15 MAART 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 10.2.4, § 5, ingevoegd bij het decreet van 24 december 2004 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2005, en 16.3.9, § 2, eerste lid, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007;

Gelet op het decreet van 21 december 2001 houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest, artikel 4, tweede lid;

Gelet op het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, artikel 4, § 1;

Gelet op het decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest, artikelen 6, 7, § 2, 8, §§ 2 en 3, 9 en 11;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1984 houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 houdende reglementering inzake de kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 houdende nadere regels inzake de reductieprogramma's ter vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 september 2012;

Gelet op advies nr. 52.825/3 van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden.

Art. 2. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Actieplan: Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik, vermeld in artikel 8 van het decreet;

  2. decreet: decreet van 8 februari 2013 houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest;

  3. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid;

  4. openbare dienst: dienst, uitgevoerd door een rechtspersoon, in het kader van een taak van algemeen belang.

    HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

    Art. 3. Met uitzondering van land- en tuinbouwactiviteiten zijn hoofdstuk 2, 3 en 4 van dit besluit van toepassing op de volgende terreinen die beheerd worden in het kader van een openbare dienst of in het kader van een commerciële activiteit:

  5. alle terreinen, inclusief de bermen, op minder dan zes meter van het talud van het oppervlaktewater;

  6. alle bermen langs wegen en spoorwegen;

  7. alle wegranden, trottoirs en andere verharde terreinen die deel uitmaken van de openbare weg of die erbij horen, zoals parkeerterreinen en pleinen;

  8. alle verharde terreinen die 200 m2 of groter zijn;

  9. alle terreinen die toegankelijk zijn voor het brede publiek of voor kwetsbare groepen, zoals:

    1. parken, plantsoenen, tuinen, pleinen en begraafplaatsen;

    2. sportdomeinen, recreatiedomeinen, dieren- en pretparken;

    3. terreinen bij kinderopvang, scholen en instellingen voor kleuter-, basisonderwijs en secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en centra voor leerlingenbegeleiding;

    4. speelplaatsen, speelterreinen, sportterreinen, schoolterreinen en terreinen van zorgverstrekkende instellingen die niet vervat zijn onder c);

  10. alle andere terreinen dan de terreinen vermeld in punt 1° tot en met 5°, die gebruikt worden voor een openbare dienst of die horen bij een gebouw dat gebruikt wordt voor een openbare dienst.

    In het eerste lid wordt verstaan onder:

  11. kwetsbare groepen: mensen die specifieke aandacht behoeven als het gaat om de beoordeling van acute en chronische gevolgen van pesticiden voor de gezondheid;

  12. oppervlaktewater: water, vermeld in artikel 3, § 2, 3°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;

  13. talud: talud vermeld in artikel 3, § 2, 42°, van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;

  14. verhard terrein: grondoppervlak dat op een of andere wijze bedekt is met een verharding, al dan niet waterdoorlatend;

  15. zorgverstrekkende instelling: instelling zoals een ziekenhuis, rust- en verzorgingstehuis of een psychiatrisch verzorgingstehuis.

    HOOFDSTUK 3. - Minimumgebruik of verbod op gebruik van pesticiden

    Art. 4. Tot en met 31 december 2014 geldt:

  16. een verbod op het gebruik van pesticiden op alle terreinen vermeld in artikel 3, eerste lid, 2° ;

  17. het decreet van 21 december 2001 houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest dat van toepassing is op alle terreinen vermeld in artikel 3, eerste lid, die gebruikt worden voor een openbare dienst;

  18. een minimumgebruik van pesticiden op alle terreinen vermeld in artikel 3, eerste lid, die geen eigendom zijn van een overheid of niet in beheer zijn voor een openbare dienst.

    Vanaf 1 januari 2015 geldt:

  19. een verbod op het gebruik van pesticiden:

    1. op alle terreinen vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 5°, c);

    2. op alle terreinen vermeld in artikel 3, eerste lid, die gebruikt worden voor een openbare dienst of die horen bij een gebouw dat gebruikt wordt voor een openbare dienst;

  20. een minimumgebruik van pesticiden op alle terreinen vermeld in artikel 3, eerste lid, 4°, 5° a), b) en d) voor zover het geen terreinen betreft die gebruikt worden voor een openbare dienst of die horen bij een gebouw dat gebruikt wordt voor een openbare dienst.

    Onder minimumgebruik wordt verstaan het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT