Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2000. (NOTA : voor aanpassingen van de begroting, zie DVR 2000-06-30/44;, de 22 décembre 1999
KREDIETEN LOPEND JAAR.
Artikel 1. (Zie NOTA'S onder TITEL.) Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2000 kredieten geopend ten bedrage van :
(miljoen frank)
niet-gesplitste kredieten : 125 159,1
gesplitste kredieten
vastleggingskredieten : 10 903,4
ordonnanceringskredieten : 10 701,7
Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 01.
Art. 2. (Zie NOTA'S onder TITEL.) Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 2000 kredieten geopend ten bedrage van :
(miljoen frank)
niet-gesplitste kredieten : 362 049,8
gesplitste kredieten :
vastleggingskredieten : 1 506,7
ordonnanceringskredieten : 1 506,7
Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 02.
Art. 3. (Zie NOTA'S onder TITEL.) Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet, worden voor het begrotingsjaar 2000 kredieten geopend ten bedrage van :
(miljoen frank)
niet-gesplitste kredieten : 91 493,2
gesplitste kredieten :
vastleggingskredieten : 28 236,8
ordonnanceringskredieten : 27 018,9
Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 03.
Art. 4. (Zie NOTA'S onder TITEL.) Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2000 kredieten geopend ten bedrage van :
(miljoen frank)
118,0
Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 01.
Art. 5. (Zie NOTA'S onder TITEL.) Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2000 de variabele kredieten geraamd op :
(miljoen frank)
1 037,1
Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 02.
Art. 6. (Zie NOTA'S onder TITEL.) Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2000 de variabele kredieten geraamd op :
(miljoen frank)
441,7
Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel. Zij worden aangeduid met code 03.
Art. 7. (Zie NOTA'S onder TITEL.) De leningen voorzien onder Titel III worden, wat betreft het begrotingsjaar 2000, geraamd op :
(miljoen frank)
39 993,6
GELDVOORSCHOTTEN.
Art. 8. (Zie NOTA'S onder TITEL.) In afwijking van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 25 000 000 frank worden verleend aan de buitengewone rekenplichtigen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de provinciale gouvernementen.
Voor de buitengewone rekenplichten van de afdeling Gebouwen wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 40 000 frank.
Voor de buitengewone rekenplichtigen van de cel Leerlingenvervoer, buitendiensten Brabant, Limburg en West-Vlaanderen wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 120 000 000 frank. Voor de buitendiensten Antwerpen en Oost-Vlaanderen wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 140 000 000 frank.
Voor de buitengewoon rekenplichtige(n) van de afdelingen Loodswezen, Vloot en Scheepvaartbegeleiding, (vestiging AWZ te Vlissingen) wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 80 000 000 frank.
Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling AOSO - Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen in Gent en Antwerpen), wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten m.b.t., de elektriciteitsrekeningen vastgesteld op 200 000 000 frank.
Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde belast met de betaling van declaraties, inclusief rentedeclaraties, in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 400 000 000 frank.
Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdelingen der Wegen Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen (AWV) wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 35 000 000 frank.
Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Vloot - locatie Oostende - wordt het maximumplafond van de geldvoorschótten vastgesteld op 40 000 000 frank.
Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Algemene Administratieve Diensten van het departement EWBL, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten met betrekking tot de uitbetaling van de aanmoedigingspremie ter stimulering van arbeidsherverdeling en arbeidsduurvermindering vastgelegd op 350 000 000 frank.
Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Zeeschelde, belast met de betalingen lastens de DAB Vlaams Infrastructuurfonds van de dossiers betreffende de financiering van de verwervingen t.b.v. de uitbouw van het havengebied op de Linker Scheldeoever en de financiering van het al begeleidingsplan, in uitvoering van de overeenkomst van 10 maart 1999 tussen het Vlaamse Gewest en de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 250 000 000 frank.
Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling Elektriciteit en Mechanica in de buitendiensten te Gent en Antwerpen, belast met betaling van averijen, wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 40 000 000 frank voor de buitendienst Gent en op 60 000 000 frank voor de buitendienst Antwerpen.
Art. 9. (Zie NOTA'S onder TITEL.) Onverminderd de bepalingen van de wet van 29 oktober 1846 gewijzigd bij de wet van 3 april 1995 op de inrichting van het Rekenhof :
-
mogen geldvoorschotten worden verleend aan, de buitengewoon rekenplichtige bij de administratie Budgettering Accouting en Financieel Management voor de terugbetaling van ten onrechte geïnde ontvangsten (ba 01.01, PR. 10, OA 24) en voor de betaling van schadevergoedingen waarvan de bedragen 300 000 frank per rechthebbende niet overschrijden. De schadevergoedingen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest mogen worden uitbetaald zonder tussenkomst van de deposito- en consignatiekas in afwijking artikel 100, tweede lid van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit;
-
mogen geldvoorschotten worden verleend voor de vereffening van hulpgelden en toelaten van sociale aard;
-
mogen geldvoorschotten worden aangewend om de honoraria te betalen van de experts uit het buitenland ongeacht het bedrag ervan, en om toelagen te betalen die voortvloeien uit regelingen met vreemde landen waarvan het bedrag 50 000 frank per begunstigde niet bereikt;
-
onverminderd wat voorafgaat mogen geldvoorschotten gebruikt worden voor de uitbetaling van salarissen en allerlei bijslagen en vergoedingen aan het door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigde personeel;
-
mogen de buitengewoon rekenplichtigen voorschotten betalen voor buitenlandse zendingen, ongeacht het bedrag ervan;
-
wordt de buitengewoon rekenplichtige van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek ertoe gemachtigd, door middel van geldvoorschotten, de reiskosten te betalen van de personen die uit buitenland komen of zich naar het buitenland begeven, ongeacht het bedrag ervan;
-
mogen geldvoorschotten worden verleend voor de betaling van werkingskosten, ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocaties :
Organisatieafdeling Programma Basisallocatie
12 10 12.22
12.31
12.32
12.33
45 50 12.22
99 10 12.01
-
mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtigen van de afdelingen Loodswezen, Vloot en Scheepvaartbegeleiding (vestiging AWZ te Vlissingen) voor de betaling van salarissen en vergoedingen (in guldens) en van de algemene werkingskosten (in guldens) en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocaties :
Organisatieafdeling Programma Basisallocatie
99 10 11.03
11.07
12.01
64 50 12.01
12.40
74.03
-
mogen geldvoorschotten worden verleend om de algemene werkingskosten te betalen, huren inbegrepen, en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocaties :
Organisatieafdeling Programma Basisallocatie
51 90 12.01
-
mogen met geldvoorschotten worden betaald alle schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten die niet vooraf aan het visum van de controleur van de vastleggingen moeten worden voorgelegd;
-
mogen de buitengewoon rekenplichtigen en de rekenplichtigen van gemengde rekeningen op hun kas aan de personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en aan kabinetsverantwoordelijken tegen ontvangstbewijs voorschotten verstrekken om kleine en dringende uitgaven in contanten te betalen. Het bedrag van deze voorschotten wordt beperkt tot 50 000 frank.
Indien het gaat om dringende uitgaven voor het begeleiden van internationale delegaties, mag het bedrag van deze voorschotten tijdens de periode dat de internationale delegaties moeten begeleid worden, maximaal 200 000 frank bedragen;
-
mogen, binnen het plafond bepaald in artikel 8 van dit decreet, geldvoorschotten worden aangewend voor de betaling van de algemene werkingskosten van het leerlingenvervoer, ongeacht het bedrag ervan;
-
mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Schelde voor de betaling van de declaraties, inclusief rentedeclaraties, in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest, inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocatie :
Organisatieafdeling Programma Basisallocatie
64 20 54.01
-
mag de rekenplichtige van de gemengde rekening op zijn kas aan de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI