bepaalt :

    De Koning :

    1° bepaalt de veiligheidsvoorwaarden waaraan het opslaan, het vervoeren, het voorhanden hebben en het verzamelen van wapens of munitie zijn onderworpen;

    2° bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden voor de afgifte van de in deze wet bedoelde documenten en hun vorm;

    3° regelt, met het oog op de opspoorbaarheid ervan en rekening houdend met waarborgen terzake die voor ingevoerde wapens reeds mochten zijn verstrekt in andere lidstaten van de Europese Unie, de nummering van vuurwapens en onderdelen van vuurwapens onderworpen aan de wettelijke proef;

    4° stelt een deontologische code voor de erkende wapenhandelaars vast, waarin met name de informatieplichten ten opzichte van de klant worden gepreciseerd;

    5° bepaalt de voorwaarden waaronder de wapens vrijwillig of na een beslissing van de rechter kunnen worden vernietigd, alsook de certificaten van vernietiging van de afgeleverde wapens;

    6° bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden voor en de wijze van de registratie van de wapens door de erkende personen en in het Centraal Wapenregister, evenals van de afgifte van de Europese vuurwapenpas;

    7° bepaalt de maatregelen ter vaststelling van het verkrijgen, de verkoop, de overdracht van vuurwapens en munitie en het voorhanden hebben van vuurwapens;

    8° bepaalt de in artikel 28, § 2, bedoelde procedure betreffende het voorlopig administratief beslag op wapens, munitie, erkenningen en vergunningen

    .

    B.1.6. Artikel 44, § 2, van dezelfde wet bepaalt :

    Eenieder die op de datum van de inwerkingtreding van deze wet een vuurwapen voorhanden heeft dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT