19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels inzake aangifte en overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot toepassing van de artikelen 144quater, § 3, 148sexies, § 1, 1° en 148septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Algemeen

De wet van 21 maart 1991 werd aangepast ter omzetting van de Richtlijn 2008/06/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 97/67/EG wat betreft de volledige voltooiing van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap.

Dit koninklijk besluit past vooreerst het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels inzake aangifte en overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot toepassing van de artikelen 144quater, § 3, 148sexies, § 1, 1° en 148septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan aan de gewijzigde wettelijke basis.

Verder geeft het koninklijk besluit uitvoering aan artikel 142, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven door het definiëren van de criteria van hetgeen onder substantiële weerslag wordt begrepen waardoor de gevallen van onderbreking of stopzetting van de verrichtingen van de universele dienst onmiddellijk aan de minister of staatssecretaris die bevoegd is voor de aanbieding van de universele dienst en aan het Instituut moet meedelen, als ook zo snel mogelijk aan de gebruikers die getroffen worden door de onderbreking.

Tot slot wordt uitvoering gegeven aan artikel 14 van de wet van 6 juli 1971 dat de mogelijkheid voorziet om de aansprakelijkheid van de aanbieders van postdiensten die handelen in het kader van hun verplichting tot openbare dienstverlening, te beperken in geval zij op extracontractuele grondslag aansprakelijk zouden worden gesteld door de geadresseerde van een postzending.

De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 13 maart 2014 door de Minister verzocht om hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit, heeft op 2 april 2014 zijn advies gegeven. De opmerkingen van de Raad van State werden gevolgd.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1. Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 2. Het artikel introduceert een definitie van "een postdienst uitgevoerd in het kader van een openbare dienst".Deze definitie is relevant voor de bepaling van de plafonds voor de werkelijke schadevergoedingen en interesten in geval van verlies, diefstal, beschadiging en/of vertraging van een nationale postzending, bedoeld in artikel 14 van de wet van 6 juli 1971 betreffende de oprichting van bpost en betreffende sommige postdiensten.

Artikel 3. Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 4. Artikel 4 bepaalt overeenkomstig artikel 142, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven de criteria van hetgeen onder "substantiële weerslag " wordt begrepen en legt bijgevolg de gevallen van onderbreking of stopzetting van de verrichtingen van de universele dienst vast die door de aangewezen aanbieder onmiddellijk aan de minister of staatssecretaris die bevoegd is voor de aanbieding van de universele dienst moeten meegedeeld worden en aan de gebruikers die getroffen worden door de onderbreking zo snel mogelijk.

Een onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds de ophaling en uitreiking van inkomende grensoverschrijdende post en nationale post, en anderzijds de ophaling van grensoverschrijdende post gezien de aangewezen aanbieder van de universele dienst afhankelijk is van de afgiftemodiliteiten van buitenlandse aanbieder voor de verdere verwerking van de zendingen.

De criteria betreffen vooreerst een onderbreking of stopzetting van de distributie en ophaling. Overige stappen in het postaal proces, transport en sortering, worden in eerste instantie niet weerhouden omdat een onderbreking van het transport noodzakelijkerwijze een onderbreking van de ophaling en uitreiking impliceert en een stopzetting van de sortering ook een stopzetting van de uitreiking tot gevolg heeft.

Van zodra de onderbreking of stopzetting betrekking heeft op de uitreiking of ophaling van postzendingen, ongeacht hun aard, op het hele grondgebied met een duur van meer dan 24 uur dient de aangewezen aanbieder zijn informatieverplichtingen opgenomen in artikel 142, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven na te leven gezien hierdoor de naleving van de kwaliteitscriteria op vlak van verzendingstermijn in het gedrang komen.

Bij onderbrekingen die niet het hele grondgebied treffen maar een geografische zone van één of meer van de 589 gemeenten bestrijken, is de aangewezen aanbieder verplicht hierover te communiceren tegenover de getroffen inwoners en de minister of staatssecretaris en het BIPT.

De uitvoering van deze informatieverplichtingen laat onverlet de verplichting van de aangewezen aanbieder om ook overige onderbrekingen en stopzettingen aan het BIPT te rapporteren in het kader van de meting van de kwaliteit volgens de methode "CEN EN 13850".

Artikel 5. Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 6. Dit artikel heeft uitvoering aan artikel 14 van de wet van 6 juli 1971 betreffende de oprichting van bpost en betreffende sommige postdiensten. De bepaling heeft tot doel de bepaling van de plafonds voor de schadevergoedingen en de interesten die de aanbieders van postdiensten verschuldigd zouden zijn indien zij op extracontractuele grondslag aansprakelijk zouden worden gesteld voor verlies, diefstal, beschadiging en/of vertraging van een postzending tijdens de uitvoering van een postdienst in het kader van een openbare dienst.

Artikel 7 en 8. Deze artikelen passen het besluit aan ten gevolge van de afschaffing van het aangiftesysteem door de wet van 13 december 2010 houdende wijziging van Titel I en IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en houdende wijziging van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post-en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridische kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten.

Artikel 9 tot 13. Deze artikelen behoeven geen commentaar.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer respectvolle

en trouwe dienaar.

De Minister van Economie,

J. VANDE LANOTTE

Raad van State, afdeling Wetgeving

Advies 55.375/4 van 2 april 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels inzake aangifte en overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot toepassing van de artikelen 144quater, § 3, 148sexies, § 1, 1° en 148septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven'

Op 13 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen verlengd tot 7 april 2014 (*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels inzake aangifte en overdracht van postdiensten die geen deel uitmaken van de universele dienst en tot toepassing van de artikelen 144quater, § 3, 148sexies, § 1, 1° en 148septies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 2 april 2014.

De kamer was samengesteld uit Pierre LIENARDY, kamervoorzitter, Jacques JAUMOTTE en Bernard BLERO, staatsraden, en Colette GIGOT, griffier.

Het verslag is uitgebracht...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT