13 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende de wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op de artikelen 22, § 1, 4°, en 59 tot 61;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd, inzonderheid op de artikelen 25 en 27;

Gelet op het advies van de adviescommissie voor reprografie van 10 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 januari 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op 15 april 2002;

Gelet op het advies nr. 31.510/4 van de Raad van State gegeven op 3 juli 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997, betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privé-gebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd, wordt vervangen als volgt :

Art. 2. § 1. Het bedrag van de forfaitaire vergoeding toepasselijk op kopieerapparaten wordt als volgt vastgesteld :

1° 3,99 EUR voor ieder kopieerapparaat waarmee minder dan 6 kopieën per minuut worden gemaakt;

2° 14,64 EUR voor ieder kopieerapparaat waarmee tussen 6 en 9 kopieën per minuut worden gemaakt;

3° 47,92 EUR voor ieder kopieerapparaat waarmee tussen 10 en 19 kopieën per minuut worden gemaakt;

4° 155,73 EUR voor ieder kopieerapparaat waarmee tussen 20 en 39 kopieën per minuut worden gemaakt;

5° 258,22 EUR voor ieder kopieerapparaat waarmee tussen 40 en 59 kopieën per minuut worden gemaakt;

6° 645,55 EUR voor ieder kopieerapparaat waarmee tussen 60 en 89 kopieën per minuut worden gemaakt;

7° 1.464,13 EUR voor ieder kopieerapparaat waarmee meer dan 89 kopieën per minuut worden gemaakt.

Voor de vaststelling van de forfaitaire vergoeding, ook betreffende apparaten voor het maken van kleurenkopieën, wordt de zwart-witsnelheid in aanmerking genomen.

§ 2. Het bedrag van de forfaitaire vergoeding toepasselijk op duplicatoren en office offsetmachines wordt als volgt vastgesteld :

1° 258,22 EUR voor iedere duplicator;

2° 645,55 EUR voor iedere office offsetmachine.

Art. 2. Artikel 3, §...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT