Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, de 26 décembre 2013

Artikel 1. In artikel 26bis van het koninklijk besluit van 25 april 2002, betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, worden de bepalingen onder 5° en 6°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2012, vervangen als volgt :

" 5° op 1 januari 2013 wordt een bijkomend bedrag van 15.962.609 euro verdeeld onder de ziekenhuizen naar rata van hun aantal erkende bedden.

Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dit bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is.

Het aldus aan elk ziekenhuis toegekende bedrag is een forfait dat het betrokken ziekenhuis in staat moet stellen om de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken die in 2013 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, te dekken.

Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2013 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2013 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen. In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.

Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2013 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2013 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden.

  1. vanaf 1 januari 2014 en tot 31 december 2015 wordt elk jaar aan elk ziekenhuis een forfaitair bedrag, waarvan de modaliteiten door de Koning zullen bepaald worden, toegekend a rato van het aantal erkende bedden zoals gekend op het ogenblik van de berekening, teneinde de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken te dekken die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens elk van de betrokken jaren.

    Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen van de betrokken jaren (2014 of 2015) blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het herziene jaar, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen.

    In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.

    Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen van de betrokken jaren, 2014 of 2015, blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het herziene jaar, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden.

  2. vanaf 1 januari 2016 worden de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het betrokken jaar, gedekt door het in punt 6° bedoelde forfait. ".

    Art. 2. In artikel 30 van hetzelfde besluit, wordt paragraaf 3, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, opgeheven vanaf de herziening van het boekjaar 2009.

    Art. 3. In artikel 31, § 3, 2° van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder c), laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2012, vervangen als volgt :

    " c) de bestralingsapparatuur wordt gevaloriseerd ten bedrage van 90.000 euro, met dien verstande dat zij in exploitatie is en enkel mag bestaan uit een lineaire versneller of een `gamma knife' apparaat. ".

    Art. 4. In artikel 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. het eerste lid van de 1ste bewerking, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2007, wordt vervangen als volgt :

    " 1e bewerking : het beschikbare nationale budget van elk van de in artikel 40 bedoelde groepen wordt gevormd door de som van de budgetten waarover de ziekenhuizen van elke groep beschikken de dag die het dienstjaar voorafgaat waarin het budget B1 vastgesteld werd, voor toepassing van de 8e bewerking, en dat na aftrek van de internaatkosten. ";

  4. in de 3e bewerking, 4° Administratieve kosten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2007, worden de woorden " (0,1 * J2) " vervangen door de woorden " (0,05 * J2) ";

  5. de 6e bewerking, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2012, wordt vervangen als volgt :

    " 6e bewerking : de bedragen berekend overeenkomstig de derde bewerking worden voor elk ziekenhuis opgeteld. ";

  6. de bepalingen onder de 8e bewerking, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 2006, worden vervangen als volgt :

    " 8e bewerking : 50 % van de na de 3e bewerking verkregen bedragen voor de bestanddelen algemene onkosten, onderhoud, verwarming en de administratieve kosten en 100 % van de na de 3e bewerking verkregen bedragen voor de bestanddelen was-linnen en voeding wordt aangepast door deze te delen door het aantal ligdagen, met inbegrip van de ligdagen heelkundige daghospitalisatie, gerealiseerd tijdens het referentiedienstjaar voor de berekening van de in artikel 46 bedoelde verantwoorde bedden en door ze te vermenigvuldigen met het aantal verantwoorde dagen berekend volgens de modaliteiten van bijlage 3 van dit besluit.

    Het verschil tussen de aldus verkregen bedragen en de bedragen verkregen na de derde bewerking komen in aanmerking voor 60 % vanaf het dienstjaar dat begint op 1 juli 2005. Het genoemde verschil wordt voor 100 % in aanmerking genomen vanaf het dienstjaar dat begint op 1 juli 2006. ";

  7. de bepalingen onder de 9e bewerking, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2004, worden aangevuld met een lid, luidende :

    " Bij de uitkomst na de 9de bewerking worden de internaatkosten bijgeteld. ".

    Art. 5. In hetzelfde besluit wordt een onderafdeling 4bis ingevoegd, luidende :

    " Onderafdeling 4bis. - Gemeenschappelijke bepalingen voor onderdeel B1 van de algemene en psychiatrische ziekenhuizen.

    Art. 44bis. Vanaf 1 juli 2013 wordt onderdeel B1 van het budget van de financiële middelen van alle ziekenhuizen verminderd met een bedrag van 5 miljoen euro op jaarbasis.

    De berekening gebeurt als volgt

    X = A/B * C

    waar :

    A = 5 miljoen euro;

    B = som van de waarde van onderdeel B1 van elk ziekenhuis zoals betekend in het budget van de financiële middelen op 1 januari 2013;

    C = waarde van onderdeel B1 van het ziekenhuis zoals betekend in het budget van de financiële middelen op 1 januari 2013. ".

    Art. 6. In artikel 45, § 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt :

    " De bedoelde parameters zijn die van :

    - artikel 46, § 2, 2°, c) : de reanimatie-verstrekkingen;

    - artikel 46, § 2, 2°, a) : de geneeskundige en heelkundige verstrekkingen en het aantal M.V.G.-punten; vanaf 1 juli 2014 worden de MVG-punten vervangen door NRG-punten waarvan de modaliteiten zullen worden bepaald door de Koning;

    - artikel 46, § 2, 2°, b) : de geneeskundige en heelkundige verstrekkingen en het aantal M.V.G.-punten; vanaf 1 juli 2014 worden de MVG-punten vervangen door NRG-punten waarvan de modaliteiten zullen worden bepaald door de Koning;

    - artikel 46, § 3, 2°, a) : de standaardtijden;

    - artikel 46, § 3, 2°, b) : de dringende geneeskundige verstrekkingen, de basispunten per 100 bedden en de MZG-registraties van de ten laste genomen patiënten in de spoedgevallendiensten;

    - artikel 46, § 3, 2°, c) : de geneeskundige verstrekkingen. ".

    Art. 7. In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. paragraaf 1, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2007, wordt aangevuld met een lid, luidende :

    " 5° De NRG (nursing related groups) : classificatiesysteem bestemd om per zorgperiode de gehospitaliseerde patiënten onder te verdelen in homogene groepen. Deze classificatie is gebaseerd op een klinische coherentie van de verpleegkundige zorg, waaruit het inzetten van daarmee gepaard gaande middelen voortvloeit om kwaliteitsvolle zorg te verstrekken. ";

  9. paragraaf 2, 2° Aanvullende financiering, a), 2°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 2012 wordt aangevuld met een lid, luidende :

    " Vanaf 1 juli 2014 worden de bijkomende punten onder de ziekenhuizen verdeeld op basis van de NRG volgens de modaliteiten die door de Koning moeten worden bepaald. ";

  10. paragraaf 2, 2° Aanvullende financiering, b), 2°, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2012 wordt aangevuld met een lid, luidende :

    " Vanaf 1 juli 2014 worden de bijkomende punten onder de ziekenhuizen verdeeld op basis van de NRG volgens de modaliteiten die door de Koning moeten worden bepaald. ";

  11. paragraaf 2, 2° Aanvullende financiering, c), c.2) tweede berekening, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2012 wordt aangevuld met een lid, luidende :

    " Vanaf 1 juli 2014 worden de ziekenhuizen ingedeeld in decielen op basis van de NRG scores, waarvan de berekeningsmodaliteiten moeten worden bepaald door de Koning, en volgens oplopende scorewaarde.

    Het aantal bijkomende punten per verantwoord bed wordt bepaald volgens de bovenstaande tabel en weerhouden ten belope van 40 % ".

  12. paragraaf 2, 2° Aanvullende financiering, wordt aangevuld met een lid, luidende :

    " d) Vanaf 1 juli 2015 worden de berekeningsmodaliteiten van de bijkomende financiering voor de verantwoorde C-, D- en E-bedden met een intensief karakter bepaald door de Koning, wetende dat het aantal beschikbare punten wordt bepaald op basis van de NRG. ";

  13. in § 3, 2°, a) voor het operatiekwartier, a.1) eerste berekening, tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2006, wordt de tweede gedachtestreep beginnend met de woorden " - met 30 % voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT