Uittreksel uit arrest nr. 33/2007 van 7 maart 2007 Rolnummer 3938 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3 en artikel 4 (partim ) van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juli 2005 t

Uittreksel uit arrest nr. 33/2007 van 7 maart 2007

Rolnummer 3938

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3 en artikel 4 (partim ) van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juli 2005 tot wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode met betrekking tot het kooprecht van sociale huurders, ingesteld door de VZW « Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen » en anderen.

Het Arbitragehof,

samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 maart 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 13 maart 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 3 en artikel 4 (partim ) van het decreet van het Vlaamse Gewest van 15 juli 2005 tot wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode met betrekking tot het kooprecht van sociale huurders (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 september 2005) door de VZW « Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen », met zetel te 2600 Berchem, 't Binnenplein 2, de CVBA « Dijledal, Sociale Huisvesting Leuven », met zetel te 3010 Kessel-Lo, Lolanden 8, de CVBA « De Ideale Woning », met zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, en de CVBA « ABC », met zetel te 2050 Antwerpen, Reinaartlaan 8.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1.1. Het bestreden artikel 3 van het decreet van 15 juli 2005 voegt in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode een artikel 45bis in, dat bepaalt :

    § 1. De huurder heeft het recht om de door hem gehuurde woning onder de hierna bepaalde voorwaarden aan te kopen :

    1° de woning is vijftien jaar als sociale huurwoning ter beschikking gesteld;

    2° de huurder heeft de woning vijf jaar ononderbroken als huurder betrokken;

    3° de huurder heeft op het ogenblik van het aankopen van de woning, geen andere woning of een perceel bestemd voor woningbouw, volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik.

    Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, worden woningen waarbij de voltooiing van renovatiewerken gerealiseerd is, niet beschouwd als nieuwe terbeschikkingstellingen, met uitzondering van de woningen waarbij de kostprijs van de renovatiewerken meer bedraagt dan de helft van de geactualiseerde kostprijs van de woning. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop de huurder op de hoogte wordt gebracht van een nieuwe terbeschikkingstelling.

    De Vlaamse Regering bepaalt de aankoopprocedure en de berekeningswijze van de actualisatie van de kostprijs.

    § 2. In afwijking van de eerste paragraaf, zijn de volgende woningen geen voorwerp van het kooprecht :

    1° woningen die gerealiseerd of gefinancierd worden in het kader van een bijzonder programma en onder beding van specifieke verbintenissen, voor zover een van deze verbintenissen een verkoop verbiedt;

    2° woningen zoals bedoeld in artikel 72, eerste lid, 2°;

    3° woningen die deel uitmaken van een gebouw met meerdere woningen en waarbij de verkoop mede-eigendom over gemeenschappelijke delen doet ontstaan, tenzij wanneer reeds eerder een woning uit hetzelfde gebouw verkocht is;

    4° woningen waarvoor renovatiewerken gepland zijn en die opgenomen zijn op het investeringsprogramma zoals bedoeld in artikel 38, § 1, 1°, of die erkend zijn als principieel vatbaar voor subsidiëring ten laste van het Vlaamse Gewest.

    § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waarbinnen de sociale huisvestingsmaatschappij verplicht is de netto-opbrengst uit de verkoop van een woning te investeren in het numerieke behoud van haar patrimonium. De netto-opbrengst is de opbrengst uit de verkoop van de woning na aftrek van het saldo van de op de verkochte woning staande kredieten.

    Wanneer de netto-opbrengst ontoereikend is voor het numerieke behoud van het patrimonium, krijgt de sociale huisvestingsmaatschappij voor het saldo voorrang op het investeringsprogramma bedoeld in artikel 38, § 1, 1°. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen voor de toepassing van die voorrang.

    § 4. De koper is verplicht de woning te bewonen gedurende een periode van 20 jaar na de aankoop ervan. Wanneer hij de bewoningsplicht niet nakomt, of wanneer hij de woning wenst te verkopen binnen die termijn heeft de sociale huisvestingsmaatschappij het recht om de woning terug te nemen tegen de prijs, bepaald in artikel 84, § 1, tweede lid. Maakt de sociale huisvestingsmaatschappij geen gebruik van dat recht wanneer ze kennis krijgt van het ontstaan ervan, dan vervalt voormelde verplichting in hoofde van de koper.

    § 5. De prijs voor de woning waarop de huurder het recht van aankoop kan uitoefenen, is gelijk aan de venale waarde, zoals geraamd door een ontvanger der registratie en domeinen of een commissaris van het comité tot aankoop. De venale waarde is de prijs die de meestbiedende kandidaat-koper zou bereid zijn te betalen indien het goed zou te koop gesteld worden onder de meest gunstige voorwaarden en na een degelijke voorbereiding. De schattingen door voornoemde ontvanger...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT