27 FEBRUARI 2003. - Wet houdende instemming met het Europees Verdrag betreffende de niet-toepasselijkheid van verjaring terzake van misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, gedaan te Straatsburg op 25 januari 1974 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. Het Europees Verdrag betreffende de niet-toepasselijkheid van verjaring terzake van misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, gedaan te Straatsburg op 25 januari 1974, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 27 februari 2003.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken,

L. MICHEL

De Minister van Justitie,

M. VERWILGHEN

Gezien en met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

M. VERWILGHEN

_______

Nota's

(1) Zitting 2001-2002.

Senaat.

Documenten :

Ontwerp van wet ingediend op 27 september 2002, nr. 2-1283/1.

Zitting 2002-2003.

Documenten :

Verslag namens de commissie nr. 2-1283/2.

Parlementaire handelingen :

Bespreking, vergadering van 28 november 2002.

Stemming, vergadering van 28 november 2002.

Kamer.

Documenten :

Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 50-2160/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-2160/2.

Parlementaire handelingen.

Bespreking, vergadering van 13 december 2002.

Stemming, vergadering van 13 december 2002.

EUROPEES VERDRAG BETREFFENDE DE NIET-TOEPASSELIJKHEID VAN VERJARING TERZAKE VAN MISDRIJVEN TEGEN DE MENSELIJKHEID EN OORLOGSMISDRIJVEN

De Lidstaten van de Raad van Europa die dit Verdrag hebben ondertekend,

De noodzaak overwegend om zowel in tijd van oorlog als in vredestijd de menselijke waardigheid te beschermen;

Overwegend dat misdrijven tegen de menselijkheid en de ernstigste schendingen van de wetten en gebruiken van de oorlog een ernstige aantasting van de menselijke waardigheid vormen;

Om die reden verlangend te verzekeren dat de bestraffing van die misdrijven niet wordt verhinderd door verjaring ten aanzien van hetzij het recht van vervolging, hetzij het recht van tenuitvoerlegging van de straf;

Het wezenlijke belang overwegend dat is gelegen in het bevorderen van een gemeenschappelijk strafrechtelijk beleid op dit gebied, gegeven het feit dat het doel van de Raad van Europa is de totstandbrenging van een grotere eenheid tussen zijn leden,

zijn als volgt overeengekomen :

Artikel 1

Iedere Verdragsluitende Staat verbindt zich ertoe de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT