4 MAART 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf (PC 302) (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, artikel 61, § 1, genummerd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf van 20 september 2011;

Gelet op advies 50.660/1 van de Raad van State, gegeven op 13 december 2011 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder werklieden, de werklieden en de werksters, met inbegrip van diegene waarop artikel 65/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.

Art. 3. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op :

- zeven dagen wat de werklieden betreft die minder dan twaalf maanden ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; deze termijn gaat in daags na de dag waarop de opzegging werd gegeven;

- veertig dagen wat de werklieden betreft die tussen twaalf maanden en minder dan vijf jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;

- achtenveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf jaren en minder dan tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;

- vierenzestig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien jaren en minder dan vijftien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;

- zevenennegentig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien jaren en minder dan twintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven;

- honderd negenentwintig dagen wat de werklieden betreft die tussen twintig jaar en minder dan zevenentwintig jaren ononderbroken bij...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT