28 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 mei 2012 betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA ter uitvoering van artikel 56 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Sedert 1 april 2011 werd het takenpakket van de nieuwe FSMA, naast haar traditionele opdracht om toe te zien op de goede werking, de transparantie en de integriteit van de financiële markten, en om bij te dragen aan de bescherming van het publiek tegen het onrechtmatig aanbieden of leveren van financiële producten en diensten, toegespitst op het toezicht op de regels die een loyale, billijke en professionele behandeling beogen van de afnemers van financiële producten en diensten.

De krachtlijnen voor de financiering van de FSMA werden bepaald en uitvoerig beschreven in het verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 17 mei 2012 betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA. Zij blijven onverminderd van toepassing.

Recent werden de bevoegdheden van de FSMA aanzienlijk uitgebreid. Zo werden de MiFID-regels uitgebreid naar de verzekeringssector en werd de slagkracht van de FSMA in haar toezicht aanzienlijk versterkt (ondermeer door de invoering van mystery shopping en de toegang tot voor cliënten voorbehouden delen van websites) door de Twin Peaks II-wetten (de wetten van 30 en 31 juli 2013 tot versterking van de bescherming van de afnemers van financiële producten en diensten alsook van de bevoegdheden van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten en houdende diverse bepalingen). Daarnaast werden nog verscheidene andere wettelijke initiatieven genomen ter versterking van de bescherming van de consument, die extra taken aan de FSMA opdragen. Deze initiatieven worden verder in dit verslag opgesomd.

Deze nieuwe bevoegdheden nopen tot een herziening van de middelen waarop de FSMA beroep kan doen voor de uitoefening van de haar toevertrouwde taken.

Een eerste wijziging die wordt aangebracht in het koninklijk besluit van 17 mei 2012 is dan ook het stapsgewijs optrekken van het maximumaantal personeelsleden van 311 voltijds equivalenten naar 399 voltijds equivalenten over een periode van 4 jaar.

De volgende wijzigingen houden enerzijds in dat voor de nieuwe sectoren die worden onderworpen aan het toezicht van de FSMA een bijdrageplicht wordt ingevoerd, en anderzijds dat voor alle sectoren die reeds onder haar toezicht staan het percentage wordt aangepast dat hun aandeel in de financiering van de FSMA bepaalt. In dit verband wordt eraan herinnerd dat het aandeel van de verschillende sectoren in de financiering van de werkingskosten van de FSMA is uitgedrukt als een percentage van haar jaarlijks budget. Hieruit vloeit voort dat, aanpassingen van deze percentages buiten beschouwing gelaten, elke wijziging van het FSMA-budget verhoudingsgewijs en zonder enig onderscheid voor alle sectoren een weerslag heeft op hun bijdragen.

Nu is het zo dat de nieuw toegekende bevoegdheden die een aanpassing van de financiering van de FSMA rechtvaardigen, niet zonder enig onderscheid betrekking hebben op alle sectoren die door de FSMA worden gecontroleerd.

Zo is de sector die onder de noemer "genoteerde vennootschappen" valt in geen enkel opzicht betrokken bij de doelstelling van de nieuwe bevoegdheden, waardoor er voor de genoteerde vennootschappen geen enkele objectieve reden is om bij te dragen aan de nodige financiering voor het uitoefenen van deze nieuwe bevoegdheden. Onder voor het overige gelijke omstandigheden zou het bedrag van hun bijdrage niet mogen worden beïnvloed door de verhoging van het budget van de FSMA ingevolge een uitbreiding van haar bevoegdheden. Als het budget vergroot, zou hun bijdrage bijgevolg percentsgewijs moeten worden verminderd.

Dit geldt voor alle ondernemingen of verrichtingen waarop de FSMA toeziet en waarop de uitbreiding van de bevoegdheden van de FSMA géén betrekking heeft.

Vanuit hetzelfde oogpunt wordt ook gepreciseerd dat, voor ondernemingen waarop de uitbreiding van de bevoegdheden van de FSMA géén betrekking heeft, de indexatie van de vaste bedragen, bedoeld in artikel 3, § 2, de komende jaren, geen rekening houdt met de stijging van het aantal personeelsleden maar enkel met de evolutie van de consumptieprijsindex

Voor de andere sectoren is het gewicht van de controles die ingevolge de nieuwe bevoegdheden worden verricht niet identiek zodat het ook voor hen verantwoord is om een afwijkende benadering te volgen.

De methodologie die gevolgd wordt om per sector de nieuwe percentages vast te stellen voor hun bijdrage in de financiering van de werkingskosten van de FSMA is gebaseerd op het beginsel dat elke sector de kosten vergoedt voor het toezicht dat op hem wordt uitgeoefend, rekening houdend met zijn bijdragecapaciteit.

De toepassing van dit beginsel heeft tot gevolg dat niet enkel de percentages van elke sector anderszins evolueren, maar dat ook het tempo van deze evolutie in de loop van de komende jaren sectorgebonden zal zijn.

Tot slot wordt er opnieuw voorzien dat de historisch hoge bijdragen van de instellingen voor collectieve beleggingen geleidelijk worden afgebouwd.

NIEUWE BEVOEGDHEDEN EN TAKEN

Bij de nieuwe bevoegdheden en taken van de FSMA kan een onderscheid worden gemaakt naargelang ze al dan niet betrekking hebben op de reeds bestaande toezichtsdomeinen. De uitbreiding van de bevoegdheden van de FSMA slaat dus zowel op het ontstaan van nieuwe toezichtsdomeinen, als op de uitbreiding van de reeds bestaande toezichtsdomeinen.

  1. Uitbreiding van bevoegdheden binnen de bestaande toezichtsdomeinen

    De belangrijkste wettelijke initiatieven, die de bevoegdheden van de FSMA in de bestaande toezichtsdomeinen versterken of uitbreiden, zijn de volgende :

    - de Twin Peaks II-wetten (de wetten van 30 en 31 juli 2013 tot versterking van de bescherming van de afnemers van financiële producten en diensten alsook van de bevoegdheden van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten en houdende diverse bepalingen);

    - de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen;

    - de wet van 26 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake de thematische volksleningen, inzonderheid artikel 17 en volgende;

    - de wet van 21 december 2013 houdende invoeging van boek VI "Marktpraktijken en consumentenbescherming" in het Wetboek van economische recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek VI, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek VI, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht;

    - het wetsontwerp betreffende de verzekeringen.

    Daarnaast werden er ook bijkomende taken toegekend aan de FSMA die een loyale, billijke en professionele behandeling van de spaarders beogen via de volgende regelgeving :

    - artikel 28ter, §§ 2 en 3, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

    - het koninklijk besluit van 21 september 2013 tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot de voorwaarden tot vrijstelling van de spaardeposito's beoogd in artikel 21, 5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en de voorwaarden van het aanbod van tarieven op deze laatste;

    - het koninklijk besluit van 18 juni 2013 waarbij bepaalde informatieverplichtingen worden opgelegd bij de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen, in uitvoering van artikel 3, § 1, derde lid, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming;

    Tot slot zijn er op korte termijn nog verdere uitbreidingen van de toezichtsopdrachten van de FSMA te verwachten.

    Deze vloeien vooreerst voort uit Europese ontwikkelingen die zich binnen het huidige takenpakket van de FSMA situeren, of in het verlengde daarvan liggen, alsook uit de verdere uitwerking van bepalingen in toepassing van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten :

    - het ontwerp van wet tot aanwijzing van de bevoegde autoriteit in het kader van de EMIR-verordening nr. 648/2012;

    - het ontwerp van koninklijk besluit betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten;

    - het ontwerp van reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de technische vereisten van het risicolabel;

    - het ontwerp van reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende het commercialiseringsverbod van bepaalde financiële producten aan niet-professionele cliënten.

  2. Nieuwe toezichtsdomeinen

    Voor de nieuwe toezichtsdomeinen zullen er nieuwe sectorenveloppes worden toegevoegd of worden de bestaande sectorenveloppes uitgebreid.

    Zo zullen de onafhankelijke financiële planners en de beheervennootschappen van alternatieve instellingen voor collectieve belegging aan de enveloppe van artikel 6 worden toegevoegd en zullen de alternatieve instellingen voor collectieve belegging aan de enveloppe van artikel 5 worden toegevoegd.

    De hypotheekondernemingen waren weliswaar reeds onderworpen aan het toezicht van de FSMA. Toch vond een grondige herziening plaats van hun statuut alsook van de reikwijdte van het toezicht dat de FSMA op hen uitoefent. Daarnaast werd het toezicht van de FSMA ook uitgebreid tot de kredietgevers en bemiddelaars inzake consumentenkrediet die voorheen onder het toezicht van de FOD Economie waren geplaatst, en tot de bemiddelaars inzake hypothecair krediet die tot dusver aan geen enkel gereglementeerd statuut waren onderworpen.

    Voor de kredietgevers inzake hypothecair krediet, de kredietgevers inzake consumentenkrediet, de bemiddelaars inzake hypothecair krediet en de bemiddelaars inzake consumentenkrediet worden vier nieuwe categorieën (enveloppes) gecreëerd aangezien zij op grond van de aard van hun onderneming, activiteit of cliënteel, te weinig verwantschap vertonen met de bestaande enveloppes om hieraan te worden toegevoegd.

    1. Kredietgevers en kredietbemiddelaars

      Het nieuwe statuut van de kredietgevers en bemiddelaars inzake hypothecair krediet en consumentenkrediet is vastgesteld in het ontwerp van wet tot invoeging van een Boek VII "Betalings- en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT