19 MAART 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van toelagen aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de projecten van gemeentelijke infrastructuren bestemd voor crèches. - Begroting 2009

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, VIII, 9° en 10°, gewijzigd bij de wet van 13 juli 2001;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wetten van 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op de ordonnantie van 19 december 2008 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2009, inzonderheid de basisallocatie 10.005.28.01.63.21;

Gelet op het advies 46.118/4 van de Raad van State, verstrekt op 4 maart 2009, in toepassing van artikel 84 § 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en gelet op de dringende noodzakelijkheid verantwoord door :

-het feit dat de Regering pas op 17 februariri 2009 in het bezit is gekomen van het noodzakelijk geachte advies van de gewestelijke werkgroep gericht op het scheppen van bijkomende opvangplaatsen in de kinderkribben en dat zij een deel van het besluit moest herschrijven om tegemoet te komen aan de technische opmerkingen die geformuleerd werden door de gemeenschapsinstellingen bevoegd voor het kinderopvangbeleid;

- de absolute noodzaak om de gemeenten voldoende tijd te laten, enerzijds om vóór 10 april 2009 te antwoorden op de projectoproep 2009 en anderzijds om vóór 15 oktober 2009 een afgewerkt project in te dienen. Deze termijnen worden op hun beurt gerechtvaardigd door respectievelijk :

- de noodzaak om de gemeenten een realistisch tijdsbestek te bieden tussen het ogenblik van de bevestiging van de projectselectie (en de nauwkeurige bepaling van het maximumbedrag van de gewestelijke tegemoetkoming) en de uiterste datum om een volledig dossier in te dienen met de aanvraag van een principiële instemming met de toekenning van een toelage,

- de noodzaak om, vóór het einde van het begrotingsjaar 2009, de principiële akkoorden aangaande de projecten en de budgettaire vastlegging te bevestigen - akkoorden die uitgebracht worden op grond van een dossier dat er betrekking op heeft;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het advies van de gewestelijke werkgroep gericht op het scheppen van bijkomende opvangplaatsen in de kinderkribben;

Overwegende de noodzaak om op verzoek van de gezinnen te zorgen voor meer plaatsen in de kinderdagverblijven en zodoende een betere combinatie van beroeps- en privéleven mogelijk te maken;

Overwegende dat de verhoging van het aantal plaatsen in kinderdagverblijven de aantrekkelijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevordert, de remmen op de tewerkstelling en in het bijzonder op de tewerkstelling van vrouwen beperkt, een herwaardering van het gemeentelijk patrimonium en een beperking van de voor een zeker aantal gemeenten onvermijdelijk geworden uitgaven mogelijk maakt;

Overwegende dat het Gewest in het verleden de renovatie en aankoop van gemeentelijke infrastructuur voor kinderdagverblijven heeft gesubsidieerd via de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juni 2007 en 10 april 2008 en gelet op de noodzaak om dit initiatief in 2009 voort te zetten;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor de Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

  1. ONE : « Office de la Naissance et de l'Enfance » van de Franse Gemeenschap;

  2. KIND EN GEZIN : het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid dat door de Vlaamse Gemeenschap is belast met de regie van de kinderopvang;

  3. RVOHR : de Ruimte voor Versterkte Ontwikkeling van Huisvesting en Renovatie zoals omschreven in de richtinggevende bepalingen van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP) en in de wijzigingsbesluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

  4. « Kinderdagverblijf » : omgeving voor de opvang van het jonge kind, gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarvan het beheer en de organisatie verzorgd worden door een gemeente, een O.C.M.W. of een vereniging zonder winstoogmerk voor rekening van een gemeente met het oog op erkenning door « ONE » of KIND EN GEZIN.

  5. De Minister : de Minister, bevoegd voor de Plaatselijke Besturen.

    Art. 2. Aan de gemeenten worden subsidies toegekend op de kredieten van basisallocatie 10.005.28.01.63.21 van de begroting 2009, luidende subsidiëring van de projecten inzake gemeentelijke infrastructuur bestemd voor « kinderdagverblijven », voor :

  6. specifieke projecten voor de renovatie van « kinderdagverblijven » met het oog op een uitbreiding van het aantal plaatsen met minstens vijf. Enkel het deel van de werken dat betrekking heeft op de uitbreiding van de « kinderdagverblijf » komt in aanmerking voor de berekening van de subsidie. Indien de uitbreidingsposten niet onderscheiden kunnen worden, zal het bedrag van de subsidieerbare werken berekend worden naar rato van het aantal gecreëerde plaatsen in verhouding tot de bestaande plaatsen;

  7. specifieke projecten voor de renovatie van gebouwen van elk type bestemd als « kinderdagverblijf » en waarbij minstens twaalf plaatsen worden gecreëerd;

  8. specifieke projecten voor de aankoop van gebouwen of terreinen bestemd als « kinderdagverblijf », en waarbij minstens twaalf plaatsen worden gecreëerd;

  9. specifieke projecten voor de bouw van gebouwen bestemd als « kinderdagverblijf » en waarbij minstens twaalf plaatsen worden gecreëerd.

    Art. 3. De gemeenten zijn de enige gesprekspartners van de Regering. De projecten van de gemeenten, VZW's of O.C.M.W.'s worden aan de Regering voorgesteld door middel van een beslissing van de Gemeenteraad of bij ontstentenis door middel van een verbintenis van het college van burgemeester en schepenen die binnen de veertig dagen door de gemeenteraad wordt goedgekeurd.

    Art. 4. De Regering selecteert de projecten en verdeelt het bedrag beschikbaar op de kredieten van de basisallocatie 10.005.28.01.63.21 van het budget 2009, met de titel subsidiëring van de projecten inzake gemeentelijke infrastructuur bestemd voor kinderkribbes, over de omslagen die worden voorbehouden voor de verschillende geselecteerde projecten die door de gemeenten worden voorgesteld als antwoord op een oproep tot projecten gericht aan de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die afgesloten wordt op 1st meil 2009.

    In haar antwoord op deze projectoproep dient de gemeente een omschrijving te geven van de vooropgestelde investeringen, als bijlage bij het formulier voor de indiening van een offerte (bijlage 1), dat de gemeente heeft ingevuld.

    Het Bestuur mag alle bijkomende informatie opvragen die nodig is voor de verwerking van de projectoproep.

    Het subsidiebedrag dat aan een gemeente wordt toegekend, mag niet meer bedragen dan 500.000 euro. Dat bedrag wordt op 1.000.000 euro gebracht voor gemeenten die minstens één project voorstellen dat ingediend is met het oog op erkenning door ONE en één project dat ingediend is met het oog op erkenning door KIND EN GEZIN, maar het bedrag blijft beperkt tot maximaal 500.000 euro voor het geheel van de projecten die onder een van beide organismen ressorteren.

    Bij een door de gemeentebesturen naar behoren gemotiveerde hoogdringendheid, kunnen de gemeenten projecten voorstellen die betrekking hebben op subsidieerbare investeringen overeenkomstig artikel 2 en waarvan de realisatie al opgestart is, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 10.

    Het maximale subsidieerbare bedrag per gecreëerde plaats wordt vastgesteld op 175 % van de gemiddelde kostprijs per gecreëerde plaats van de ontvankelijke projecten voor de 19 gemeenten.

    De subsidies worden als volgt verdeeld :

  10. Indien de beschikbare kredieten groter zijn dan de bedragen die door...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT