Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-07-2001 en tekstbijwerking tot 06-06-2002.), de 22 décembre 2000

KREDIETEN LOPEND JAAR.

Artikel 1. Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2001 kredieten geopend ten bedrage van :

(in miljoen BEF)

Niet-gesplitste kredieten 130.802,3

Gesplitste kredieten :

- vastleggingskredieten 13.958,5

- ordonnanceringskredieten 13.675,6

Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 01.

Art. 2. Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 2001 kredieten geopend ten bedrage van :

(in miljoen BEF)

Niet-gesplitste kredieten 383.174,3

Gesplitste kredieten :

- vastleggingskredieten 1611,2

- ordonnanceringskredieten 1837,4

Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 02.

Art. 3. Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 2001 kredieten geopend ten bedrage van :

(in miljoen BEF)

Niet-gesplitste kredieten 95.332,4

Gesplitste kredieten :

- vastleggingskredieten 36.474,8

- ordonnanceringskredieten 32.211,0

Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 03.

Art. 4. Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2001 de variabele kredieten geraamd op :

(in miljoen BEF)

Variabele kredieten 122,2

Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 01.

Art. 5. _ Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 2001 de variabele kredieten geraamd op :

(in miljoen BEF)

Variabele kredieten 1837,3

Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 02.

Art. 6. Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 2001 de variabele kredieten geraamd op :

(in miljoen BEF)

Variabele kredieten 319,0

Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 03.

Art. 7. De terugbetalingen van leningen voorzien onder Titel III worden, wat betreft het begrotingsjaar 2001, geraamd op :

(in miljoen BEF)

Terugbetaling leningen 35.596,7

GELDVOORSCHOTTEN.

Art. 8. In afwijking van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 25.000.000 BEF worden verleend aan de buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de provinciale gouvernementen.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Gebouwen wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 40.000.000 BEF.

Voor de buitengewone rekenplichtigen van de cel Leerlingenvervoer, buitendiensten Brabant, Limburg en West-Vlaanderen, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 120.000.000 BEF. Voor de buitendiensten Antwerpen en Oost-Vlaanderen wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 140.000.000 BEF.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Algemene Administratieve Diensten van het departement EWBL, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten met betrekking tot de uitbetaling van de aanmoedigingspremies ter stimulering van arbeidsherverdeling en arbeidsduurvermindering vastgelegd op 400.000.000 BEF.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Algemene Administratieve Diensten van het departement EWBL, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten met betrekking tot de uitbetaling van de aanmoedigingspremies in het kader van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector vastgesteld op 200.000.000 BEF.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdelingen van de Wegen Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen (AWV) wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 35.000.000 BEF.

Voor de buitengewoon rekenplichtige(n) van de afdelingen Loodswezen, Vloot en Scheepvaartbegeleiding (vestiging AWZ te Vlissingen), en van de rekenplichtige van de DAB Loodswezen wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 80.000.000 BEF.

Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde belast met de betaling van declaraties, inclusief rentedeclaraties, in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 400.000.000 BEF.

Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Vloot locatie Oostende wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 40.000.000 BEF.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling AOSO Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen in Gent en Antwerpen), wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten m.b.t. de elektriciteitsrekeningen vastgesteld op 200.000.000 BEF.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling AOSO-Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen te Gent en Antwerpen), belast met de betaling van averijen, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 40.000.000 BEF voor de buitendienst Gent en op 60.000.000 BEF voor de buitendienst Antwerpen.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Zeeschelde, belast met de betalingen lastens de DAB Vlaams Infrastructuurfonds van de dossiers betreffende de financiering van de verwervingen t.b.v. de uitbouw van het havengebied op de Linker Scheldeoever en de financiering van het sociaal begeleidingsplan, in uitvoering van de overeenkomst van 10 maart 1999 tussen het Vlaamse Gewest en de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 250.000.000 BEF.

(Voor de buitengewone rekenplichtigen van de Afdeling Logistiek van het departement LIN, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten met betrekking tot de uitbetaling van de werkingskosten vastgesteld op 35.000.000 BEF.)

Art. 9. Onverminderd de bepalingen van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof :

  1. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtige bij de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management voor de terugbetaling van ten onrechte geïnde ontvangsten (BA 01.01, PR 10, O.A.24) en voor de betaling van schadevergoedingen waarvan de bedragen 300.000 BEF per rechthebbende niet overschrijden. De schadevergoedingen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest mogen worden uitbetaald zonder tussenkomst van de deposito- en consignatiekas in afwijking van artikel 100, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit;

  2. mogen geldvoorschotten worden verleend voor de vereffening van hulpgelden en toelagen van sociale aard;

  3. mogen geldvoorschotten worden aangewend om de honoraria te betalen van de experts uit het buitenland ongeacht het bedrag ervan, en om toelagen te betalen die voortvloeien uit regelingen met vreemde landen waarvan het bedrag 50.000 BEF per begunstigde niet bereikt;

  4. onverminderd wat voorafgaat, mogen geldvoorschotten gebruikt worden voor de uitbetaling van salarissen en allerlei bijslagen en vergoedingen aan het door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigde personeel;

  5. mogen de buitengewoon rekenplichtigen voorschotten betalen voor buitenlandse zendingen, ongeacht het bedrag ervan;

  6. wordt de buitengewoon rekenplichtige van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek ertoe gemachtigd, door middel van geldvoorschotten, de reiskosten te betalen van de personen die uit het buitenland komen of zich naar het buitenland begeven, ongeacht het bedrag ervan;

  7. mogen op onderstaande basisallocaties geldvoorschotten worden verleend voor de betaling van werkingskosten, ongeacht het bedrag :

    Organisatieafdeling Programma Basisallocatie

    12 10 12.22

    12.31

    12.32

    12.33

    45 50 12.22

    99 10 12.01

  8. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtigen van de afdelingen Vloot en Scheepvaartbegeleiding (vestiging AWZ te Vlissingen) voor de betaling van salarissen en vergoedingen (in guldens) en van de algemene werkingskosten (in guldens) en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocaties :

    Organisatieafdeling Programma Basisallocatie

    64 50 12.01

    12.40

    74.03

    99 10 11.03

    11.07

    12.01

  9. mogen geldvoorschotten worden verleend om de algemene werkingskosten te betalen, huren inbegrepen, en dit ongeacht het bedrag op basisallocatie 12.01 van het programma 51.90;

  10. mogen met geldvoorschotten worden betaald alle schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten waarvan het bedrag, BTW inbegrepen, niet hoger is dan 300.000 BEF;

  11. mogen de buitengewoon rekenplichtigen en de rekenplichtigen van gemengde rekeningen op hun kas aan de personeelsleden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en aan kabinetsverantwoordelijken tegen ontvangstbewijs voorschotten verstrekken om kleine en dringende uitgaven in contanten te betalen.

    Het bedrag van deze voorschotten wordt beperkt tot (100.000 BEF).

    Indien het gaat om dringende uitgaven voor het begeleiden van internationale delegaties, mag het bedrag van deze voorschotten tijdens de periode dat de internationale delegaties moeten begeleid worden, maximaal 200.000 BEF bedragen;

  12. mogen, binnen het plafond bepaald in artikel 8 van dit decreet, geldvoorschotten worden aangewend voor de betaling van de algemene werkingskosten van het leerlingenvervoer, ongeacht het bedrag ervan;

  13. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde voor de betaling van de declaraties...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT