17 JULI 2002. - Wet betreffende de transacties uitgevoerd met instrumenten voor de elektronische overmaking van geldmiddelen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Definities en toepassingsgebied

Art. 2. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

  1. instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen : elk middel dat toelaat één of meerdere van de volgende verrichtingen geheel of gedeeltelijk langs elektronische weg te verwezenlijken :

    1. overmakingen van geldmiddelen;

    2. opvragingen en de deposito's van contant geld;

    3. toegang op afstand tot een rekening;

    4. het op- en ontladen van een oplaadbaar instrument;

  2. oplaadbaar instrument : elk instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen waarop waarde-eenheden elektronisch worden opgeslagen;

  3. uitgever : elke persoon die, in het kader van zijn commerciële activiteit, een instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen ter beschikking stelt van een andere persoon overeenkomstig een met die persoon gesloten overeenkomst;

  4. houder : elke natuurlijke persoon die, krachtens een overeenkomst die hij heeft gesloten met een uitgever, houder is van een instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen;

  5. kaart : elk instrument voor de elektronische overmaking van fondsen, waarvan de functies worden uitgevoerd door een kaart.

    Art. 3. § 1. De bepalingen van deze wet zijn niet van toepassing :

  6. op de overmakingen van geldmiddelen verwezenlijkt per cheque en op de waarborgfuncties van de overmaking van geldmiddelen verwezenlijkt per cheque;

  7. op de overmakingen van geldmiddelen verwezenlijkt per wisselbrief;

  8. op de overmakingen van geldmiddelen verwezenlijkt door middel van oplaadbare instrumenten, zonder directe toegang tot een rekening voor het op- en ontladen, en slechts bruikbaar bij één enkele verkoper;

  9. op de overmakingen van geldmiddelen verwezenlijkt door middel van een oorspronkelijk met de hand geschreven tot stand gebrachte overschrijving, betaalopdracht of domiciliëring.

    § 2. De artikelen 5, § 1, 6, 4° en 7°, 7, § 1, 1° en 2°, en 8, § 1, tweede lid, 2° en 3°, zijn niet toepasselijk op de ontlaadtransacties zonder directe toegang tot de rekening van de houder van een oplaadbaar instrument.

    HOOFDSTUK III. - Informatieverplichtingen van de uitgever

    Art. 4. § 1. Vóór het sluiten van de overeenkomst met betrekking tot de terbeschikkingstelling en het gebruik van het instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen, deelt de uitgever aan de houder de contractuele voorwaarden mee die de uitgifte en het gebruik van het instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen regelen.

    De voorwaarden worden op een duidelijke en ondubbelzinnige wijze voorgesteld, schriftelijk of op een duurzame drager die ter beschikking van de houder staat en waartoe hij toegang heeft.

    Het bewijs van het naleven van deze informatieverplichting komt aan de uitgever toe.

    § 2. De mededeling van de voorwaarden, bedoeld in § 1, dient ten minste het volgende in te houden :

  10. een beschrijving van het instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen en, in voorkomend geval, de technische kenmerken van de communicatie-uitrusting die de houder mag gebruiken;

  11. een beschrijving van de gebruiksmogelijkheden van het instrument met, in voorkomend geval en in de mate van het mogelijke, inbegrip van de gebruiksmogelijkheden in het buitenland;

  12. de eventueel toegepaste maximumbedragen met, in de mate van het mogelijke, inbegrip van de in het buitenland toegepaste maximumbedragen;

  13. in geval van een kaart, de vermelding dat de houder het recht heeft het plafond te kiezen dat overeenkomt met zijn eigen behoefte. De uitgever kan echter enkele vaste plafonds bepalen, waaruit de houder kan kiezen en het maximumbedrag van deze plafonds vastleggen, voor zover de houder hierover duidelijk wordt ingelicht. De uitgever informeert tevens de houder over het recht dat deze laatste heeft om een wijziging van de plafonds te vragen, alsook van de voorwaarden betreffende de uitoefening van dit recht, overeenkomstig artikel 6, 6°;

  14. een beschrijving van de respectieve verplichtingen en aansprakelijkheid van de houder en van de uitgever overeenkomstig de artikelen 5 tot 8, alsmede een beschrijving van de risico's en de voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen;

  15. de vermelding van de voorwaarden en de nadere regelen voor de uitvoering van de kennisgeving overeenkomstig artikel 8, § 1, tweede lid;

  16. in voorkomend geval, de vermelding van de termijn voor het debiteren of crediteren van de rekening van de houder evenals de valutadatum of, zo deze geen rekening heeft bij de uitgever, de normale termijn waarbinnen de facturering hem wordt toegestuurd;

  17. de vermelding van al de door de houder verschuldigde kosten en meer bepaald het in voorkomend geval toegepaste rentepercentage, evenals de wijze waarop deze berekend wordt, alsook de berekeningswijze van de wisselkoers;

  18. de vermelding van de voorwaarden en de nadere regelen met betrekking tot de betwisting van een transactie, met inbegrip van het geografische adres van de dienst waartoe de houder zijn klachten kan richten.

    § 3. Overigens is de uitgever er op vraag van elke geïnteresseerde ook toe gehouden gratis een document met de contractuele voorwaarden die de uitgifte en het gebruik van het instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen regelen, te overhandigen.

    Art. 5. § 1. De uitgever verstrekt periodiek aan de houder informatie over de transacties die verricht werden door middel van het instrument voor de elektronische overmaking van geldmiddelen, teneinde hem toe te laten zijn uitgaven op een redelijke manier bij te houden. De informatie wordt op duidelijke en ondubbelzinnige wijze weergegeven, schriftelijk of op een duurzame drager ter beschikking van de houder en voor deze toegankelijk.

    De informatie bestaat minstens uit de vermelding van :

  19. de datum van de verrichting en van de valutadatum, evenals een identificatie van de transactie, in voorkomend geval met inbegrip van de inlichtingen betreffende de begunstigde (naam, adres) bij wie of met wie de transactie werd verricht;

  20. het van de rekening van de houder voor de transactie gedebiteerde bedrag, uitgedrukt in de munt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT