Uittreksel uit arrest nr. 149/2008 van 30 oktober 2008 Rolnummer 4324 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 128 van de wet van 25 april 2007 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek

Uittreksel uit arrest nr. 149/2008 van 30 oktober 2008

Rolnummer 4324

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 128 van de wet van 25 april 2007 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie », ingesteld door Jan Van den Bossche.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en J.-P. Snappe, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 oktober 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 oktober 2007, heeft Jan Van den Bossche, wonende te 1731 Asse, Poverstraat 62, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 128 van de wet van 25 april 2007 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 juni 2007).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1.1. De verzoeker vordert de vernietiging van artikel 366, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 128 van de wet van 25 april 2007 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie » (hierna : wet van 25 april 2007).

    Artikel 366, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, dat betrekking heeft op de anciënniteitsverhogingen van het gerechtspersoneel, luidt :

    Voor de berekening van de anciënniteit komen in aanmerking :

    1° de periode gedurende dewelke vanaf de leeftijd van 21 jaar een ambt in een hof of een rechtbank is uitgeoefend;

    2° de tijd van inschrijving bij de balie, evenals de uitoefening van het ambt van notaris door een doctor, licentiaat of master in de rechten;

    3° de tijd besteed aan onderwijs van het recht aan een Belgische universiteit;

    4° de tijd van ambtsvervulling bij de Raad van State, als lid van de Raad van State, van het auditoraat of van het coördinatiebureau;

    5° onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 365, § 1 :

    - de duur van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT