9 MEI 2014. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed en het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet houdende wijziging van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed en het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. In artikel 2 van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in punt 1° wordt tussen de woorden "nautisch erfgoed" en de zinsnede ", inzonderheid" de zinsnede "dat kan varen of drijven, of dat in de vaart kan worden gebracht of drijvend kan worden gemaakt" ingevoegd;

  2. in punt 1° wordt tussen het woord "industrieel-archeologische" en het woord "of" de zinsnede ", esthetische" ingevoegd;

  3. punt 2° wordt vervangen door wat volgt:

    "2° het agentschap: de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering, de beleidsmonitoring en de beleidsevaluatie inzake onroerend erfgoed;";

  4. punt 3° wordt vervangen door wat volgt:

    "3° eigenaar: de zakelijkrechthouder zijnde de eigenaar, blote eigenaar, erfpachthouder of leasinggever;";

  5. er wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "6° beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen:

    1. een aangetekende brief;

    2. een afgifte tegen ontvangstbewijs;

    3. elke andere door de Vlaamse Regering toegestane betekeningswijze, waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.".

    Art. 3. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt een hoofdstuk I/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "HOOFDSTUK I/1. - Inventaris van het varend erfgoed".

    Art. 4. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt in hoofdstuk I/1, ingevoegd bij artikel 3, een artikel 3/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 3/1. De Vlaamse Regering kan de inventaris van het varend erfgoed geheel of gedeeltelijk vaststellen.".

    Art. 5. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt in hetzelfde hoofdstuk I/1 een artikel 3/2 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 3/2. Varend erfgoed kan worden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed als het een of meer erfgoedwaarden bezit en voldoende goed bewaard is of in aanmerking komt voor restauratie tot drijvend of varend object.

    Varend erfgoed kan worden geschrapt uit de vastgestelde inventaris als het niet langer erfgoedwaarde bezit of als het niet langer voldoende goed bewaard is, noch in aanmerking komt voor restauratie tot drijvend of varend object.

    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere criteria voor het opnemen en schrappen van varend erfgoed in de inventaris van het varend erfgoed.".

    Art. 6. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt in hetzelfde hoofdstuk I/1 een artikel 3/3 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 3/3. De Vlaamse Regering kan de vastgestelde inventaris van het varend erfgoed actualiseren of er varend erfgoed aan toevoegen of uit verwijderen.

    De Vlaamse Regering wint hierover voorafgaand het advies in bij de commissie. Dit advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.".

    Art. 7. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt in hetzelfde hoofdstuk I/1 een artikel 3/4 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 3/4. De leden van de commissie, de ambtenaren van het agentschap en de door de Vlaamse Regering aangewezen personen hebben, als dat voor het onderzoek ter voorbereiding van de vaststelling van de inventaris van het varend erfgoed noodzakelijk is, toegang tot het varend erfgoed, maar niet tot de gedeelten die gebruikt worden als woongelegenheid of bedrijfslokaal tenzij ze hiervoor de toestemming hebben van de eigenaar en de gebruiker.".

    Art. 8. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt in hetzelfde hoofdstuk I/1 een artikel 3/5 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 3/5. De vastgestelde inventaris van het varend erfgoed bevat over elk goed dat erin opgenomen is, minstens de volgende gegevens:

  6. de benaming;

  7. een foto;

  8. voor zover dat bekend is, het artikel van teboekstelling, het registratienummer op de scheepshypotheekbewaring of een andere wijze van identificatie;

  9. een beschrijving op basis van de waarden, vermeld in artikel 2, 1°.

    De Vlaamse Regering kan de gegevens die voor elk varend erfgoed in de vastgestelde inventaris moeten worden opgenomen, nader omschrijven of uitbreiden.".

    Art. 9. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt in hetzelfde hoofdstuk I/1 een artikel 3/6 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 3/6. De Vlaamse Regering wint voorafgaand aan de vaststelling van de inventaris van het varend erfgoed advies in bij de commissie. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De termijn van dertig dagen kan door de Vlaamse Regering eenmalig worden verlengd met dertig dagen op vraag van de commissie. De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de adviesprocedure bepalen.".

    Art. 10. In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006, wordt in hetzelfde hoofdstuk I/1 een artikel 3/7 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Art. 3/7. Het agentschap stelt de vastgestelde inventaris van het varend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT