Tweede beheerscontract tussen de Belgische Staat en naamloze vennootschap van publiek recht 'Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden' (BIO NV), de 11 décembre 2018

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Definities

Artikel 1. In dit beheerscontract wordt verstaan onder:

  1. "de onderneming": een onderneming bedoeld in de Aanbeveling van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;

  2. "de BIO-wet": de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden;

  3. "de OESO": Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

  4. "de ontwikkelingswet": de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;

  5. "de investering": elk financieel actief in de vorm van deelnemingen, aandelen en deelbewijzen tegen de aankoopwaarde, vastrentende effecten en schuldvorderingen;

  6. "doelondernemingen": de ondernemingen bedoeld in artikel 3, eerste lid 1° tot 4° van de BIO-wet, zoals nader toegelicht in artikel 6;

  7. "ondernemingen van de sociale economie":

    Ondernemingen waarvan de opdracht de volgende kenmerken vertoont:

    - Doel is dienstverlening aan de leden of aan de gemeenschap, eerder dan winstmaximalisatie;

    - Beheersautonomie;

    - Democratische besluitvorming;

    - Personen en werk primeren op kapitaal bij de verdeling van de inkomsten;

    - Financieel evenwicht.

    Voorbeelden hiervan zijn coöperatieve vennootschappen, mutualiteiten, verenigingen en soortgelijke ondernemingen;

  8. "EDFI": European Development Finance Institutions vzw;

  9. "de uitsluitingslijst": de meest recente lijst van uitgesloten activiteiten, zoals opgesteld door EDFI;

  10. "de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen": de 17 ontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling, goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september 2015;

  11. "DAC": Comité voor Ontwikkelingshulp van de OESO;

  12. "de portfoliovennootschap": de vennootschap die een financiering van BIO ontvangt;

  13. "het partnerland": de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking zoals bepaald bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit tot vastlegging van de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking;

  14. "Enabel": Enabel, Belgisch Ontwikkelingsagentschap;

  15. "DBE" de dienst Bijzondere Evaluatie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;

  16. "de DGD": de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

  17. "operationele kosten": het geheel van de volgende kosten:

    1. personeelskosten (lonen, vergoedingen, sociale lasten, verzekeringen, ...);

    2. kosten voor tijdelijke arbeid;

    3. huur van kantoren en daarmee verbonden lasten en belastingen;

    4. telecommunicatiekosten;

    5. erelonen;

    6. bestuursorganen en comités;

    7. kosten van reizen en verzekeringen verbonden met reizen;

    8. communicatie en public relations;

    9. promotiekosten;

    10. kosten voor leasing van uitrusting;

    11. informatica- en kantoorvoorzieningen;

    12. documentatiekosten;

    13. opleidingskosten;

    14. afschrijvingen;

  18. "beheerskosten": het deel van de operationele kosten dat rechtstreeks verbonden is aan de voorbereiding en de opvolging van de dossiers;

  19. "de post": de Belgische diplomatieke zending of consulaire post;

  20. "de risicoportfolio": de openstaande leningenportfolio met een betalingsachterstand van 180 dagen of meer (uitgedrukt als een percentage van de openstaande leningenportfolio);

  21. "de provisie": het totaal bedrag van provisies voor risico's en lasten (algemeen en specifiek) en voor de waardeverminderingen op de portfolio;

  22. "de globale portfolio": het totale bedrag van de leningen en kapitaalparticipaties van BIO;

  23. "de openstaande leningenportfolio": het verschuldigd saldo (hoofdsom) van de nominale waarde van de als financiële activa geboekte schuldvorderingen";

  24. "de openstaande portfolio": de aankoopwaarde van de deelnemingen in kapitaal en openstaande leningenportfolio;

  25. "het netto-actief": het kapitaal, de reserves, de overgedragen resultaten en de kapitaalsubsidies.

    Afdeling 2. - Beleidskader

    Art. 2. Dit beheerscontract kadert in de doelstellingen en principes van het Belgische ontwikkelingsbeleid, zoals bepaald in de wetgeving, de reglementering, de strategische documenten van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de internationale verbintenissen die de Belgische Staat is aangegaan inzake internationale samenwerking en ontwikkelingssamenwerking.

    HOOFDSTUK 2. - De bijzondere regels en voorwaarden volgens dewelke BIO haar maatschappelijk doel uitvoert

    Afdeling 1. - Opdracht en waarden

    Art. 3. BIO heeft als opdracht bij te dragen tot de duurzame menselijke ontwikkeling in de interventielanden, door de privésector te ondersteunen door middel van rechtstreekse en onrechtstreekse investeringen in de ontwikkeling van doelondernemingen.

    Art. 4. Volgende waarden worden door BIO in acht genomen in haar hele werking:

  26. duurzaamheid: BIO is toekomstgericht, beoogt waardecreatie die ten goede komt aan al haar lokale stakeholders en realiseert interventies waarvan de positieve gevolgen verdergezet worden na de beëindiging van haar interventie;

  27. verantwoordelijkheid: BIO is geëngageerd, resultaatgericht, is verantwoordelijk voor de gevolgen van de interventies die zij realiseert en voert haar opdracht op integere en transparante wijze uit;

  28. vastberadenheid: BIO is ambitieus, dynamisch en proactief, stimuleert ondernemerschap en promoot initiatief en innovatie;

  29. openheid van geest: BIO promoot diversiteit en stelt respect voor de andere centraal, zowel binnen als buiten BIO.

    Art. 5. Binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van dit beheerscontract keurt de raad van bestuur de investeringsstrategie van BIO goed, die van toepassing is op alle interventies die door BIO worden gefinancierd.

    Afdeling 2. - Doelondernemingen

    Art. 6. § 1. BIO investeert uitsluitend, rechtstreeks of onrechtstreeks, met name via de kanalen beschreven in artikel 18, in de ontwikkeling van doelondernemingen :

  30. de MKMO's en de ondernemingen van de sociale economie:

    1. MKMO's uit alle sectoren;

    2. ondernemingen van de sociale economie;

  31. de MKMO's en de ondernemingen die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot energie en tot de digitale technologieën, evenals tot de strijd tegen de klimaatverandering:

    1. de ondernemingen die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot energie en tot een betere energie-efficiëntie voor ondernemingen en de lokale bevolking ;

    2. de ondernemingen die bijdragen tot het verbeteren van de toegang tot digitale technologieën voor de ondernemingen en de lokale bevolking ;

    3. de ondernemingen die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering, door onder meer bij te dragen tot de vermindering van broeikasgassen, of die gericht zijn op de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering;

  32. de MKMO's en de ondernemingen, die actief zijn in de productie, de verwerking, de handel of de vermarkting van landbouwgrondstoffen, landbouw- of voedingsproducten en die bijdragen tot de versterking van de voedselzekerheid;

  33. de MKMO's en de ondernemingen die tot doel hebben basisdiensten aan de bevolking te verstrekken.

    § 2. BIO zal niet investeren in doelondernemingen die activiteiten uitoefenen die worden opgesomd in de uitsluitingslijst opgenomen in bijlage 1. BIO deelt elke wijziging van die lijst onmiddellijk mee aan de Belgische Staat.

    § 3. BIO zal geen ondernemingen financieren bedoeld in paragraaf 1, 2° a) die energie produceren op basis van steenkool of turf.

    Afdeling 3. - Investeringen

    Onderafdeling 1. - Interventieprincipes

    Art. 7. § 1. De interventies van BIO hebben een positieve ontwikkelingsimpact voor de interventielanden en dragen bij tot de realisatie van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. In het bijzonder streeft BIO de volgende doelstellingen na in haar interventies:

  34. de ontwikkeling van het ondernemerschap en privé-initiatieven te stimuleren, zowel op formeel als op informeel niveau;

  35. de sectoren te versterken en te institutionaliseren door ondernemingen te ondersteunen die een leidende rol kunnen spelen in hun bedrijfsketen, die bereid zijn hoge standaarden te volgen op vlak van de eerlijke handelsrelaties, het milieu, sociale rechten en mensenrechten, die hoge kwaliteitsstandaarden hanteren en die een inclusieve benadering hebben ten aanzien van hun stakeholders, met inbegrip van de lokale bevolking en andere actoren;

  36. de infrastructuur te ontwikkelen die nodig is voor de lokale bevolking en de economische activiteit;

  37. bij te dragen tot de beheersing van de klimaatverandering en de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, door, onder meer, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie die de uitstoot van broeikasgassen beperkt, te bevorderen;

  38. een impuls te geven aan het gebruik van digitale technologieën teneinde de toegang tot basisdiensten te verbeteren.

    De bovenvermelde doelstellingen hebben als einddoel:

  39. de lokale economische activiteit te steunen en op die manier duurzame tewerkstelling te creëren, de financiële armslag van de lokale bevolking te vergroten en fiscale inkomsten te genereren die de lokale overheden kunnen inzetten in publieke beleidsdomeinen;

  40. de competitiviteit van de lokale economische sectoren te verbeteren;

  41. de toegang tot basisdiensten, met inbegrip van financiële diensten, energie, onderwijs en gezondheid, te bevorderen voor de lokale bevolking.

    § 2. BIO meet de ontwikkelingsrelevantie van haar interventies op volgens de methodologie bedoeld in artikel 31.

    § 3. BIO ziet er op toe dat haar interventies voldoen aan de criteria bepaald door het DAC, met name de relevantie, de effectiviteit, de efficiëntie,de impact en de duurzaamheid.

    Art. 8. § 1. BIO beschikt over een beleid betreffende de bescherming van het milieu en van de sociale rechten en inzake goed bestuur (Environmental, Social and Governance" standaarden - ESG), dat zij toepast in al haar interventies teneinde het duurzame karakter ervan te waarborgen.

    Op sociaal vlak ziet BIO toe op het waardige, productieve en duurzame karakter van de tewerkstelling die gecreëerd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT