Uittreksel uit arrest nr. 27/2014 van 13 februari 2014 Rolnummer : 5153 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, § 3

Uittreksel uit arrest nr. 27/2014 van 13 februari 2014

Rolnummer : 5153

In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, § 3, van het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, zoals vervangen bij artikel 13 van het decreet van 4 oktober 2007, gesteld door de Raad van State.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Bossuyt, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging

    Bij arrest nr. 213.404 van 24 mei 2011 in zake de nv « I.B.V. & Cie » (Industrie du bois de Vielsalm & Cie) tegen het Waalse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 juni 2011, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld :

    Schendt artikel 38, § 3, van het Waalse decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, zoals gewijzigd bij artikel 13 van het decreet van 4 oktober 2007 tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de gewestelijke elektriciteitsmarkt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door een verschil in behandeling in te voeren onder de installaties die voornamelijk biomassa valoriseren, aangezien het de installaties voor warmtekrachtkoppeling uit biomassa waarbij hout of houtafvalstoffen worden gevaloriseerd, uitsluit van het voordeel van het steunmechanisme van de dubbele groene certificaten, terwijl het de installaties voor warmtekrachtkoppeling uit biomassa waarbij alle andere soorten van afvalstoffen worden gevaloriseerd, in dat mechanisme opneemt ?

    .

    Bij tussenarrest nr. 54/2012 van 19 april 2012, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 augustus 2012, heeft het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie :

    1. Dient artikel 7 van de richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 ' inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG ', in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 2 en 4 van de richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 ' betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt ' en met artikel 22 van de richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ' ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijzigingen en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG ', in het licht van het algemeen gelijkheidsbeginsel, van artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en van de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in die zin te worden geïnterpreteerd dat het :

    a) alleen van toepassing is op de installaties voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van bijlage III van de richtlijn;

    b) oplegt, toestaat of verbiedt dat een steunregeling zoals die welke is vervat in artikel 38, § 3, van het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 ' betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt ', toegankelijk is voor alle installaties voor warmtekrachtkoppeling die voornamelijk biomassa valoriseren en beantwoorden aan de in dat artikel vastgestelde voorwaarden, met uitsluiting van de installaties voor warmtekrachtkoppeling die voornamelijk hout of houtafvalstoffen valoriseren ?

    2. Is het antwoord verschillend indien de installatie voor warmtekrachtkoppeling voornamelijk alleen hout dan wel integendeel houtafvalstoffen valoriseert ?

    .

    Bij arrest van 26 september 2013 in de zaak C-195/12 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie op de vragen geantwoord.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1.1. Zoals vervangen bij artikel 13 van het decreet van 4 oktober 2007, bepaalt artikel 38 van het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 « betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt » :

    § 1. Na advies van de CWaPE bepaalt de Regering de voorwaarden, de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van groene certificaten voor de in het Waalse Gewest geproduceerde milieuvriendelijke elektriciteit met inachtneming van de volgende bepalingen.

    § 2. Er wordt een groen certificaat toegekend voor een aantal geproduceerde kWu overeenstemmend met 1 Mwu gedeeld door het percentage koolstofdioxidebesparing.

    Het percentage koolstofdioxidebesparing wordt bepaald door de koolstofdioxidewinst gemaakt via de geplande kanalen te delen door de emissies van koolstofdioxide van de klassieke elektrische kanalen waarvan de emissies jaarlijks bepaald en bekendgemaakt worden door de CWaPE. Dat percentage koolstofdioxidebesparing wordt beperkt tot 1 voor de productie opgewekt per installatie boven het vermogen van 5 MW. Onder die drempel wordt bedoeld percentage beperkt tot 2.

    § 3. Als een installatie die voornamelijk biomassa, met uitzondering van hout, uit industriële activiteiten op de plaats van de productie-installatie valoriseert, een bijzonder vernieuwend proces ten uitvoer legt en zich in een perspectief van duurzame ontwikkeling situeert, kan de Regering na advies van de CWaPE echter beslissen over het bijzonder vernieuwende karakter van het toegepaste proces om het percentage koolstofdioxidebesparing tot 2 te beperken voor de gezamenlijke productie van de installatie voortvloeiend uit de som van de vermogens opgewekt op dezelfde productielocatie, binnen een beperking van minder dan 20 MW.

    § 4. De in de paragrafen 2 en 3 bedoelde emissies van koolstofdioxide zijn degene die voortgebracht worden door de hele kringloop van de productie van milieuvriendelijke elektriciteit, met inbegrip van de productie en het vervoer van brandstoffen, de emissies gedurende de eventuele verbranding en, in voorkomend geval, de afvalstoffenbehandeling. In een hybridische installatie wordt rekening gehouden met alle emissies van de installatie.

    De verschillende coëfficiënten voor de emissie van koolstofdioxide van elk in aanmerking genomen kanaal worden goedgekeurd door de CWaPE.

    § 5. Na advies van de CWaPE kan de Regering het aantal groene certificaten die overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 worden toegekend, verminderen in functie van de ouderdom en de rentabiliteit van de installatie voor de productie van groene elektriciteit en het productiekanaal.

    § 6. In afwijking van paragraaf 2 kan de Regering volgens de door haar bepaalde modaliteiten en na advies van de CWaPE een vermenigvuldigingscoëfficiënt toepassen, in voorkomend geval degressief naargelang van de tijd, op het aantal overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 toegekende groene certificaten voor de elektriciteit geproduceerd d.m.v. fotovoltaïsche zonnecollectoren.

    § 7. De CWaPE kent de milieuvriendelijke certificaten toe aan de producenten van milieuvriendelijke elektriciteit. Deze getuigschriften zijn overdraagbaar.

    § 8. Wat betreft de elektriciteit geproduceerd d.m.v. hydro-elektrische installaties, kwaliteitswarmtekrachtkoppeling of biomassa worden de groene certificaten aan deze installatie toegekend tot een elektrisch vermogen van 20 MW

    .

    B.1.2. Dat artikel maakt deel uit van hoofdstuk X van het decreet, getiteld « Bevordering van de hernieuwbare energiebronnen en van de kwaliteitswarmtekrachtkoppeling ».

    B.1.3. Het bij het in het geding zijnde decreet ingevoerde systeem van groene certificaten is bestemd om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en het proces van de warmtekrachtkoppeling aan te moedigen. Het werkt volgens de marktregels. Een groen certificaat is een overdraagbare titel die wordt toegekend aan de producenten van groene elektriciteit, die in artikel 2, 11°, van het decreet wordt gedefinieerd als elektriciteit voortgebracht door hernieuwbare energiebronnen of door kwaliteitswarmtekrachtkoppeling waarvan de productiebron minstens 10 % minder koolstofdioxide genereert ten opzichte van de emissies van koolstofdioxide, door een conventionele productie in moderne referentie-installaties zoals bedoeld in artikel 2, 7°, jaarlijks bepaald en bekendgemaakt worden door de CWaPE.

    B.1.4. Na enkele jaren heeft de Waalse Regering vastgesteld dat « sommige bijzondere projecten, die veelbelovend zijn voor de sector van de hernieuwbare energiebronnen in het Waalse Gewest en ter zake gebruik maken van innoverende technologieën, bijkomende steun nodig zouden kunnen hebben » (Parl. St., Waals Parlement, 2006-2007, nr. 639/1, p. 3). Artikel 38, § 3, van het voormelde decreet « strekt ertoe de Regering in staat te stellen om in het bijzonder belangrijke projecten waarbij spitstechnologie wordt aangewend en die passen in een perspectief van de duurzame ontwikkeling aan te moedigen » (ibid., p. 10), door aan die projecten een hoger aantal groene certificaten toe te kennen.

    B.2. Artikel 57 van het decreet van 17 juli 2008 « tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt » bepaalt :

    Artikel 38, § 3 van hetzelfde decreet [van 12 april 2001] wordt in die zin gelezen dat de uitsluiting van opwaarderingsinstallaties voor hout uit het gunststelsel dat het invoert, wordt uitgebreid tot installaties voor de opwaardering van alle hout-cellulosegrondstoffen uit bomen, loofbomen en harsbomen, zonder uitzondering (inclusief kreupelhout met korte of heel korte rotatie) voor en/of na elk type verwerking

    .

    Het Hof heeft in zijn arrest nr. 180/2009 van 12 november 2009 geoordeeld dat het voormelde artikel 57 « aan de term ' hout ' de betekenis geeft die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT